Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/2608/TR, 29 januari 2014, beroep
Uitspraakdatum:29-01-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/2608/TR

betreft: [klager] datum: 27 januari 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.C. de Goeij, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 2 augustus 2013 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 3 december 2013, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.C. de Goeij, en namens de Staatssecretaris, [...], werkzaam bij de Dienst
Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Voorts is ter zitting gehoord [...], directeur zorg van de Van der Hoevenkliniek.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft de machtiging tot het verlenen van transmuraal verlof ingetrokken.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 30 augustus 1994 veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar en ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager verblijft
sinds 14 januari 2008 in de Van der Hoevenkliniek. Op 4 december 2012 is door de Staatssecretaris machtiging verleend tot het verlenen van transmuraal verlof. De Staatssecretaris heeft op 2 augustus 2013 beslist de machtiging met ingang van 3 maart
2013
in te trekken.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
In de bestreden beslissing is volstrekt geen rekening gehouden met klagers zwaarwegende persoonlijke omstandigheden die het noodzakelijk maken het verlof te continueren.
Klager erkent dat hij in de periode van 1 t/m 2 maart 2013 speed heeft gebruikt. Klagers telefoonbatterij was helemaal leeg en hij kon op 1 maart 2013 niet naar de inrichting bellen.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Volgens informatie van de Van der Hoevenkliniek is klager van 2 tot 3 maart 2013 (de beroepscommissie begrijpt: van 1 tot 2 maart 2013) langdurig, mogelijk bijna 24 uur, ongeoorloofd afwezig geweest. Hij heeft tijdens zijn afwezigheid alcohol en
speed
gebruikt. Klager heeft de Van der Hoevenkliniek foutief ingelicht door telefonisch te melden dat hij de bewuste vrijdagmiddag bij zijn zus aangekomen was; daarna was klager lange tijd telefonisch niet bereikbaar. Naderhand zijn op klagers telefoon
ongeoorloofde afbeeldingen aangetroffen. Klager heeft in strijd gehandeld met de verlofvoorwaarden en er was voldoende reden om de machtiging in te trekken.
In artikel 17, vierde lid, van de Verlofregeling TBS is bepaald dat dan gedurende tenminste één jaar geen nieuwe verlofmachtiging wordt verleend, tenzij zwaarwegende persoonlijke omstandigheden zich hiertegen verzetten.
Nadat een tbs-inrichting verlof van een verpleegde heeft ingetrokken en een Melding Bijzonder Voorval heeft ingediend bij het Ministerie, wordt de kliniek een nadere reactie gevraagd. Pas na de beslissing tot intrekking van de verlofmachtiging kan de
tbs-kliniek gemotiveerd aangeven waarom klagers verlof eerder dan binnen één jaar moet worden hervat; daarbij dienen zwaarwegende persoonlijke omstandigheden te worden aangevoerd. In het onderhavige geval is de brief van de inrichting van 26 juli 2013
niet beschouwd als een verzoek tot hervatting van klagers verlof binnen één jaar, omdat die was gezonden voordat de beslissing tot intrekking van de machtiging was genomen. De Staatsecretaris legt bij een verzoek tot hervatting van een verlof binnen
één
jaar na de intrekking van de machtiging een zware toets aan en dit wordt per geval bekeken. De Staatsecretaris heeft van die uitzonderingsmogelijkheid, de hardheidsclausule, tot nu toe geen gebruik gemaakt. Dit betekent niet dat een dergelijk verzoek
nooit gehonoreerd wordt. Het komt wel voor dat de machtiging voor een bepaald soort verlof wordt ingetrokken en dat binnen één jaar een machtiging voor een ander soort verlof, na een daartoe strekkend verzoek, wordt toegekend.

[...] heeft de volgende toelichting gegeven.
Het hoofd van de Van der Hoevenkliniek heeft na klagers terugkomst in de inrichting het transmuraal verlof ingetrokken en op 4 maart 2013 is een Melding Bijzonder Voorval aan het Ministerie gezonden. Op 26 juli 2013 heeft de Van der Hoevenkliniek een
nieuwe aanvraag transmuraal verlof voor klager ingediend. Dit heeft tijd gekost, want er dient een nieuw behandelplan te worden opgesteld. De inrichting had niet verwacht dat het verzoek van 26 juli 2013 zou worden afgewezen. Volgens artikel 17, vierde
lid, van de Verlofregeling TBS gaat het om zwaarwegende persoonlijke omstandigheden, maar het is de inrichting in het geheel niet duidelijk wat daaronder precies moet worden verstaan.

4. De beoordeling
Namens klager is verzocht [...] forensisch netwerkbegeleider en verlofbegeleider van klager als deskundige ter zitting te horen. De beroepscommissie acht zich echter voldoende voorgelicht door de inhoud van de stukken en hetgeen tijdens de mondelinge
behandeling naar voren is gebracht. Het verzoek [...] te horen wordt daarom afgewezen.

Op grond van artikel 53, derde lid, Rvt kan de Staatssecretaris een verlofmachtiging bij overtreding van de verlofvoorwaarden intrekken.
Krachtens artikel 17, vierde lid, Verlofregeling TBS (Stcrt. 2010, nr. 21597, 31 december 2010) wordt, ingeval van intrekking van de machtiging transmuraal verlof naar aanleiding van ongeoorloofde afwezigheid korter dan 24 uur, gedurende tenminste één
jaar geen nieuwe verlofmachtiging verleend, tenzij zwaarwegende persoonlijke omstandigheden zich daartegen verzetten.

In beroep is uitsluitend de beslissing van de Staatssecretaris tot intrekking van klagers verlofmachtiging wegens overtreding van verlofvoorwaarden door klager aan de orde en niet tevens de vraag of sprake is van zwaarwegende persoonlijke
omstandigheden
zoals bedoeld in artikel 17, vierde lid, Verlofregeling TBS.
De beroepscommissie dient op grond van artikel 69, vijfde lid, Bvt in verbinding met artikel 66, tweede lid, Bvt in beroep te beoordelen of deze beslissing in strijd is met de wet dan wel onredelijk of onbillijk is. Daarbij moet naar haar oordeel de
ernst van de overtreding van de verlofvoorwaarden (nog) zorgvuldiger dan voorheen worden afgewogen tegen het belang van klager bij voortzetting van het verlof, dat in verband met de verstrekkende consequentie dat (tenminste) een jaar lang geen
verlofmachtiging wordt verleend, door de intrekkingsbeslissing onmogelijk wordt gemaakt. Daarbij geldt dat ook de samenleving belang heeft bij het niet verstoren van een (op zichzelf) goed lopende resocialisatie.

Vaststaat dat klager van vrijdag 1 tot zaterdag 2 maart 2013 ongeoorloofd afwezig is geweest. Klager heeft de Van der Hoevenkliniek foutief in strijd met de waarheid medegedeeld dat hij die bewuste vrijdagmiddag bij zijn zus in [...] aangekomen was.
Voorts was klager lange tijd telefonisch niet bereikbaar en heeft hij speed gebruikt. Op 2 maart 2013 heeft klager de Van der Hoevenkliniek laten weten dat hij zou terugkeren naar de inrichting. De politie was inmiddels op de hoogte gesteld van klagers
onttrekking en klager is op 2 maart 2013 in [...] aangehouden en door de politie teruggebracht naar de Van der Hoevenkliniek. Uit een afgenomen blaastest bleek dat klager alcohol had gedronken.
Gelet hierop kan de beslissing tot intrekking van de machtiging tot het verlenen van transmuraal verlof, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard.

Ten overvloede overweegt de beroepscommissie het volgende.
Ter zitting is gebleken dat de Staatssecretaris nog nooit een verzoek tot hervatting van het verlof binnen één jaar na intrekking van de machtiging op grond van zwaarwegende persoonlijke omstandigheden heeft ingewilligd. Mede om die reden is
onduidelijk
wat onder “zwaarwegende persoonlijke omstandigheden” als bedoeld in artikel 17, vierde lid, Verlofregeling TBS moet worden verstaan. Naar het oordeel van de beroepscommissie verdient het aanbeveling dat de Staatssecretaris opheldering verschaft over de
reikwijdte van dat criterium, in het bijzonder voor wat betreft de vraag of relevante behandelinhoudelijke argumenten toereikend kunnen zijn om te voldoen aan dat criterium of dat tevens andere, en zo ja welke, argumenten door de kliniek naar voren
moeten worden gebracht.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 29 januari 2014

secretaris voorzitter

Naar boven