Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2696/TA, 11 december 2015, beroep
Uitspraakdatum:11-12-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/2696/TA

betreft: [klager] datum: 11 december 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A.W. Knoester, namens

[klager], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 juli 2015 van de beklagcommissie bij de Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 30 november 2015, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan mr. Y.H.G. van der Hut, kantoorgenoot van zijn raadsman mr. J.A.W. Knoester, en namens het hoofd van voormelde
tbs-inrichting [...], juridisch medewerker.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag, voor zover in beroep aan de orde, betreft:
a geluidsoverlast op de ZISZ-afdeling
b de weigering van aanschaf van sieraden.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager handhaaft zijn beroep wat betreft de geluidsoverlast op de ZISZ-afdeling en de weigering van aanschaf van sieraden; het beroep wordt
ten
aanzien van de overige in het beroepschrift genoemde onderdelen niet langer gehandhaafd.
a Klager ligt vaak om 22.00 uur op bed en vindt dat het na dat tijdstip stil moet zijn. Hij had bijvoorbeeld in week 14 om 22.00 uur gebeld over geluidsoverlast van een medebewoonster en pas om 02.45 uur was het weer rustig. Klager is hart- en
suikerpatiënt. Bij onrust duurt het een aantal weken voordat hij weer in zijn ritme is. Klager heeft herhaaldelijk gemeld overlast te ondervinden en daarvan de fysieke gevolgen te ervaren. Pas na het indienen van de klacht heeft de inrichting
maatregelen genomen. Dat had de inrichting eerder moeten doen. De inrichting is nog steeds nalatig, omdat de genomen maatregelen onvoldoende zijn, ondanks dat de verblijfsruimten voldoen aan de eisen van de Regeling eisen persoonlijke verblijfsruimte
justitiële TBS-inrichtingen. Het personeel draait nu sinds twee maanden ook nachtdiensten, zodat zij bewoners beter kennen. Het is nu ’s nachts rustiger, maar zo nu en dan hoort klager zijn medebewoonster overdag nog steeds en heeft hij daar last van.
Zijn raadsman was onlangs met hem in gesprek en heeft toen zelf gehoord hoe de medebewoonster gedurende drie kwartier geluidsoverlast veroorzaakte. Zijn raadsman gaf aan dat het letterlijk om gillend gek van te worden was.
b Volgens de lijst toegestane goederen in-/uitvoer van de locatie Vught van de inrichting is invoer van sieraden toegestaan. Door klager de aanschaf van sieraden te weigeren is sprake van willekeur, omdat onvoldoende gemotiveerd is waarom het bezit van
dure sieraden in strijd met de orde en veiligheid in de inrichting is terwijl andere bewoners bijvoorbeeld dure horloges hebben. Klager heeft bij een juwelier een zilveren ketting en armband laten voorzien van een witgouden laag en zijn nieuwe naam in
een gouden ring laten graveren voor een bedrag rond € 950,=. Klager is seksueel misbruikt en zijn klacht daarover is gegrond verklaard. Ter afsluiting van die moeilijke en emotionele periode heeft klager op advies van zijn psychotherapeut en raadsman
zijn voor- en achternaam veranderd. Vanwege zijn nieuwe naam, zijn nieuwe “ik” en eigenwaarde, wil klager deze sieraden invoeren. De bestelling ligt er al langer dan een jaar. De ring is gegraveerd. De juwelier dreigt inmiddels met de deurwaarder.
Daarnaast wil klager een zilveren medaillon van € 14,95 aanschaffen, omdat die staat voor wedergeboorte en bescherming van de drager. Oude spullen heeft hij weggegooid. Eerder had hij al toestemming voor de invoer van een duur horloge
(€ 1500, =) dat hij heeft aangeschaft omdat hij van het gebruik van batterijen af wilde. Ook heeft hij in verband met de begrafenis van zijn moeder en het moeten verschijnen bij de rechtbank voor de verlengingszitting een maatpak aan laten meten. Niet
om mee te pochen, maar om netjes voor de dag te komen. Klager heeft voldoende geld op zijn eigen spaarrekening staan om de sieraden te kunnen betalen. Zijn horloge heeft hij dag en nacht om. Klager heeft verder een kluisje op zijn kamer waarvan hij
zelf
de sleutel heeft. Zijn kamerdeur sluit hij altijd af.
Verder ontkent klager zich in de kerk provocerend te hebben gedragen. Hij heeft nooit klachten over zijn gedrag gehoord en heeft ook nooit een maatregel voor provocerend gedrag opgelegd gekregen. Klager heeft koekjes van de geestelijk verzorger
uitgedeeld omdat iemand die wilde weghalen; hij is op de stoel van de geestelijk verzorger gaan zitten omdat die stoel de enige bureaustoel in de kerk was. In de locatie Zeeland heeft hij zich bij wijze van grap een keer voorgedaan als de directeur;
klager heeft dat later verteld en de bewoners moesten daarom lachen.
De inrichting stelt niet op de hoogte te zijn geweest van de reden van invoer en stelt zich op het formalistische standpunt dat klager formeel een nieuw verzoek moet indienen. Dat doet geen recht aan de behandelrelatie. Klager staat open voor een
gesprek, maar de inrichting heeft geen gesprek aangeboden, bijvoorbeeld om te bekijken welke van de sieraden voor klager het belangrijkst zijn. Kennelijk is ook niet nagedacht over alternatieven, zoals tijdelijke inbeslagname als er problemen mochten
zijn. Klager heeft de beklagcommissie en de zorgmanager gezegd dat hij open staat voor de invoer van één sieraad, maar de zorgmanager heeft gezegd dat klager ook daarvoor geen toestemming krijgt. Het heeft dan ook geen zin officieel een nieuw verzoek
in
te dienen.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a De desbetreffende medebewoonster veroorzaakt met enige regelmaat geluidsoverlast. Zij krijgt dan een kwartier de tijd om zich te herpakken; als dat niet lukt wordt zij na 15 minuten, vaak al eerder in verband met haar snelle ontregeling,
overgeplaatst naar de comfortroom of de separeer op de eigen afdeling. Als zij tegen de metalen deur van de comfortroom aantrapt of bonkt, dan hoor je dat op de afdeling. Als zij in de separeer is geplaatst, is er geen overlast meer. Als de
medebewoonster niet aan de overplaatsing meewerkt, wordt een speciaal team ingezet dat ’s nachts van buiten de inrichting moet komen.
Alle ruimtes van de inrichting zijn gebouwd volgens de eisen van Regeling eisen persoonlijke verblijfsruimte justitiële TBS-inrichtingen.
b Sieraden mogen ingevoerd worden, maar voor elke individuele patiënt moet elke aanschaf bij het behandelteam ingebracht worden. Het kan daardoor voorkomen dat de ene patiënt wel en de andere patiënt geen toestemming krijgt voor de aanschaf van een
duur
sieraad. Klager heeft in de beklagprocedure voor het eerst ingebracht dat het om een sieraad van € 14,95 gaat. Klager is geen toestemming gegeven voor de aanschaf van sieraden voor een bedrag van € 1000,= vanwege zijn houding en gedrag. Het gaat om
provocerend gedrag in de kerk en zijn daarmee samenhangende verzoek om bescherming in verband met bedreigingen door medepatiënten. Verder heeft hij zich in de locatie Zeeland voorgedaan als de directeur, wat veel ruis en verwarring bij de patiënten
opriep. Ook heeft hij in de kerk koekjes van de geestelijk verzorger uitgedeeld en is hij op diens stoel gaan zitten. Zijn gedrag gaat te ver.
Als klager een van de drie sieraden wil invoeren, moet hij een nieuw verzoek indienen dat opnieuw bekeken zal worden. Het behandelteam gaat zorgvuldig om met verzoeken, waarbij het ook de taak is om zowel klager als zijn medebewoners te beschermen.
Klager heeft een dergelijk verzoek volgens de zorgmanager nog niet ingediend.

