nummer: 13/522/GA
betreft: [klager] datum: 3 juli 2013
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift
van
de directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,
gericht tegen een uitspraak van 11 februari 2013 van de beklagcommissie bij voormelde p.i. gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 8 april 2013, gehouden in de locatie De Schie te Rotterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Zwiers, en mevrouw [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Krimpen aan den
IJssel.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering om klagers radio(/cd-speler) in te voeren.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en (nog) geen tegemoetkoming aan klager toegekend, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft niet binnen zeven dagen, maar pas na bijna vier weken, beklag ingediend. Hij had vanaf de eerste dag in de inrichting kennis kunnen nemen van de huisregels.Verzocht wordt om hem alsnog niet-ontvankelijk in het beklag te verklaren.
Klager is overgeplaatst vanuit de locatie Hoogvliet en voldoet daardoor niet aan de eisen die gesteld worden in de overgangsregeling (uitspraken met kenmerk 12/798/GA en 10/1268/GA). Verwezen wordt naar de uitspraak met kenmerk 12/3039/GA van 17
januari
2013, waarin de beroepscommissie in een soortgelijke zaak heeft bepaald dat de beslissing van de directeur om de invoer van de radio te weigeren niet als onredelijk of onbillijk is aangemerkt.
Voorheen waren er veel problemen met radio’s in de inrichting voor wat betreft het volume en er werd contrabande in de boxen verstopt. De huur van een radio bedraagt € 2,= per week. Er wordt geen winst gemaakt. De huur dekt de kosten.
Als geen radio wordt gehuurd, kan geluisterd worden naar de distributieradio.
Klager en zijn raadsman hebben in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is vanuit de locatie Hoogvliet overgeplaatst naar de p.i. Krimpen aan den IJssel en tussentijds niet in vrijheid gesteld. Hij heeft nooit verlof gehad.
Zijn radio is nagestuurd. Zodra klager wist dat hij de radio niet in zijn verblijfsruimte mocht houden, heeft hij beklag ingediend.
Zijn radio is heel klein. Hij heeft € 7,50 betaald voor de verzegeling. Klager wilde de radio invoeren om naar Surinaamse zenders te kunnen luisteren die hij met de distributieradio niet kan ontvangen.
Niet begrepen wordt waarom de regel is ingevoerd. Het lijkt wel of de inrichting wil verdienen aan gedetineerden.
Hoewel het beklag gegrond is verklaard, is de radio niet teruggegeven aan klager.
3. De beoordeling
Door de directeur is aangevoerd dat klager het beklag te laat zou hebben ingediend.
Door klager is gesteld dat na zijn overplaatsing naar de p.i. Krimpen aan den IJssel zijn radio(/cd-speler) is nagezonden en dat hij, zodra hem bekend was dat hij niet de beschikking mocht hebben over zijn radio(/cd-speler), beklag heeft ingediend.
De beroepscommissie zal klager het voordeel van de twijfel geven en - overeenkomstig de uitspraak van de beklagcommissie - klager ontvangen in het beklag.
Uit de ten tijde van het beklag geldende huisregel van de p.i. Krimpen aan den IJssel 4.5.1 versie 1 februari 2012 volgt dat het gedetineerden in de inrichting niet is toegestaan een eigen radio in te voeren en dat hij deze dient te huren bij de
badafdeling. Alleen wanneer gedetineerden vallen onder de in de inrichting gehanteerde overgangsregeling, die inhoudt dat gedetineerden die eerder is toegestaan om in de p.i. Krimpen aan den IJssel een radio in de verblijfsruimte te hebben die bij
overplaatsing is meeverhuisd, verzegeld is gebleven en nimmer is uitgevoerd, wordt dit wel toegestaan. Nu klagers radio wel is uitgevoerd, valt klager niet onder de overgangsregeling.
De beroepscommissie stelt vast dat in de bijlage bij de Regeling model huisregels penitentiaire inrichtingen (hierna: de Regeling) onder paragraaf 4.5.1.1 een radio niet wordt aangemerkt als verboden voorwerp en in paragraaf 4.5.1.2 de toegestane
voorwerpen worden genoemd, waaronder een eenvoudige verzegelde radio dan wel een combinatie daarvan met een cassettespeler met boxen niet groter dan 50 x 40 x 70 cm.
De beroepscommissie acht aannemelijk geworden dat klagers (kleine) radio(/cd-speler) onder de in paragraaf 4.5.1.2 beschreven toegestane voorwerpen valt.
De toelichting bij paragraaf 4.5.1.2 luidt : “Op de navolgende bepalingen en onderwerpen na, aan de directeur. Uitzondering: penitentiaire inrichting of afdelingen met een bijzondere bestemming of met een meerpersoonsverblijfsruimte, in deze gevallen
kan de directeur de navolgende bepalingen en onderwerpen overnemen, hij is dit echter niet verplicht”. Dit betekent dat paragraaf 4.5.1.2. een dwingend voorschrift bevat waarvan afwijking slechts mogelijk is in de in de toelichting vermelde gevallen.
Nu noch door de directeur noch door klager is gesteld dat in casu sprake zou zijn van een bijzondere bestemming of een meerpersoonsverblijfsruimte was er geen reden om van het bepaalde in paragraaf 4.5.1.2 af te wijken
Gelet op het bovenstaande zal de beroepscommissie het beroep van de directeur ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met wijziging van de gronden.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. F.G. Bauduin, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.M. Boone, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 3 juli 2013
secretaris voorzitter