Regeling eisen persoonlijke verblijfsruimte justitiële tbs-inrichtingen
De Minister van Justitie,
§
1
Algemene bepalingen
Artikel
2
Deze regeling is van toepassing op de persoonlijke verblijfsruimten welke zich bevinden binnen de beveiligde zone van de inrichting.
relaties0relaties0
Artikel
3
1. De persoonlijke verblijfsruimte is zodanig uitgevoerd en ingericht dat zij voldoet aan de eisen die het behandelingskarakter van de inrichting daaraan stelt.
relaties0 2. Bij plaatsing wordt de persoonlijke verblijfsruimte schoon, in goede staat en zonder gebreken opgeleverd aan de verpleegde.
relaties0
relaties0 relaties0
§
2
De persoonlijke verblijfsruimte
Artikel
4
De persoonlijke verblijfsruimte heeft minimaal een vloeroppervlak van 10 vierkante meter.
relaties0relaties0
Artikel
5
1. In een wand van de persoonlijke verblijfsruimte bevindt zich tenminste één beveiligd raam.
relaties0 2. Het raamoppervlak van de persoonlijke verblijfsruimte bedraagt minimaal 0,75 vierkante meter.
relaties0
relaties0
Artikel
6
De persoonlijke verblijfsruimte is toegankelijk door een afsluitbare deur.
relaties0relaties0
Artikel
7
1. In de persoonlijke verblijfsruimte is een regelbare verwarming aangebracht.
relaties0 2. De verwarming heeft een zodanige capaciteit dat bij een buitentemperatuur van minus 10 °C en een windsnelheid van 10 meter per seconde in de persoonlijke verblijfsruimte een temperatuur van 20 °C kan worden bereikt.
relaties0 3. De persoonlijke verblijfsruimte is voorzien van een ventilatiemogelijkheid waardoor op natuurlijke dan wel mechanische wijze lucht kan worden aan- en afgevoerd.
relaties0
relaties0
Artikel
8
De persoonlijke verblijfsruimte is voorzien van een voorziening waarmee vanuit de persoonlijke verblijfsruimte te allen tijde met een personeelslid of medewerker van de inrichting contact kan worden opgenomen.
relaties0relaties0
Artikel
9
De persoonlijke verblijfsruimte is voorzien van een van binnenuit en al dan niet van buitenaf bedienbare verlichting met voldoende lichtsterkte.
relaties0relaties0
Artikel
10
1. Indien de persoonlijke verblijfsruimte is voorzien van een toilet dan dient dat van de overige persoonlijke verblijfsruimte en van de gang afgeschermd te zijn met een schaamschot.
relaties0 2. Indien de persoonlijke verblijfsruimte zelf niet voorzien is van sanitair, dan is dat elders in het pand in voldoende mate beschikbaar.
relaties0
relaties0
Artikel
11
De persoonlijke verblijfsruimte is ingericht met tenminste:
e. een aan de wand bevestigd prikbord of vergelijkbare voorziening;
relaties0
relaties0relaties0 relaties0
§
3
Overgangsbepaling
Artikel
12
Persoonlijke verblijfsruimten waarvan de oorspronkelijke bouw is aangevangen voor 1996, moeten in elk geval voldoen aan de eisen vermeld in de artikelen 3, 5, 6, 7, 8, 9 en 11, en moeten in elk geval voor 1 januari 2006 voldoen aan de eisen vermeld in de artikelen 4 en 10.
relaties0relaties0 relaties0
§
4
Slotbepalingen
Artikel
13
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatcourant waarin zij wordt geplaatst.
relaties0relaties0
Artikel
14
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling eisen persoonlijke verblijfsruimte justitiële tbs-inrichtingen.
relaties0relaties0 relaties0
Versie informatie document
Publicatie op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming:
Huidige versie: 20010112
Datum beschikbaarheid huidige versie: 12-01-2001 (vanaf dit moment beschikbaar op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming)
Datum document:
Publicatiedatum: 12-01-2001