Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 16/3867/TR, 13 februari 2017, beroep
Uitspraakdatum:13-02-2017

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 16/3867/TR

betreft: [klager] datum: 13 februari 2017

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een vermeende beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft de machtiging tot het verlenen van transmuraal verlof ingetrokken.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak van 17 februari 1997 veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek, en ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. De tenuitvoerlegging van de
terbeschikkingstelling is aangevangen op 1 februari 1998. Vanaf 2005 komt klager in aanmerking voor verschillende vormen van verlof (begeleid verlof, onbegeleid verlof en transmuraal verlof). Op 13 april 2015 verleent de Staatssecretaris aan het hoofd
van de Van der Hoeven Kliniek (verder: het hoofd van de inrichting) machtiging voor transmuraal verlof voor de duur van één jaar, tot en met 12 april 2016. Na een incident op 6 januari 2016 wordt klagers transmuraal verlof door het hoofd van de
inrichting ingetrokken. Op 14 maart 2016 verleent de Staatssecretaris wederom machtiging voor (hervatting van het) transmuraal verlof voor de duur van één jaar tot en met 13 maart 2017. Als in mei 2016 meer bekend wordt over de omstandigheden rondom
het
incident van 6 januari 2016, besluit het hoofd van de inrichting op 25 mei 2016 tot intrekking van het transmuraal verlof. Het hiertegen door klager ingediende beklag wordt op 19 juli 2016 door de beklagcommissie ongegrond verklaard. Het hiertegen
ingestelde beroep wordt eveneens ongegrond verklaard (RSJ 15 november 2016, 16/2549/TA). Op 20 oktober 2016 verzoekt het hoofd van de inrichting het ministerie om begeleid verlof, waarmee een gefaseerde hervatting van de verlofmogelijkheden kan worden
ingezet. Op 14 november 2016 verleent de Staatssecretaris aan het hoofd van de inrichting machtiging voor begeleid verlof voor de duur van één jaar tot en met 13 november 2017.

3. De standpunten
Namens klager is het beroep – voor zover hier van belang - als volgt toegelicht. Het hoofd behandeling heeft klager medegedeeld dat zijn transmuraal verlof is ingetrokken, waarna klager beroep heeft ingesteld. In de uitspraak van 15 november 2016 heeft
de beroepscommissie overwogen dat het wenselijk is dat het transmuraal verlof zo snel mogelijk wordt hervat. Gelet op artikel 16, tweede lid, van de Verlofregeling TBS mocht van de Staatssecretaris een beslissing worden verwacht de machtiging voor
transmuraal verlof in te trekken of te continueren. Op het moment dat klager wordt medegedeeld dat toestemming is verkregen voor begeleid en onbegeleid verlof mocht hij erop vertrouwen dat de Staatssecretaris tevens had besloten de machtiging voor
transmuraal verlof in te trekken. Gelet op het vertrouwensbeginsel is klager ontvankelijk in zijn beroep.
Voor klager is inmiddels duidelijk dat hij verkeerd is ingelicht en dat er geen intrekking heeft plaatsgevonden.

Namens de Staatssecretaris is omtrent de ontvankelijkheid van het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht. Klager kan om verscheidene redenen niet in zijn beroep worden ontvangen. De intrekking van het transmuraal verlof is een beslissing van
het hoofd van de inrichting op grond van artikel 16, eerste lid, onder a van de Verlofregeling TBS. Hiertegen staat geen rechtstreeks beroep open bij de beroepscommissie. Bovendien is het beroep te laat ingediend. De intrekking dateert van mei 2016. De
beslissing van 14 november 2016 is een beslissing op een nieuwe verlofaanvraag voor onbegeleid verlof en is geen beslissing ten aanzien van de intrekking van de verlofmachtiging.

4. De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat de Staatssecretaris geen beslissing tot intrekking van de machtiging voor transmuraal verlof heeft genomen. De machtiging voor transmuraal verlof van 14 maart 2016 was geldig tot en met 13 maart 2017. Op 14 november
2016 verleent de Staatssecretaris een nieuwe machtiging voor onbegeleid verlof.
Gelet op artikel 15, eerste lid, aanhef en onder b, van de Verlofregeling TBS is met de verlening van de nieuwe machtiging de machtiging voor transmuraal verlof komen te vervallen.

Tegen het van rechtswege vervallen van een verlofmachtiging staat geen beroep op grond van artikel 69 van de Bvt open. Klager kan daarom niet in zijn beroep worden ontvangen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en mr.drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van
mr. R. Kokee, secretaris, op 13 februari 2017

secretaris voorzitter

Naar boven