Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0903/TR, 25 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:25-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/903/TR

betreft: [klager] datum: 25 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 2 maart 2012 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 juli 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. H.J. Pellinkhof, en namens de Staatssecretaris, [...], werkzaam bij de Dienst Justitiële
Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft de machtiging tot het verlenen van proefverlof aan klager ingetrokken.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar, met aftrek, en ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klager is op 2 november 1998 geplaatst in Hoeve
Boschoord. Op 5 januari 2012 heeft de Staatssecretaris een machtiging proefverlof verleend tot en met 4 januari 2013. Op 8 januari 2012 was klager ongeoorloofd afwezig. Bij beslissing van 2 maart 2012 heeft de Staatssecretaris de machtiging proefverlof
ingetrokken.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is in de periode van 8 januari 2012 tot en met 9 januari 2012 gedurende 23 uur ongeoorloofd afwezig geweest. Bij het avondeten zou hij weer terug moeten zijn in de inrichting, maar daar
is
het niet van gekomen. Hij was de stad in en is zijn telefoon vergeten. Bij de stichting, waar hij zijn proefverlof doorbracht, gebeurden ernstige dingen. Er knapte gewoon iets bij hem. Hij heeft zich op laten pakken en is nu bij de stichting weg.
Tijdens zijn onttrekking is er niets gebeurd. Klager heeft ook geen alcohol gebruikt. Bij terugkomst in de inrichting heeft geen alcoholcontrole plaatsgevonden.
Het proefverlof is ingetrokken, terwijl het Adviescollege Verloftoetsing TBS (hierna: Avt) niet is geconsulteerd.
Klager verblijft momenteel weer in Hoeve Boschoord. Uit het voortgangsverslag van de inrichting van 20 februari 2012 volgt dat het proefverlof kan worden voortgezet en de voorwaarden dienen te worden aangescherpt. Het is van belang dat dit zo snel
mogelijk gebeurt.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht. Klager is in de periode van 8 januari 2012 tot en met 9 januari 2012 bijna 24 uur ongeoorloofd afwezig geweest. Volgens Hoeve Boschoord heeft klager tijdens
zijn
afwezigheid alcohol gebruikt en was hij telefonisch niet bereikbaar. Hij heeft zich niet gehouden aan verlofvoorwaarden. Volgens Hoeve Boschoord is klager de afgelopen jaren samenwerkingsafspraken en verlofvoorwaarden ook niet nagekomen. Voortzetting
van het proefverlof werd niet langer verantwoord geacht. Indien de inrichting van mening is dat klager weer met proefverlof zou kunnen gaan, dan kan zij een goed gemotiveerde aanvraag voor een machtiging proefverlof indienen.

4. De beoordeling
Op grond van artikel 15, tweede lid, Verlofregeling TBS (Stcrt. 2010, nr. 21597, 31 december 2010) juncto artikel 57, vijfde lid, Rvt kan de Staatssecretaris een verlofmachtiging tot proefverlof bij overtreding van de verlofvoorwaarden intrekken.

Uit artikel 17, vierde lid, Verlofregeling TBS volgt onder meer dat indien de machtiging is ingetrokken naar aanleiding van een ongeoorloofde aanwezigheid korter dan 24 uur tenminste één jaar geen nieuwe machtiging wordt verleend, tenzij zwaarwegende
persoonlijke omstandigheden zich hiertegen verzetten.

De beroepscommissie dient op grond van artikel 69, vijfde lid, Bvt in verbinding met artikel 66, tweede lid, Bvt in beroep te beoordelen of deze beslissing in strijd is met de wet dan wel onredelijk of onbillijk is. Daarbij moet naar haar oordeel de
ernst van de overtreding van de verlofvoorwaarden (nog) zorgvuldiger dan voorheen worden afgewogen tegen het belang van klager bij voortzetting van het verlof dat door de intrekkingsbeslissing onmogelijk wordt gemaakt. Daarbij geldt dat ook de
samenleving belang heeft bij het niet verstoren van een (op zichzelf) goed lopende resocialisatie.

Klager is gedurende 23 uur ongeoorloofd afwezig geweest, was niet telefonisch bereikbaar en heeft hiermee de voorwaarden die verbonden waren aan zijn proefverlof overtreden.
Door de raadsman is aangevoerd dat het Avt vóór de intrekking van de machtiging tot proefverlof advies had moeten uitbrengen, maar zulks vloeit niet voort uit wet of andere regelgeving.

De beroepscommissie is van oordeel dat, gelet op het bovenstaande, de beslissing van de Staatssecretaris tot intrekking van de machtiging tot het verlenen van proefverlof niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende
belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
Overigens is namens de Staatssecretaris aangegeven dat, indien de inrichting van mening is dat klager weer met proefverlof zou kunnen gaan, zij een goed gemotiveerde aanvraag voor een machtiging proefverlof kan indienen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. drs. T.A.M. Louwe en mr. drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 25 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven