Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 24 december 2010, nr. 5679537/10/DJI, houdende regels over de verlening van een machtiging tot verlof aan het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden (Verlofregeling TBS)
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Hoofdstuk
1
Begripsbepalingen
Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a.
de Minister: de Minister van Veiligheid en Justitie;
relaties0
b.
Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC): inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden in de zin van de wet;
relaties0
c.
hoofd FPC: hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden;
relaties0
d.
(vroeg)signaleringsplan: een beschrijving van gedragingen van een ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde die een aanwijzing kunnen zijn voor een verhoogd recidiverisico en de maatregelen om de risico’s onder controle te houden;
relaties0
e.
terugvalpreventieplan: een beschrijving van de wijze waarop de dynamische risicofactoren (voor recidive) van een ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde onder controle worden of kunnen worden gebracht en gehouden;
relaties0
f.
slachtofferonderzoek: een analyse van mogelijke gevolgen en veiligheidsrisico’s van verlofverlening aan een ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde voor het slachtoffer of zijn omgeving;
relaties0
g.
risicotaxatie: een inschatting van het toekomstig delictrisico en vluchtgevaar van een ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde;
relaties0
h.
risicomanagement: de wijze waarop het delictrisico via behandeling of anderszins tot een aanvaardbaar niveau wordt teruggebracht;
relaties0
i.
verlofplan: een beschrijving van de doelstellingen van het verlof van een ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde, de plaats van het verlof binnen de behandeling, de voorwaarden waaronder het verlof plaats kan vinden alsmede de wijze waarop de risicofactoren onder controle worden gehouden;
relaties0
j.
AVt: Adviescollege Verloftoetsing tbs.
relaties0
relaties0relaties0 relaties0
Hoofdstuk
2
Algemene bepalingen
Artikel
2
1. Het hoofd FPC dient de verlofaanvraag schriftelijk in bij de Minister en voert deze in, in het door de Minister voorgeschreven geautomatiseerde systeem.
relaties0 2. Uit de verlofaanvraag blijkt dat deze is opgesteld op basis van multidisciplinair overleg en professioneel inhoudelijke toetsing.
relaties0 3. In de verlofaanvraag wordt door het hoofd FPC de volgende informatie verschaft:
e.risicotaxatie en risicomanagement (Box 4);
relaties0
f.aanvraag verlofmodaliteit en verlofplan (Box 5);
relaties0
g.slachtofferonderzoek en maatschappelijke gevoeligheid (Box 5a);
relaties0
h.houding ter beschikking gestelde (Box 8).
relaties0
relaties0 4. Uit de verlofaanvraag blijkt dat een slachtofferonderzoek heeft plaatsgevonden. Van een machtiging wordt slechts gebruik gemaakt indien – voor zover daartoe de verplichting bestaat – een financiële regeling met slachtoffers en/of hun omgeving is getroffen.
relaties0 5. Indien de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde voor de datum voorwaardelijke invrijheidstelling in een FPC is geplaatst, wordt een machtiging niet verleend voor genoemde datum.
relaties0 6. Een machtiging wordt niet verleend
a.ten behoeve van een vreemdeling zonder rechtmatig verblijf als bedoeld in
artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000, tenzij begeleid verlof naar het oordeel van de Minister noodzakelijk is ten behoeve van het vertrek uit Nederland;
relaties0
b.ten behoeve van verlof in het buitenland, met inbegrip van de delen van het Koninkrijk buiten Europa;
relaties0
c.ten behoeve van verpleegden die alleen tot een vrijheidsstraf zijn veroordeeld indien de prognose en de behandeldoelen verlof niet toelaten of indien een levenslange gevangenisstraf wordt ondergaan.
relaties0
relaties0
relaties0
Artikel
3
1. Een verzoek tot wijziging van het verlofplan wordt ondertekend door het hoofd FPC.
relaties0 2. Het verzoek bevat die informatie die relevant is voor de gevraagde wijziging. De wijziging van het verlofplan past binnen de bestaande machtiging.
relaties0
relaties0
Artikel
4
1. Indien een machtiging wordt aangevraagd na overplaatsing, blijkt uit de aanvraag tot welke resultaten de behandelpogingen in het vorige FPC hebben geleid.
relaties0 2. Indien tot overplaatsing is besloten met het oog op voortzetting van de behandeling elders, kan het hoofd van het ontvangende FPC, op basis van de laatst verleende machtiging, een verlofaanvraag doen om een nieuwe machtiging te verlenen. Deze verlofaanvraag voldoet aan de volgende eisen:
a.aan de aanvraag ligt een gunstige prognose ten grondslag;
relaties0
b.uit de verlofaanvraag van het hoofd van het ontvangende FPC blijkt dat beide FPC’s de aanvraag verantwoord achten;
relaties0
c.de verlofaanvraag gaat vergezeld van een verlofplan dat aan de nieuwe situatie is aangepast.
relaties0
relaties0
relaties0
Artikel
5
1. Met het oog op een nieuwe machtiging wordt door het hoofd FPC een evaluatie opgesteld, die ten hoogste vier maanden en uiterlijk twee maanden voordat de machtiging verloopt, wordt ingediend.
relaties0
relaties0
Artikel
6
1. Een verlofaanvraag, waaronder begrepen de evaluatie van een verlof, wordt door de Minister procedureel getoetst en vervolgens, met het oog op een inhoudelijk advies voorgelegd aan het AVt.
