Ga direct naarInhoudofMenu
Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.
Onderstaande relaties zijn gevonden bij “document”. Bij klikken wordt een externe website met een relatieoverzicht geopend op overheid.nl.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de penitentiaire regelgeving te herzien, in het bijzonder aangaande het differentiatie- en selectiestelsel, en in verband daarmee de Beginselenwet gevangeniswezen te vervangen door de Penitentiaire beginselenwet alsmede enige bepalingen van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Voor de toepassing van deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:
De Raad behandelt beroepschriften ingevolge de hoofdstukken XII tot en met XIII en XV.
Inrichtingen voor stelselmatige daders zijn bestemd voor de opneming van personen aan wie een maatregel als bedoeld in artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht is opgelegd.
In afwijking van artikel 15, eerste lid, eerste volzin, kan Onze Minister bepalen dat een persoon ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of een vrijheidsbenemende maatregel is gelast en die in een politiecel verblijft, daar voor een periode van maximaal tien dagen zal verblijven, nadat hij heeft vastgesteld dat er voor deze persoon geen plaats is in een inrichting. De politiecel voldoet aan de regels die voor politiecellencomplexen zijn vastgesteld.
De directeur draagt zorg dat de tenuitvoerlegging overeenkomstig het verblijfsplan plaatsvindt.
Onze Minister kan nadere regels stellen omtrent de wijze waarop het vervoer van de gedetineerde plaatsvindt.
Gedetineerden die in een gemeenschapsregime zijn geplaatst, worden zo veel mogelijk in de gelegenheid gesteld met andere gedetineerden aan activiteiten deel te nemen.
Gedetineerden die in een individueel regime zijn geplaatst, worden in de gelegenheid gesteld aan activiteiten deel te nemen. De directeur bepaalt de mate waarin de gedetineerde in staat wordt gesteld individueel dan wel met andere gedetineerden aan activiteiten deel te nemen.
De mate waarin een gedetineerde in de gelegenheid wordt gesteld aan activiteiten deel te nemen is mede afhankelijk van de mate waarin ten aanzien van de gedetineerde is gebleken van goed gedrag.
Het recht van de gedetineerde op onaantastbaarheid van zijn lichaam, zijn kleding en de van zijn lichaam afgescheiden stoffen en zijn verblijfsruimte kan overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk worden beperkt.
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder gevaar verstaan:
Gevaar:
Geneeskundige behandeling van de geestelijke gezondheidstoestand van de gedetineerde vindt slechts plaats:
Indien niet voldaan wordt aan de voorwaarden van artikel 46c, onderdelen b en c, kan als uiterste redmiddel niettemin geneeskundige behandeling plaatsvinden:
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de aanleg van dossiers. In elk geval betreffen deze de omschrijving van gedetineerden over wie een dossier moet worden aangelegd, de aard van de daarin vervatte informatie, het recht op inzage of afschrift van het dossier door de betrokken gedetineerde en de beperkingen daarop en de termijn gedurende welke alsmede de wijze waarop het dossier bewaard blijft.
Tegen de uitspraak van de beklagcommissie, bedoeld in hoofdstuk XIA, kunnen Onze Minister en de gedetineerde beroep instellen. Hoofdstuk XII is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 70, tweede lid.
Een gedetineerde kan een beroepschrift indienen tegen het medisch handelen van de aan de inrichting verbonden arts of diens vervanger, bedoeld in artikel 42. Met de inrichtingsarts wordt in dit hoofdstuk gelijkgesteld de verpleegkundige dan wel andere hulpverleners die door de inrichtingsarts bij de zorg aan gedetineerden zijn betrokken.
De directeur draagt zorg voor een regelmatig overleg met gedetineerden over zaken die rechtstreeks de detentie raken.
Op de wijze als voorzien in artikel 77a kan worden afgeweken van:
Voor zover de regels van de krijgsmacht daartoe aanleiding geven kan bij militaire gedetineerden van de bepalingen in deze wet worden afgeweken.
[Red: Wijzigt het Wetboek van Strafrecht.]
[Red: Wijzigt het Wetboek van Strafvordering.]
[Red: Wijzigt de Wet op de rechterlijke organisatie.]
[Red: Wijzigt de Wet op de economische delicten.]
[Red: Wijzigt de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen.]
[Red: Wijzigt de Invoeringswet Wetboek van Strafvordering.]
[Red: Wijzigt de Wet op de rechtsbijstand.]
[Red: Wijzigt de Arbeidsomstandighedenwet.]
[Red: Wijzigt de Wet ziekenhuisvoorzieningen.]
[Red: Wijzigt de Wet op het voortgezet onderwijs.]
[Red: Wijzigt de Oorlogswet voor Nederland.]
[Red: Wijzigt de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden.]
De Beginselenwet gevangeniswezen wordt ingetrokken, met uitzondering van de artikelen 2 tot en met 5.
De regels en de bestemmingen van gevangenissen en huizen van bewaring vastgesteld krachtens artikel 22 van het Wetboek van Strafrecht, zoals dit artikel gold vóór de inwerkingtreding van deze wet, worden geacht te zijn vastgesteld krachtens de toepasselijke bepalingen van deze wet.
Deze wet heeft geen gevolgen voor klaagschriften of beroepschriften die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze wet.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Bij koninklijk besluit kan een ander tijdstip worden vastgesteld waarop artikel 76 in werking treedt.
Deze wet wordt aangehaald als: Penitentiaire beginselenwet.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Huidige versie: 20211201