Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/8556/GV, 10 december 2020, beroep
Uitspraakdatum:10-12-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Nummer          R-20/8556/GV

               

Betreft [Klager]

Datum 10 december 2020

 

Uitspraak van de beroepscommissie van de RSJ op het beroep van [Klager] (hierna: klager)

 

1. De procedure

De Minister voor Rechtsbescherming (hierna: verweerder) heeft op 4 november 2020 klagers verzoek tot incidenteel verlof afgewezen. Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. De beroepscommissie heeft klager en verweerder in de gelegenheid gesteld hun standpunten schriftelijk (nader) toe te lichten.
De beroepscommissie heeft kennisgenomen van het beroepschrift, de reactie van verweerder en de overige stukken.

 

2. De standpunten in beroep

Standpunt van klager

Het is voor klagers dochter en zijn kleinkind niet mogelijk om op bezoek te komen in de Penitentiaire Inrichting (PI). Klager wil zijn dochter en zijn kleinkind graag zien. Klager is het niet eens met het advies van de vrijhedencommissie. Hij werkt zeven dagen in de week bij de huisdienst en al zijn gedrag is ‘groen’. Klager gedraagt zich keurig en netjes. De mogelijkheid om besmet te raken met het coronavirus is binnen de PI hoog. Er is inmiddels sprake van een personeelstekort, nu verschillende personeelsleden besmet zijn geraakt met het coronavirus. Buiten de PI kan klager meer in het werk stellen om niet besmet te raken. Klager zal gezond terugkeren van verlof en hij is bereid om in quarantaine te gaan. Verder klopt het advies van het Openbaar Ministerie (OM) niet.

 

Standpunt van verweerder

Hoewel het begrijpelijk is dat klager op bezoek wil bij zijn kleinkind, voldoet hij niet aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 26 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling). Dat klager goed gedrag laat zien in de PI staat niet ter discussie. Vanwege de coronacrisis zijn de bezoekmomenten beperkter. Navraag bij de inrichting heeft uitgewezen dat er een week geen bezoek mogelijk was, omdat er te weinig beschikbaar personeel aanwezig was. Het bezoek is inmiddels hervat.

 

Uitgebrachte adviezen

De directeur van de PI Arnhem heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Het OM heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. De politie heeft zich van advies onthouden.

 

 

3. De beoordeling

Klager is sinds 26 juni 2020 gedetineerd. Hij ondergaat een gevangenisstraf van acht jaren, wegens diefstal met geweld. Klager is tegen deze beslissing in hoger beroep gegaan. De (fictieve) einddatum van klagers detentie is momenteel bepaald op 13 augustus 2023.

Ingevolge artikel 26 van de Regeling kan incidenteel verlof worden verleend voor een kraambezoek aan de levenspartner van de gedetineerde en het pasgeboren kind. Deze situatie doet zich hier niet voor.

In artikel 21 van de Regeling staat dat incidenteel verlof kan worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is.

De beroepscommissie stelt voorop dat niet is gebleken dat het kraambezoek van klager aan zijn kleinkind noodzakelijk is. Reeds hierom en bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, kan de bestreden beslissing niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

 

4. De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

 

 

Deze uitspraak is op 10 december 2020 gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. S. Djebali, voorzitter, F. van Dekken en mr. D.W.J. Vinkes, leden, bijgestaan door mr. A. de Groot, secretaris.

 

 

secretaris        voorzitter

Naar boven