relaties0 2. In afwijking van het eerste lid, wordt de aanvraag voor een machtiging incidenteel verlof en de aanvraag voor een machtiging eenmalig begeleid verlof uitgezonderd van advisering door het AVt.
relaties0 3. In afwijking van het eerste lid, is advisering door het AVt niet verplicht voor de aanvraag voor een machtiging begeleid verlof voor vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf als bedoeld in
artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000.
relaties0 4. Indien het AVt adviseert geen machtiging te verlenen, beslist de Minister dienovereenkomstig.
relaties0 5. Indien het AVt adviseert een machtiging te verlenen, kan de Minister gemotiveerd een andere beslissing nemen.
relaties0
relaties0
Artikel
7
1. Indien bij een evaluatie van het onbegeleid verlof of het transmuraal verlof of het proefverlof door een administratieve nalatigheid een nieuwe machtiging niet aansluitend aan de bestaande machtiging kan worden verleend, kan de Minister ambtshalve een machtiging afgeven.
relaties0 2. De machtiging wordt overeenkomstig de bestaande machtiging, afgegeven voor de duur van maximaal vier weken.
relaties0 3. De Minister kan bij het verlenen van de in het vorige lid bedoelde machtiging aanvullende voorwaarden stellen.
relaties0
relaties0 relaties0
Hoofdstuk
3
Resocialisatieverlof
Artikel
8
1. De aanvraag voor een machtiging begeleid verlof kan alle verloven buiten het FPC onder begeleiding van personeelsleden of medewerkers van het FPC inhouden.
relaties0 2. Begeleid verlof is in de regel eendaags, maar kan in uitzonderlijke gevallen meerdaags zijn, indien daartoe bijzondere redenen bestaan die samenhangen met het doel van het verlof.
relaties0 3. De aanvraag voor een machtiging begeleid verlof omvat een beveiligde fase van tenminste vijf beveiligde verloven, tenzij het hoofd FPC gemotiveerd en op grond van relevante gegevens aannemelijk maakt dat geen beveiligde fase nodig is, of daarvoor een contra indicatie is.
relaties0 4. De aanvraag voor een machtiging begeleid verlof omvat na de beveiligde fase een dubbel begeleide fase, tenzij het hoofd FPC op de wijze als genoemd in het vorige lid aannemelijk maakt dat geen dubbel begeleide fase nodig is.
relaties0
relaties0
Artikel
9
1. De aanvraag voor een machtiging onbegeleid verlof kan zowel eendaags als meerdaags verlof inhouden, met een maximum van zes overnachtingen per week buiten het beveiligde deel van het FPC.
relaties0 2. De machtiging onbegeleid verlof kan alleen worden verleend indien de voorgaande fase van begeleid verlof goed is verlopen of gemotiveerd is overgeslagen.
relaties0
relaties0
Artikel
10
1. De aanvraag voor een machtiging transmuraal verlof kan een meerdaags verblijf in de samenleving buiten de beveiligde zone van het FPC inhouden.
relaties0 2. De machtiging transmuraal verlof kan alleen worden verleend indien de voorgaande fasen van begeleid en onbegeleid verlof goed zijn verlopen of gemotiveerd zijn overgeslagen.
relaties0
relaties0
Artikel
11
1. De aanvraag voor een machtiging proefverlof houdt in de regel een verblijf geheel buiten de beveiligde zone van het FPC in, waarbij het toezicht op de ter beschikking gestelde wordt uitgeoefend door de reclassering.
relaties0 2. De machtiging proefverlof kan alleen worden verleend indien de voorgaande fasen van begeleid, onbegeleid en transmuraal verlof goed zijn verlopen of gemotiveerd zijn overgeslagen.
relaties0
relaties0 relaties0
Hoofdstuk
4
Begeleid verlof in geval van long stay
Artikel
12
1. Voor de ter beschikking gestelde die geplaatst is in een longstay-voorziening wordt geen machtiging voor verlof verleend, behoudens het bepaalde in het tweede lid en het bepaalde in
artikel 13 en
14.
relaties0 2. Het hoofd FPC kan voor de ter beschikking gestelde, die geplaatst is in een longstay-voorziening en voor wie een laag beveiligingsniveau is vastgesteld, een machtiging begeleid verlof aanvragen.
relaties0 3. De aanvraag voor een machtiging begeleid verlof voor een ter beschikking gestelde die geplaatst is in een longstay-voorziening en voor wie een laag beveiligingsniveau is vastgesteld, bevat naast het bepaalde in
artikel 8, informatie omtrent de aanvaarding door de ter beschikking gestelde van zijn verblijf in een longstay-voorziening.
relaties0 4. Het hoofd FPC kan de ter beschikking gestelde die geplaatst is in een longstay-voorziening en voor wie een laag beveiligingsniveau is vastgesteld, en voor wie een machtiging is verleend, begeleid verlof in groepsverband verlenen na toestemming van de Minister. De Minister geeft slechts toestemming voor bedoeld verlof, indien groepssamenstelling en groepsgrootte geen veiligheidsrisico’s voor de samenleving opleveren. De aanvraag voor begeleid groepsverlof bevat de informatie op basis waarvan bedoelde veiligheidsrisico’s kunnen worden afgewogen.
