Ga direct naarInhoudofMenu
Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.
Onderstaande relaties zijn gevonden bij “document”. Bij klikken wordt een externe website met een relatieoverzicht geopend op overheid.nl.
Gelet op artikel 26, derde lid, van de Penitentiaire beginselenwet, en artikel 570b, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering;
Gezien het advies van de Centrale Raad voor Strafrechtstoepassing van 6 november 1998 (nr. 724485/98);
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
de Minister van Justitie;
de Penitentiaire beginselenwet;
de Penitentiaire maatregel;
de ouder van de gedetineerde, alsmede de stiefouder, pleegouder of grootouder, voor zover deze gedurende een langere tijd de ouderrol heeft vervuld;
het kind van de gedetineerde, alsmede het stiefkind, pleegkind, kind van de levenspartner of kleinkind;
de broer van de gedetineerde, alsmede de halfbroer of pleegbroer;
de zuster van de gedetineerde, alsmede de halfzuster of pleegzuster;
de schoonouder van de gedetineerde, alsmede de ouder van de levenspartner;
de echtgenoot van de gedetineerde, alsmede de persoon met wie een aantoonbaar duurzaam samenlevingsverband wordt onderhouden daterende van voor de aanvang van de detentie;
bezoek aan een polikliniek van een algemeen ziekenhuis, specialist, fysiotherapeut of logopedist, dan wel aan een tandarts voor bijzondere tandheelkundige verrichtingen;
bezoek aan een psychiatrisch ziekenhuis, psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis, psychotherapeutisch instituut, RIAGG of praktijk van een vrij gevestigde en geregistreerde psychiater of psycholoog in verband met ambulante psychotherapeutische of daarmee gelijk te stellen behandeling;
bezoek aan een psychiatrisch ziekenhuis, psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis, psychotherapeutisch instituut, behandelinrichting voor verslaafden, hulpverleningsinstelling in verband met de toetsing van de mogelijkheden van een opname tijdens of na de detentie, of instelling of officiële verschaffer van woonruimte in verband met de toetsing van de mogelijkheden van bijzondere woonvoorzieningen in aansluiting op de detentie;
het, al dan niet onder begeleiding of bewaking, tijdelijk verlaten van de inrichting voor één van de in de in deze regeling genoemde doeleinden.
verlof als bedoeld in de artikelen 14 tot en met 18 van deze regeling;
verlof als bedoeld in de artikelen 19 en 20 van deze regeling;
verlof als bedoeld in de artikelen 21 tot en met 33 van deze regeling;
opschorting van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf als bedoeld in de artikelen 34 tot en met 40 van deze regeling;
een verlof dat volgt op een zonder incidenten verlopen eerder algemeen verlof;
de aan de inrichting verbonden arts of tandarts;
het adres waar de gedetineerde tijdens zijn verlof verblijft en bereikbaar is;
betrokkene als bedoeld in artikel 44b, onder c, van de Penitentiaire maatregel.
Het verlof wordt geweigerd in geval van:
Gedurende het algemeen verlof, het regimesgebonden verlof, het incidenteel verlof en het verlof tijdens verblijf in een inrichting voor de opvang van verslaafden loopt de tenuitvoerlegging van de straf ofwel de maatregel door, gedurende de strafonderbreking wordt de tenuitvoerlegging van de straf opgeschort. In het geval bedoeld in artikel 10, tweede lid onder b, en in geval van ziekte wordt de tenuitvoerlegging geschorst vanaf het moment dat de gedetineerde terug had moeten keren.
Het algemeen verlof wordt verleend voor een duur van maximaal 60 uur.
In verband met gewijzigde omstandigheden kan de directeur een reeds verleend algemeen verlof of het daarvan nog resterende gedeelte intrekken, naar een ander tijdstip verplaatsen of er nadere voorwaarden aan stellen. Indien de beslissing is genomen door de minister stelt de directeur hem onverwijld van de gewijzigde omstandigheden in kennis.
Gedetineerden die verblijven in een zeer beperkt beveiligde inrichting die tevens is aangewezen als Elektronisch Detentiehuis als bedoeld in artikel 2a van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, komen niet voor regimesgebonden verlof in aanmerking. Ingeval van overplaatsing van een gedetineerde naar een Elektronisch Detentiehuis is artikel 9 niet van toepassing.
Artikel 4, onder j, is niet van toepassing op het verlenen van verlof aan een betrokkene.
Incidenteel verlof kan worden verleend voor een bezoek aan een in levensgevaar of ernstige psychische nood verkerende levenspartner, kind, ouder, broer, zuster, grootouder of schoonouder van de gedetineerde.
In verband met gewijzigde omstandigheden kan de directeur een reeds verleend incidenteel verlof of het daarvan nog resterende gedeelte intrekken, naar een ander tijdstip verplaatsen of er nadere voorwaarden aan stellen. Indien de beslissing is genomen door de minister stelt de directeur hem onverwijld van de gewijzigde omstandigheden in kennis.
Strafonderbreking kan worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof.
Bij het bepalen van de duur van de strafonderbreking wordt rekening gehouden met de omstandigheden van het geval. De strafonderbreking duurt minimaal twee etmalen en maximaal drie maanden.
Strafonderbreking kan worden verleend voor verzorging van een ernstig zieke levenspartner, kind of ouder, voor het bijwonen van de bevalling van de levenspartner van de gedetineerde en voor de gevallen bedoeld in de artikelen 23 en 24. Het bepaalde in artikel 22, eerste en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
Strafonderbreking kan worden verleend wegens dringende redenen van lichamelijke of psychische aard, gelegen in de persoon van de gedetineerde, indien en voor zover de inrichtingsarts heeft bevestigd dat deze redenen aan de voortzetting van detentie in de weg staan.
Strafonderbreking kan slechts worden verleend, gewijzigd en ingetrokken door de minister.
In verband met gewijzigde omstandigheden kan de minister een reeds verleende strafonderbreking of het daarvan nog resterende gedeelte intrekken, naar een ander tijdstip verplaatsen of er nadere voorwaarden aan stellen. Daartoe stelt de directeur de minister onverwijld van de gewijzigde omstandigheden in kennis.
Een verzoek om verlof dat ingediend is voor de inwerkingtreding van deze regeling wordt afgedaan volgens de regels zoals die golden voor de inwerkingtreding van deze regeling.
Verloven waarvoor voor de inwerkingtreding van deze regeling toestemming is verleend worden beoordeeld volgens de regels zoals die golden voor de inwerkingtreding van deze regeling.
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 1999.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Huidige versie: 20040901