Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1150/TA, 30 augustus 2004, beroep
Uitspraakdatum:30-08-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1150/TA

betreft: [klager] datum: 30 augustus 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 2 juni 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 21 mei 2004 van de beklagrechter bij tbs-kliniek Flevo Future, locatie Amsterdam, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 augustus 2004, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam te Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Polderman, en namens het hoofd van voormeldetbs-inrichting mevrouw [...], juridisch medewerker, en mevrouw [...], hoofd behandeling. Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het insluiten op de eigen kamer wegens het niet deelnemen aan de fitness.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is veroordeeld tot dwangverpleging, maar niet tot behandeling onder dwang.
Het insluiten van patiënten is dwangbehandeling en derhalve in strijd met een humane bejegening en behandeling, alsook met de huis- en afdelingsregels. Zoals klager al vaker heeft gezegd, is fitness geen therapie. Klager verwijstnaar de afdelingsregels. Wellicht is klager de dupe van een fout in de inroostering, maar feit blijft dat hij in strijd met de afdelingsregels is ingesloten. Weliswaar heeft de insluiting geen twee dagen geduurd en is het minimumaantal uren van verblijf in de groep niet in gevaar gekomen, maar het gaat om de zorgvuldigheid. Het grote probleem van de inrichting is dat er niet naar de patiënt wordt geluisterd. Deze kwestie duurt al zo’n 5 maanden. Klagerheeft telkens getracht duidelijkheid te krijgen. Iedereen weet dat hij rugklachten heeft. Men zegt steeds iets, maar daar heeft klager helemaal niets aan. Niemand heeft iets aan dit soort irritaties, drukkende dwang en tirannie vande inrichting.
Ten overvloede wijst klager er, onder verwijzing naar de Regeling eisen persoonlijke verblijfsruimte justitiële tbs-inrichtingen van 10 december 2000 (nr 5067742/00/DJI), op dat de cellen in de inrichting niet geschikt zijn voorpatiënten en permanente bewoning.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Feitelijk stond de fitness nog op het programma toen klager van de andere afdeling kwam. Op afdeling 5 gaf klager aan niet naar de fitness te willen. Vanuit behandeloogpunt wil de inrichting zoveel mogelijk tegemoetkomen aan klagerswensen opdat hij zich wat prettiger gaat voelen. Klager wilde in de plaats van fitness naar de keuken of de nuts. Vanwege de wachtlijst voor de keuken mocht hij naar de nuts. Abusievelijk is de fitness op het rooster blijven staan,maar de insteek was dat hij niet naar de fitness hoefde te gaan. Als klager niet naar de nuts kon, is hij ingesloten. Insluiting was in het verleden regel op de andere afdelingen dan afdeling 5, maar dat is nu niet meer het geval.Volgens de afdelingsregels van afdeling 5 wordt ingesloten bij het niet deelnemen aan het programmaonderdelen, met uitzondering van fitness en nuts. Deze twee laatstgenoemde onderdelen van het programma bevinden zich op de grens vanhet behandelprogramma en ontspanning en als een patiënt daaraan echt niet wil deelnemen wordt getracht in overeenstemming met hem tot iets anders te komen.
Insluiting van klager heeft derhalve in strijd met die afdelingsregels plaatsgevonden, hetgeen spijtig is. Een dergelijke afzondering wordt door de beroepscommissie maar ook door de inrichting opgevat als afzondering. In de stukkenbetreffende 2003 kan niet worden teruggevonden waarom klager toch is ingesloten. Als het aan klagers gedrag had gelegen, dan zou dat uit de stukken gebleken zijn.

3. De beoordeling
Blijkens de afdelingsregels van afdeling 5 wordt een patiënt op zijn kamer ingesloten op het moment dat hij niet naar zijn geïndiceerde therapieën, dagprogrammaonderdelen of wandelen gaat; uitzondering daarop vormen fitness en nuts.