3. De beoordeling
a Onweersproken is het volgende komen vast te staan. Klager heeft zijn klacht ingediend omdat hij al langer geluidsoverlast ondervond van een medebewoonster die onder zijn kamer op de ZISZ-afdeling verblijft en hij als gevolg daarvan fysieke problemen
kreeg. De inrichting heeft in verband daarmee maatregelen getroffen, waardoor klager ’s nachts geen problemen meer ondervindt, maar nog wel met enige regelmaat overdag.

Gelet hierop is de beroepscommissie anders dan de beklagcommissie van oordeel dat door de inrichting onvoldoende naar doeltreffende alternatieven is gezocht om de overlast voor klager van de medebewoonster, die er met enige regelmaat overdag nog is, te
beperken. Het beroep zal derhalve in zoverre gegrond worden verklaard. De beroepscommissie stelt de toe te kennen tegemoetkoming vast op € 20,= .

b De aanschaf van de drie sieraden voor een bedrag van € 1000,= is geweigerd vanwege door de inrichting beschreven provocerend gedrag en de houding van klager rondom zijn bezittingen en banksaldo in relatie tot een gevaar voor de orde en veiligheid in
de inrichting. Dit komt onder meer bij kamercontroles naar voren. Naar het oordeel van de beroepscommissie is, mede in het licht van klagers verklaringen daaromtrent, onvoldoende door de inrichting onderbouwd dat de weigering van de aanschaf van de
sieraden in het belang van de handhaving van de orde en veiligheid in de inrichting dient plaats te vinden. Klagers door de inrichting benoemde houding en gedrag inzake geld en bezittingen geven naar het oordeel van de beroepscommissie juist aanleiding
om deze mee te nemen in klagers behandeling. Het beroep zal in zoverre gegrond worden verklaard met opdracht aan het hoofd van de inrichting om binnen een maand na ontvangst van deze uitspraak een nieuwe beslissing op klagers verzoek tot aanschaf van
de
sieraden te nemen. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig om aan klager thans vanwege de gegrondverklaring van het beroep een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep onder a gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond; verklaart het beroep onder b gegrond en vernietigt de beslissing waarover is geklaagd en draagt het hoofd
van de inrichting op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak.
Zij kent klager een tegemoetkoming toe van € 20,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester en drs. J.E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 11 december 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven