Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3300/GA, 20 januari 2014, beroep
Uitspraakdatum:20-01-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3300/GA

betreft: [klager] datum: 20 januari 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 20 september 2013 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Leeuwarden in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de oplegging van een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel ingaande op 28 augustus 2013.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Op grond van artikel 50, tweede lid, van de Pbw dient de directeur zo snel mogelijk over te gaan tot rapportafhandeling nadat hem verslag is gedaan van de
rapportaanzegging. In de praktijk komt dit neer op een afhandeling binnen 24 uur. Klager is vanwege organisatorische problemen in verband met de vakantieperiode na 28 uur gehoord.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Het rapport is door organisatorische problemen niet binnen 24 uur afgehandeld. Vanwege beperkte beschikbaarheid van een directielid in verband met de vakantieperiode kon het rapport
niet eerder worden afgehandeld. Het rapport is zo spoedig mogelijk afgehandeld nadat de rapportaanzegging is gedaan.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 50, tweede lid, van de Pbw dient de directeur zo spoedig mogelijk over de oplegging van een disciplinaire straf te beslissen nadat hem verslag is gedaan.
De zorgvuldigheid eist dat de afhandeling binnen 24 uur na de aanzegging van het verslag geschiedt. Slechts op goede gronden kan van deze termijn worden afgeweken. Nu daartoe niet gerekend kunnen worden organisatorische problemen in verband met de
vakantie, dient, nu deze termijn met 4 uur is overschreden, het beklag van klager gegrond te worden verklaard.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig om klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat klager geen tegemoetkoming toekomt.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. F.G. Bauduin, leden, in tegenwoordigheid van
M. van Aalst, secretaris, op 20 januari 2014

secretaris voorzitter

Naar boven