relaties0 5. De Minister kan aan de in het vorige lid bedoelde verlofverlening aanvullende voorwaarden verbinden.
relaties0
relaties0 relaties0
Hoofdstuk
5
Incidenteel verlof en de machtiging eenmalig begeleid verlof
Artikel
13
1. De aanvraag voor een machtiging tot incidenteel verlof geschiedt schriftelijk en kan worden gedaan indien er omstandigheden zijn in de persoonlijke levenssfeer van de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde, die zijn aanwezigheid op een plaats buiten het FPC, om redenen van humanitaire aard, noodzakelijk maakt.
relaties0 3. In de aanvraag voor een machtiging tot incidenteel verlof geeft het hoofd FPC aan welke beveiliging en begeleiding hij noodzakelijk acht.
relaties0 4. Bij de afweging of een machtiging tot incidenteel verlof wordt verleend, betrekt de Minister de belangen van slachtoffers en hun omgeving, van het door de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde gepleegde delict.
relaties0
relaties0
Artikel
14
1. De aanvraag voor een machtiging voor eenmalig begeleid verlof geschiedt schriftelijk en kan worden gedaan indien er omstandigheden zijn, die de aanwezigheid van de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde op een plaats buiten het FPC noodzakelijk maakt, om redenen die voortvloeien uit de resocialisatie.
relaties0 3. In de aanvraag voor een machtiging eenmalig begeleid verlof geeft het hoofd van het FPC aan welke beveiliging en/of begeleiding hij noodzakelijk acht.
relaties0 4. Bij afweging of een machtiging eenmalig begeleid verlof wordt verleend, betrekt de Minister de belangen van de slachtoffers en/of hun omgeving, van het door betrokkene gepleegde delict.
relaties0
relaties0 relaties0
Hoofdstuk
6
Einde verlof
Artikel
15
1. De machtiging vervalt in de volgende gevallen:
a.wanneer de termijn waarvoor de machtiging is afgegeven is verstreken;
relaties0
b.bij het verlenen van een nieuwe machtiging;
relaties0
c.indien de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde wordt overgeplaatst naar een ander FPC.
relaties0
relaties0 3. De machtiging wordt ingetrokken indien de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde, geen rechtmatig verblijf meer heeft in Nederland.
relaties0
relaties0
Artikel
16
1. Het hoofd FPC trekt het verlof in:
a.in geval de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde zich schuldig maakt aan een ernstige normschending;
relaties0
b.in geval een longstay-indicatie wordt aangevraagd.
relaties0
relaties0 2. In geval van een ernstige normschending beslist de minister schriftelijk na overleg met het hoofd FPC of, en zo ja onder welke voorwaarden, de machtiging wordt gecontinueerd.
relaties0
relaties0
Artikel
17
1. Indien een machtiging is vervallen doordat de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde ten behoeve van wie de machtiging was verleend een strafbaar feit heeft gepleegd waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten wordt gedurende tenminste één jaar geen nieuwe machtiging verleend.
relaties0 2. Indien een machtiging begeleid verlof of onbegeleid verlof zonder overnachtingen is vervallen doordat de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde, ten behoeve van wie de machtiging was verleend, tijdens het verlof langer dan 24 uur ongeoorloofd afwezig is geweest, wordt gedurende tenminste één jaar geen nieuwe machtiging verleend.
relaties0 3. Indien een ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde tijdens begeleid verlof ongeoorloofd afwezig is korter dan 24 uur, trekt de Minister de machtiging in. In dat geval verleent de Minister gedurende tenminste één jaar geen nieuwe machtiging.
relaties0 4. Indien een machtiging onbegeleid verlof met overnachtingen, transmuraal verlof of proefverlof is vervallen doordat de terbeschikkinggestelde of anderszins verpleegde, ten behoeve van wie de machtiging was verleend, tijdens het verlof langer dan 24 uur ongeoorloofd afwezig is geweest, wordt gedurende tenminste één jaar geen nieuwe machtiging verleend, tenzij zwaarwegende persoonlijke omstandigheden zich hiertegen verzetten.
relaties0 5. Indien de Minister de machtiging heeft ingetrokken naar aanleiding van een ongeoorloofde afwezigheid korter dan 24 uur door een ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde tijdens onbegeleid verlof, transmuraal verlof of proefverlof, wordt gedurende tenminste één jaar geen nieuwe machtiging verleend, tenzij zwaarwegende persoonlijke omstandigheden zich hiertegen verzetten.
relaties0 6. Indien in de gevallen vermeld in het vierde en vijfde lid binnen één jaar een nieuwe machtiging wordt aangevraagd, voldoet deze verlofaanvraag aan de vereisten van
artikel 2. De verlofaanvraag bevat daarnaast een nieuwe risicotaxatie, specifieke informatie over de ongeoorloofde afwezigheid en motiveert waarom sprake is van genoemde zwaarwegende persoonlijke omstandigheden.
relaties0 7. Het eerste tot en met vijfde lid zijn niet van toepassing in die gevallen dat een machtiging wordt aangevraagd op grond van
artikel 13 en
14.
relaties0
relaties0 relaties0
Hoofdstuk
7
Overgangsbepaling
Artikel
18
Deze regeling is van toepassing op alle verlofaanvragen die na twee maanden na de inwerkingtreding van deze regeling worden ingediend.
