nummer: 16/2166/TR
betreft: [klager] datum: 12 oktober 2016
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. F.E. van der Zee namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een vermeende beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris, inhoudende de intrekking van de machtiging transmuraal verlof,
alsmede van de overige stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager en zijn raadsvrouw mr. F.E. van der Zee om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De beoordeling
Op 28 september 2015 is aan FPC Oostvaarderskliniek een machtiging voor het verlenen van transmuraal verlof aan klager afgegeven. Volgens de melding bijzonder voorval van 13 april 2016 heeft klager op 11 april 2016 last van toenemende spanning, vooral
in de richting van een medebewoonster, bedreigt hij haar, scheldt hij tevens een andere bewoner uit en brengt hij vervolgens vernielingen aan in zijn appartement in het klooster waar hij zijn transmuraal verlof doorbrengt. Het klooster heeft ter zake
daarvan aangifte gedaan. Als gevolg hiervan is klager teruggeplaatst naar FPC Oostvaarderskliniek.
De Staatssecretaris heeft geen beslissing tot intrekking van de verlofmachtiging genomen.
Nu klager verdacht wordt van het plegen van strafbare feiten waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, is, gelet op artikel 53, tweede lid, onder 2, Reglement verpleging ter beschikking gestelden en artikel 15, eerste lid, onder d, Verlofregeling
TBS, de ten aanzien van klager afgegeven verlofmachtiging van rechtswege vervallen.
Tegen het van rechtswege vervallen van een verlofmachtiging staat thans op grond van artikel 69 Bvt en volgens de huidige jurisprudentie (onder meer RSJ, 7 augustus 2009, 09/866/TR en RSJ 7 december 2015, 15/2671/TR) geen beroep open. Klager kan daarom
niet in het beroep worden ontvangen.
2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en mr. drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 12 oktober 2016.
secretaris voorzitter