Als onweersproken is komen vast te staan dat klager stond ingeroosterd voor fitness hoewel hij naar nuts zou gaan en dat hij wegens het niet deelnemen aan fitness (of nuts) is ingesloten in afwijking van bovengenoemdeafdelingsregel. De reden van insluiting is onbekend gebleven.
Volgens artikel 1, aanhef en onder z, Bvt is insluiting in afwijking van de in de inrichting geldende regels aan te merken als afzondering.
Ingevolge artikel 57, derde en vierde lid, Bvt staat tegen een beslissing tot afzondering beklag open, nadat de afzondering twee dagen heeft geduurd, waarbij de dag waarop de beslissing tot afzondering is genomen buiten beschouwingblijft.
Nu de insluiting van klager heeft plaatsgevonden voor uitsluitend de duur van het programmaonderdeel fitness (of nuts) had hij niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in zijn beklag.

De beroepscommissie zal derhalve de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr. H. Heijs, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 30 augustus 2004

secretaris voorzitter

nummer: 04/1150/TA

betreft : [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 9 augustus 2004, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam teAmsterdam.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. S.L. Donker
leden: drs. B. van Dekken en mr. H. Heijs.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. E.W. Bevaart.

Gehoord zijn klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Polderman, en namens het hoofd van de tbs-kliniek Flevo Future, locatie Amsterdam mevrouw [...], juridisch medewerker, en mevrouw [...], hoofd behandeling.

Door en namens klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
Wellicht is klager de dupe van een fout in de inroostering, maar feit blijft dat hij in strijd met de afdelingsregels is ingesloten. Weliswaar heeft de insluiting geen twee dagen geduurd en is het minimum aantal uren van verblijf inde groep niet in gevaar gekomen, maar het gaat om de zorgvuldigheid. Het grote probleem van de inrichting is dat er niet naar de patiënt wordt geluisterd. Deze kwestie duurt al zo’n 5 maanden. Klager heeft telkens getrachtduidelijkheid te krijgen. Iedereen weet dat hij rugklachten heeft. Klager is veroordeeld tot dwangverpleging, maar niet tot behandeling onder dwang. Men zegt steeds iets, maar daar heeft klager helemaal niets aan. Niemand heeft ietsaan dit soort irritaties, drukkende dwang en tirannie van de inrichting.

Namens het hoofd van genoemde inrichting is - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard.
Feitelijk stond de fitness nog op het programma toen klager van de andere afdeling kwam. Op afdeling 5 gaf klager aan niet naar de fitness te willen. Vanuit behandeloogpunt wil de inrichting zoveel mogelijk tegemoetkomen aan klagerswensen opdat hij zich wat prettiger gaat voelen. Klager wilde in de plaats van fitness naar de keuken of de nuts. Vanwege de wachtlijst voor de keuken kan hij naar de nuts. Abusievelijk is de fitness op het rooster blijven staan,maar de insteek was dat hij niet naar de fitness hoefde te gaan. Als klager niet naar de nuts kon, is hij ingesloten. Insluiting was in het verleden regel op de andere afdelingen dan afdeling 5, maar dat is nu niet meer het geval.Volgens de afdelingsregels van afdeling 5 wordt ingesloten bij het niet deelnemen aan het programmaonderdelen, met uitzondering van fitness en nuts. Deze twee laatstgenoemde onderdelen van het programma bevinden zich op de grens vanhet behandelprogramma en ontspanning en als een patiënt daaraan echt niet wil deelnemen wordt getracht in overeenstemming met hem tot iets anders te komen.
Insluiting van klager heeft derhalve in strijd met die afdelingsregels plaatsgevonden, hetgeen spijtig is. Een dergelijke afzondering wordt door de beroepscommissie maar ook door de inrichting opgevat als afzondering. In de stukkenbetreffende 2003 kan niet worden teruggevonden waarom klager toch is ingesloten. Als het aan klagers gedrag had gelegen, dan zou dat uit de stukken gebleken zijn.

secretaris voorzitter

Naar boven