relaties0relaties0
Artikel
19
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Verlofregeling TBS.
relaties0relaties0 relaties0
De
Staatssecretaris
van
Veiligheid en Justitie,
Bijlage
Format verlofaanvragen ten behoeve van ter beschikking gestelden en anderszins verpleegden
Persoons- en aanvraaggegevens
BOX
0
Samenvatting
Beschrijving van de aanvraag ter inleiding, deze bevat tenminste:
•Kernachtige typering van de betrokken ter beschikking gestelde
•Opvallende ontwikkelingen van het afgelopen jaar
•Gepraktiseerde verloven
•Weergave relevante bevindingen uit adviezen en rapportages
•Lange termijn koers, zijnde het resocialisatietraject en het uitstroomdoel
BOX
1
Voorgeschiedenis
1.1:Indexdelict
•Dictum: bewezen verklaarde in het vonnis, plaats en datum indexdelict
•Feitelijke weergave indexdelict
•Vermelding of er sprake is van een maatschappelijk gevoelig delict; uitwerking in box 5a.5
relaties0
1.2:Justitiële gegevens
•Leeftijd eerste politiecontact naar aanleiding van een delict
•Leeftijd eerste veroordeling
•Datum vonnis indexdelict onherroepelijk
•Ingangsdatum huidige maatregel
•Verlengingsuitspraken sinds oplegging huidige maatregel
•Datum voorwaardelijke invrijheidstelling
•Opnamedatum huidige FPC
•Herselectant
relaties0
1.3:Korte biografische schets tot oplegging huidige maatregel
relaties0
1.4:Criminogene ontwikkeling tot oplegging huidige maatregel
relaties0
1.5:Behandelgeschiedenis tot oplegging huidige maatregel
Periode
|
Instantie of instelling of toezichthouder
|
Reden en bijzonderheden
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
relaties0
1.6:Behandelgeschiedenis van oplegging huidige maatregel tot huidige verlofaanvraag
Periode
|
Instelling of toezichthouder
|
Reden en bijzonderheden
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
relaties0
BOX
2
(Delict)diagnostiek
2.1:Diagnostiek
•Beschrijvende diagnose inclusief kernproblematiek, gedestilleerd uit het delictscenario
•Weergave actuele DSM-IV -op termijn DSM-V- classificatie, inclusief datum. Seksuele en verslavingsproblematiek vermelden, ook indien niet langer actueel
•Toelichting eventuele wijzigingen diagnostiek in de afgelopen periode
relaties0
2.2:Delictscenario
•Gedetailleerde weergave gebeurtenissen indexdelict, aanloop en vervolg
•Totstandkoming delictscenario; met of zonder medewerking van de ter beschikking gestelde, door dossierstudie, informatie van derden
relaties0
2.3:Delictgerelateerde criminogene factoren
Soort factor
|
Delictgerelateerde criminogene factor
|
Relatie tot delictgedrag
|
Statische factor
|
|
|
Dynamische factor: chronisch
|
|
|
Dynamische factor: acuut
|
|
|
relaties0
BOX
3
Behandeling
Indien het proefverlof betreft, kan “begeleiding” worden gelezen waar “behandeling” staat vermeld.
3.1:Behandeling per delictgerelateerde criminogene factor
Delictgerelateerde criminogene factor uit box 2.3
|
Behandeloverweging en doel
|
Interventie met periode
|
Resultaat en respons
|
1.
|
|
|
|
2.
|
|
|
|
3.
|
|
|
|
relaties0
3.2:Behandelverloop huidige FPC
•Beschrijving verblijf en verloop van de behandeling in huidige FPC met nadruk op het afgelopen jaar, mate van commitment, overeenstemming over de behandeling en het gedrag van de ter beschikking gestelde
•korte beschrijving van de huidige afdeling of voorziening en het afdelingsmilieu
•Medicatiebeleid inclusief geschiedenis binnen huidige FPC, actuele dosering en medicatiebereidheid. Somatische medicatie louter in geval van longstayaanvragen.
•Indien sprake van een zedendelict, overweging al dan niet inzetten libidoremmende medicatie
•Indien is afgeweken van het behandelprotocol, weergave overweging
•Indien deze box onderdeel uitmaakt van een verlengingsadvies of een aanvraag longstayplaatsing: aandacht voor (vroeg)signalering of terugvalpreventie
relaties0
3.3:Incidenten
•Opsomming incidenten in het afgelopen jaar met datum en bijbehorende interventie
•Opsomming strafrechtelijke uitspraken, niet zijnde verlengingsuitspraken, tijdens de lopende maatregel met datum en bijbehorende interventie
relaties0
BOX
4
Risicotaxatie en risicomanagement
4.1:Beknopte weergave ingevulde risicotaxatie-instrumenten
•Weergave van de conclusies gebruikte risicotaxatie-instrumenten zoals de op de datum van afname meest recente versie van de HCR, HKT, SVR en datum afname niet ouder dan een jaar, gerekend vanaf de datum van de verlofaanvraag
•Opsomming 9 meest voorspellende factoren die ten grondslag liggen aan conclusie HKT, zijnde alcoholgebruik, softdruggebruik, harddruggebruik, attitude ten opzichte van de behandeling, copingvaardigheden, impulsiviteit, vijandigheid, overtreding voorwaarden, sociale en relationele vaardigheden.
•Vermelding PCL-R score en datum afname, indien sprake van een score boven cut-off, zijnde 26, korte beschrijving factoren
•Vermelding of consensus is bereikt
relaties0
4.2:Weging en interpretatie van delictgerelateerde criminogene en actuele beschermende factoren met het oog op ernstige recidive, schadekansen en risico op ongeoorloofde afwezigheid
relaties0
4.3:Recidiverisico, inclusief schadekansen, en risico op ongeoorloofde afwezigheid
Bondig gemotiveerd consensusoordeel in termen van laag, matig of hoog over:
•Recidiverisico in relatie tot aangevraagd verlof
•Recidiverisico in geval van beëindiging toezicht of maatregel
•Risico op ongeoorloofde afwezigheid
relaties0
BOX
5
Aanvraag verlofmodaliteit en (proef)verlofplan
Indien evaluatie proefverlof: in deze box alleen 5.1, 5.2, 5.3, en 5.7 invullen
5.1:Verlofmodaliteit en de datum akkoord interne verloftoetsingscommissie
•Verlofmodaliteit, zijnde het aangevraagde verlof en de grenzen van de machtiging
•Datum akkoord door interne verloftoetsingscommissie
•Indien aanwezig: twijfelpunten interne verloftoetsingscommissie
relaties0
5.2:(proef)Verlofplan: plaats van het verlof in de behandeling en verlofdoelen
relaties0
5.3:(proef)Verlofplan: verlofgerelateerd risicomanagement, waaronder verlofvoorwaarden
•Opsomming verlofvoorwaarden ter borging van de controle op statische en dynamische delictgerelateerde criminogene factoren
•Toelichting verlofvoorwaarden en eventueel overig verlofgerelateerd risicomanagement
•Beschrijving hoe vluchtgevaar onder controle wordt gehouden
relaties0
5.4:(proef)Verlofplan: stappenplan
•Stappenplan: op de persoon toegesneden overzicht van verlofbestemmingen en middelen in een volgtijdelijke volgorde
•Koppeling van deze verlofbestemmingen en middelen aan het risicomanagement per stap
•(vroeg)Signaleringsplan en terugvalpreventieplan, ook indien het stappenplan doorlopen is
relaties0
5.5:Koers en prognose
•Koers: het resocialisatietraject en het uitstroomdoel
•Korte beschrijving van de eventueel beoogde afdeling of voorziening en het afdelingsmilieu
•Prognose met tenminste het tijdspad en de verwachting van FPC ten aanzien van gekozen koers
relaties0
5.6:Relatie met multidisciplinaire rapportages
relaties0
5.7:Verloop eerder verlof
•Verlofhistorie: eerdere verlofmachtigingen met datum
•Bijzonderheden, zoals opschorting of intrekking van het verlof door het hoofd van de inrichting, of intrekken door de Minister of vervallen van de verlofmachtiging
•Beschrijving verloop verlof gedurende rapportageperiode. Indien evaluatie proefverlof: beschouwing FPC en toezichthouder
•Weergave status verlof in stappenplan
relaties0
BOX
5a
Slachtofferonderzoek en maatschappelijke gevoeligheid
5a.1:Relatie tot het slachtoffer
•Relatie tot het slachtoffer ten tijde van het indexdelict
•Relatie tot het slachtoffer in de huidige situatie, indien van toepassing
relaties0
5a.2:Confrontatie en geografie
•Inschatting van de kans op confrontatie in termen van laag, matig of hoog. Met aandacht voor:
•Inschatting van gevoeligheden en risico’s. Met aandacht voor:
relaties0
5a.3:Slachtofferschuld
•Hoogte slachtofferschuld
•Soort getroffen betalingsregeling
•Beschrijving of deze regeling volgens afspraak wordt of is uitgevoerd
•Afspraken met het Centraal Justitieel Incassobureau of Slachtofferhulp Nederland
relaties0
5a.6:Slotsom
Afwegingen in het slachtofferonderzoek en de maatschappelijke gevoeligheid
•Indien kans op confrontatie: gemotiveerde afweging door het FPC tussen het belang van het slachtoffer en het belang van de ter beschikking gestelde, met inachtneming van de ernst van het delict, vermijdbare confrontaties, onnodige belemmeringen in de resocialisatie en de maatschappelijke gevoeligheid
•Omschrijving van het gevolg voor het risicomanagement en resocialisatietraject: de afweging, volgend uit het slachtofferonderzoek en de maatschappelijke gevoeligheid, kan al dan niet leiden tot aanvullende verlofvoorwaarden zoals een gebiedsverbod of contactverbod. Deze worden toegevoegd aan box 5.3
relaties0
BOX
8
Houding ter beschikking gestelde
8.1:Houding van de ter beschikking gestelde ten aanzien van het indexdelict
relaties0
8.2:Houding van de ter beschikking gestelde ten aanzien van het slachtoffer
Mate van het nemen van verantwoordelijkheid jegens het slachtoffer
relaties0
8.3:Reactie van ter beschikking gestelde bij bespreken onderliggende rapportage
Mate van overeenstemming over onderliggende rapportage en in het bijzonder de voorgestelde afspraken en gestelde voorwaarden
relaties0
8.4:Overeenstemming over het te volgen traject
Beschrijving in hoeverre sprake is van overeenstemming over de koers en prognose
relaties0
Bijlage
2
: overzicht van voorgestelde wijzigingen1
Box
0
Samenvatting (nieuw)
Toegevoegd:
Box
1
Voorgeschiedenis
Toegevoegd:
–Een beknopte, feitelijke weergave van het indexdelict
–Voor de biografische schets, de criminogene ontwikkeling en de behandelhistorie wordt onderscheid gemaakt tussen het gedeelte tot aan oplegging van de huidige maatregel en het gedeelte tijdens de huidige maatregel.
