Nummer: 12/1483/GB
Betreft: [klager] datum: 6 juli 2012
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 8 mei 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 11 augustus 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de
penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft – zakelijk weergegeven - het beroep als volgt toegelicht. De door de selectiefunctionaris opgevoerde gronden voor de afwijzing berusten op valse aannames. Klager begrijpt niet dat Justitie met alle beschikbare middelen niet in
staat
is geweest om iemand tegen te houden. Zodra klager zijn straf heeft uitgezeten zal hij Nederland ‘ontvluchten’. De maatschappij is verziekt tot op het hoogste niveau. De Nederlandse regering is racistisch. Klager heeft acht maanden op een advocaat
moeten wachten. Klager is niet ontvlucht uit India. Hij is naar India gegaan vanwege de ziekte van zijn broer. Klager had ook niet de intentie naar Suriname te gaan. Klager is vrijwillig naar Nederland teruggekeerd. Klager begrijpt niet wat er mis is
met het verlofadres van zijn dochter.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Het Openbaar Ministerie, de politie en de directeur van p.i. Krimpen aan den IJssel hebben negatief geadviseerd omtrent een detentiefasering van klager. Klager
is in 2004 naar India vertrokken terwijl hij in Nederland nog een gevangenisstraf had openstaan. Voor de opsporing van klager is het bureau TES (Team Executie Strafvonnissen) ingeschakeld, een landelijk opererend team van politie en OM. In 2011 is een
aanhoudingsbevel uitgevaardigd. Klager had zich bij de Nederlandse Ambassade gemeld om zijn paspoort te verlengen om naar Suriname te vertrekken. Hij heeft een brief geschreven naar Binnenlandse Zaken met allerlei redenen waarom hij zijn straf in
Nederland niet zou hoeven uit te zitten. Er is een laissez passer uitgegeven voor een rechtstreekse vlucht naar Amsterdam. Klager is bij aankomst op Schiphol aangehouden. De Officier van Justitie is van mening dat er redenen zijn voor vluchtgevaar. De
kans is groot dat klager zich opnieuw aan zijn detentie zal onttrekken. De politie heeft negatief geadviseerd omdat klager de bewoners van zijn verlofadres niet heeft geïnformeerd over zijn verlof. De bewoners hebben ook geen reactie gegeven op het
verzoek van klager om op dit adres te verblijven. De directeur heeft negatief geadviseerd omdat het een ‘TES-zaak’ betreft en er een verhoogde kans op onttrekking aanwezig is. Het risico op een nieuwe ontrekking staat niet in verhouding met het enorme
werk dat gedaan is om klager te traceren en naar Nederland te laten terugkeren voor de executie van zijn gevangenisstraf.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.
4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking
klagers langdurige verblijf in India en de onttrekking aan detentie in Nederland. Ook weegt mee dat klager geen goedgekeurd verlofadres heeft kunnen aantonen. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in
tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 6 juli 2012
secretaris voorzitter