–Beschermende factoren in de voorgeschiedenis.
Verplaatst:
–De biografische schets is uit box 2 naar box 1 verplaatst.
–De biografische schets en de criminogene ontwikkeling tijdens de huidige maatregel staan in box 3.
–De slachtofferinformatie is gecentraliseerd in box 5a (slachtofferbox).
–Het feitelijk genoten verlof is verplaatst naar box 5.
Box
2
(delict)Diagnostiek
Toegevoegd:
Verplaatst:
Box
3
Behandeling
Toegevoegd:
–Structurering van de behandeling per delictgerelateerde factor.
–Expliciete weergave overwegingen betreffende libidoremmende medicatie.
–Het behandelverloop wordt alleen in het huidige FPC beschreven. Relevante zaken in de voorgeschiedenis blijken uit box 1.
–Motivering indien afgeweken van het behandelprotocol.
–Beschrijving van het afdelingsmilieu
Verplaatst:
Box
4
Risicotaxatie en Risicomanagement
Toegevoegd:
–Er wordt expliciet gevraagd naar een consensusoordeel.
–Actuele beschermende factoren, gezien recente onderzoeksresultaten krijgen deze meer aandacht.
Verplaatst:
–De uitwerking van de details van de risicotaxatie (opsomming 9-items) is overgeheveld naar de handleiding.
–De resultaten van het slachtofferonderzoek (de kans op confrontatie met het slachtoffer, de mogelijke schadevergoeding aan het slachtoffer en de geografische afweging) zijn verplaatst naar box 5a (slachtofferbox).
–De invoelbaarheid van de ter beschikking gestelde jegens het slachtoffer is verplaatst naar box 8 (houding ter beschikking gestelde).
Box
5
aanvraag verlofmodaliteit en (proef)verlofplan
Toegevoegd:
–Twijfelpunten van de interne verloftoetsingscommissie
–Koppeling tussen box 5 en box 2 en 3 door het risicomanagement te koppelen aan de delictgerelateerde criminogene factoren.
–Koers en prognose. Het resocialisatietraject en het uitstroomdoel worden expliciet beschreven, met inbegrip van het afdelingsmilieu van het uitstroomdoel.
–Expliciete reactie op de bevindingen van de MD-rapporteurs.
–Verlofhistorie met data van de verleende machtigingen.
–Naast het feitelijk verloop van het verlof worden ook bijzonderheden, zoals opschortingen, tijdens het verlopen verlof gemeld.
Verplaatst:
–VTC datum uit box 8 naar box 5
–Signaleringsplan en op de persoon toegesneden stappenplan voor de opbouw van een verlof worden altijd gevraagd, in plaats van optioneel of in de bijlagen.
Overig:
Bij een evaluatie proefverlof zijn niet alle boxen relevant. In het huidige format vult de kliniek de boxen 3a, 4a en 5a in. In het nieuwe format kunnen box 3 en 4 worden toegepast op de evaluatie proefverlof. Voor box 5 geldt dat alleen 5.1, 5.2, 5.3 en 5.7 ingevuld dienen te worden. Het stappenplan, de koers en prognose en de MD-rapportages vallen daarmee weg. In de meeste gevallen zullen deze niet afwijken van eerdere aanvragen of bevindingen.
Box
5a2
Slachtofferonderzoek en maatschappelijke gevoeligheid (nieuw)
Toegevoegd:
–De box is nieuw geplaatst in het verlofformat en bevat alle informatie omtrent het slachtofferonderzoek en de belangen van het slachtoffer.
–Er wordt een transparante weergave van de resultaten en overwegingen van het slachtofferonderzoek gevraagd.
–De inhoud van de box is conform de 7 vragen die in elk slachtofferonderzoek terug moeten komen, zoals deze zijn geadviseerd door de werkgroep ‘TBS en Slachtoffers van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Deze vragen uit zeer uitgebreid uitgewerkt in de handleiding.
–Politieke en maatschappelijke gevoeligheid zijn opgenomen.
Box
83
Houding ter beschikking gestelde
Toegevoegd:
–Houding ter beschikking gestelde ten aanzien van het indexdelict (mate van erkenning en het nemen van verantwoordelijkheid voor het delict).
–Houding ter beschikking gestelde ten aanzien van de onderliggende rapportage en het voorgestelde traject, kortom staat de ter beschikking gestelde achter de afspraken en het resocialisatietraject?
relaties0
Bijlage
3
: huidig format verlofaanvragen, zoals opgenomen in de Verlofregeling TBS van 24 december 2010
Format bij de ministeriële regeling Verloftoetsing tbs
[naam FPC]
[datum]
kenmerk:
Mits-nummer:
Hierbij zenden wij u [de aanmelding]/[de aanvraag]/[het advies] met bijlagen ten behoeve van [naam patiënt], geboren [datum] te [plaats]
Box
1
Persoonsgegevens en voorgeschiedenis
1.1.
Voorgeschiedenis en Persoonsgegevens
•Naam, voornaam
•Geboortedatum
•Geboorteplaats
•Nationaliteit
•Sekse
•Datum ingang TBS/eerdere TBS opleggingen/TBS verlengingen sinds lopende TBS
•V.I. datum
•Datum opname in aanvragende FPC
•Eerdere opnames: instelling(en) en datum(s)
•Herselectant: ja/nee
relaties0
1.2.
Strafrechterlijk verloop/Delictgeschiedenis
•Opgelegde straf
•Aard van het delict
•Plaats en datum delict
•Relatie tot slachtoffer(s)
•Eerdere delicten, maatregelen, schending voorwaarden (met gevolgen voor vrijhedenbeleid), straffen
•Leeftijd 1e delict en 1e veroordeling
•Gerechtelijke uitspraken tijdens lopende TBS (niet zijnde regulier verlengingsuitspraken)
•Indien sprake is van bijzondere maatschappelijke en politieke gevoeligheid.
relaties0
1.3.
Behandelhistorie
•Aantal TBS-klinieken en eventuele eerdere behandeling (GGZ)
•Behandelduur per TBS-kliniek en duur eventuele eerdere behandeling
•Is er, indien van toepassing, een regeling getroffen met betrekking tot schadevergoeding aan slachtoffers voordat het verlof wordt ingezet
•Feitelijk genoten verlof afgelopen jaren, qua verloop algemeen
•Eventueel huidige verlof qua aard, frequentie en continuïteit
relaties0
Box
2
Delictdiagnostiek
2.1.
(delict)diagnostiek
•Kernproblematiek en actuele DSM-IV-TR classificatie As I t/m V
•Delictgerelateerde factoren in de diagnostiek
•Feitelijke delictbeschrijving (delictscenario) en samenvattende delictanalyse (verklaring delictgedrag) en delictanalyse procedure.
•Explicitering van eventuele verslavingsproblematiek en/of seksuele problematiek
•Relevante biografische gegevens
•Attitude ten opzichte van de behandeling4
relaties0
Box
3
Behandelverloop tot de aanvraag
3.1.
Verloop behandeling tot aanvraag. Behandelinterventies en respons voor zover relevant voor het recidive risico en de verlofverlening (dus redengevend voor TBS, al dan niet op hoofdlijnen)
•Hoofddoelen behandelplan met evaluatie termijn
•Somatische behandeling/organisch onderzoek
•Sociotherapie/milieutherapie/leefgroep
•Psychotherapieën individueel, zowel op syndroom- als op delictniveau
•Psychotherapieën groep
•Therapieën overig (trainingen, Liberman modules etc)
•Gezin-/systeemtherapieën
•Verslavingstherapieën (individueel/groep)
•Signalerings- of terugvalpreventieplan; dit plan wordt met de verlofaanvraag meegestuurd.
relaties0
3.2.
Farmacotherapie
•op dimensie psychotische decompensatie (anti psychotica)
•op dimensie stemming, depressie, angst (stemmingsstabilisatoren)
•op dimensie impulscontrole, hyperactiviteit, agressie, labiliteit
•op dimensie seksuele component (hormonale libidoremmers)
•op dimensie middelenafhankelijkheid/verslaving
•op dimensie somatische aandoeningen
•medicatie bereidheid patiënt
•soort medicatie en dosering
relaties0
3.3.
Incidenten
5
•Iedere volgende aanvraag beschrijft de incidenten vanaf de periode vanaf de vorige aanvraag of evaluatie van de voorgaande verlofmodaliteit.
•Ernstige misdragingen en/of (verdenking op) delicten in of buiten de kliniek
•Ongeoorloofde afwezigheid
•Uitbraakpogingen/ontvluchtingen/onttrekkingen
•Middelengebruik
relaties0
Box
3a
Behandelverloop bij evaluatie proefverlof
3a.1.
Verloop begeleiding tot aan de aanvraag.
•Hoofddoelen van de begeleiding
•Huidige situatie algemeen
•Huisvesting
•Financiële situatie
•Netwerk
•Dagbesteding en opleidingen
•Vrije tijdsbesteding
•Contacten met de kliniek
relaties0
Box
4
Risicotaxatie en risicomanagement
4.1.
Risicoanalyse
•Actuele risicotaxatie (HCR-20/SVR-20/HKT-30/PCL-R)
•Specificeren op delict (gedrag). Risico in termen van kans, aard, ernst en frequentie in aanlooptijd en context (volgen van handleidingen van desbetreffende instrumenten)
•De risicotaxatie wordt uitgevoerd op basis van wetenschappelijk onderbouwde instrumenten (zoals HCR-20, HKT-30, SVR-20 en PCL-R als onderdeel van de instrumenten). Van groot belang is een multidisciplinaire consensus over de interpretatie en weging. Daarnaast wordt nog afzonderlijk aandacht besteed aan de volgende combinatie van risicoverhogende items, indien aan de orde: impulsiviteit, middelengebruik, attitude ten opzichte van de behandeling, vijandigheid, overtreden van voorwaarden, sociale vaardigheden, copingvaardigheden.
•De handleidingen van de betreffende instrumenten worden gevolgd. Dit betekent onder meer dat de afzonderlijke items in hun onderlinge dynamiek worden beoordeeld. In de aanvraag wordt toegelicht hoe het risico via een risicomanagementplan tot een aanvaardbaar niveau wordt teruggebracht.
•Bij een hoge mate van psychopathie (een score van 26 of hoger op de PCL-R) wordt tevens een beschrijving van de onderliggende factoren aangegeven in een beschrijvend profiel.
•Wanneer de waarnemingen op basis van de verschillende analysemethodes niet of onvoldoende overeenkomen, dient deze inconsistentie worden verklaard.
•Uitkomsten risicotaxatie in relatie tot het aangevraagde verlof
•Datum risicotaxatie
relaties0
4.2.
Risicomanagement
•Korte omschrijving van het risicomanagement met inbegrip van de beschermende factoren
•Controle op dynamische risicofactoren. Extra aandacht voor risicomanagement bij risicovolle combinaties van factoren (impulsiviteit, middelenmisbruik, seksuele deviatie en psychopathie)
•Kans op confrontatie met slachtoffer of nabestaanden
•Slachtofferonderzoek/betalingsregeling slachtofferschuld
•Is er, indien van toepassing, een regeling getroffen m.b.t. schadevergoeding aan slachtoffers voordat het verlof wordt ingezet
•Het advies te verhuizen/elders te re-integreren bij zeer ernstige delicten, mede vanuit het oogpunt van zwaarwegende slachtofferbelangen.
•Invoelbaarheid ervaring en positieslachtoffer
relaties0
4.3.
Recidivegevaar
•Uitkomsten risicotaxatie in relatie tot het aangevraagde verlof
•Vluchtgevaar in relatie tot het aangevraagde verlof
•Prognose met betrekking tot de duur van het benodigde risicomanagement
•Recidive gevaar t.a.v. het TBS indexdelict.
relaties0
Box
4a
Risicotaxatie en risicomanagement bij evaluatie proefverlof
4a.1.
Algemene dynamische risicofactoren (indien van toepassing) en beloop risicomanagement
•Hierbij wordt gekeken naar:
•
alcoholgebruik
•
softdruggebruik
•
harddrugsgebruik
•
attitude t.o.v. behandeling/begeleiding
•
copingvaardigheden
•
vijandigheid
•
impulsiviteit
•
overtreding voorwaarden
•
sociale en relationele vaardigheden
relaties0
4a.2.
Specifieke/overige dynamische risicofactoren en beloop risicomanagement
relaties0
4a.3.
Slachtoffergerichte voorwaarden
•Slachtofferonderzoek/betalingsregeling slachtofferschuld
•Kans op confrontatie met slachtoffer of nabestaanden
•Het advies te verhuizen/elders te re-integreren bij zeer ernstige delicten, mede vanuit het oogpunt van zwaarwegende slachtofferbelangen.
relaties0
Box
5
Verlofplan
5.1.
Verlofplan
Op [datum] heeft het (wnd.) hoofd van het FPC op advies van de multidisciplinaire vergadering
(advies uitgebracht d.d) ingestemd met het verlofvoorstel van [naam patiënt].
•Aangevraagde verlofvorm
•Plaats van verlof in behandeling c.q. verlofdoelen in termen van behandeldoelen
•Stappenplan
•Verlofvoorwaarden
•Relatie tot de uitgebrachte MD rapportages
•Verloop van eventueel eerder verlof
relaties0
Box
5a
Beschouwing FPC bij evaluatie proefverlof
Verlofplan
Op [datum] heeft het (wnd.) hoofd van het FPC op advies van de multidisciplinaire vergadering (advies uitgebracht d.d) ingestemd met het verlofvoorstel van [naam patiënt].
•Relatie tot de uitgebrachte MD rapportages
•Risico-inschatting van de reclassering per opgenomen voorwaarde
•Bevindingen van het FPC
•Conclusie van het FPC over de evaluatie en de voortzetting van het proefverlof op basis van het bovenstaande en mede gelet op de risicotaxatie in het kader van het recentste verlengingsadvies
Box
8
Samenvatting van de verlofaanvraag
8.3.
Meegestuurde bijlagen door FPC:
relaties0
Box
8a
Bijlage evaluatie proefverlof
Meegestuurde bijlagen door FPC:
relaties0
Beschrijving
Regeling van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 24 december 2010, nr. 5679537/10/DJI, houdende regels over de verlening van een machtiging tot verlof aan het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden (Verlofregeling TBS)20102159731-12-201024-12-20105679537/10/DJI20102159731-12-201024-12-20105679537/10/DJI02-01-2011
Informatietype en toegang
- Informatietype
- Wet- en regelgeving (NL)
- Documentsoort
- Ministeriële regeling
- Toegangsrechten
- Intern
Identificatie, datum en versie
- Identificatie
- PUC_90659_21
- Versie
- 20171001
- Datum beschikbaarheid
- 01-10-2017
- Publicatiedatum
- 01-10-2017
-
Geldigheid van
- 01-10-2017
-
tot en met
- 05-07-2018
- Wijzigingsdatum
- 12-07-2018
Versie informatie document
Publicatie op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming:
Huidige versie: 20171001
Datum beschikbaarheid huidige versie: 01-10-2017 (vanaf dit moment beschikbaar op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming)
Datum document:
Publicatiedatum: 01-10-2017