Onderwerp: Bezoek-historie

Afzien van verdere terugvordering (SB1119)
Geldigheid:12-07-2009 t/m 16-06-2010Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Op grond van artikel 24, tweede, derde en zesde lid, AOW, artikel 53, tweede, derde en zesde lid, Anw en artikel 24, tweede, derde en zesde lid, AKW is de SVB in bepaalde situaties bevoegd om van terugvordering of verdere terugvordering af te zien. De bepalingen van de AKW zijn van overeenkomstige toepassing op de terugvordering van een tegemoetkoming op grond van de TOG.

De SVB past het tweede lid, onder a en b en het derde lid van deze artikelen onverkort toe. De SVB ziet daarom af van verdere terugvordering indien de vordering na vijf jaar nog niet volledig is voldaan en de schuldenaar of zijn wettelijke vertegenwoordiger:

  • gedurende vijf jaar volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan; of
  • gedurende vijf jaar niet volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan, maar het achterstallige bedrag over die periode vermeerderd met de daarover verschuldigde wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende kosten, alsnog heeft betaald.
De genoemde termijn is drie jaar indien:
  • het gemiddelde inkomen van de belanghebbende in die periode de beslagvrije voet bedoeld in de artikelen 475c en 475d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet te boven is gegaan; en
  • de terugvordering niet het gevolg is van het niet of niet behoorlijk nakomen van de mededelingsverplichting.
Van de bevoegdheid af te zien van verdere terugvordering indien de schuldenaar een bedrag overeenkomend met ten minste 50% van de restsom in één keer aflost, maakt de SVB slechts gebruik indien zij van oordeel is dat de invordering niet langer geëffectueerd kan worden.Van de bevoegdheid af te zien van verdere terugvordering indien gedurende vijf jaren geen betalingen zijn verricht en niet aannemelijk is dat deze op enig moment zullen worden verricht, maakt de SVB gebruik indien de vordering het bedrag van € 2.400,- niet te boven gaat. De termijn is tien jaar bij vorderingen tot € 7.000,-, vijftien jaar bij vorderingen tot € 11.500,- en twintig jaar bij vorderingen vanaf € 11.500,-. De SVB past dit beleid naar analogie toe bij terugvorderingen op grond van artikel 15 Uitvoeringsbesluit Remigratiewet.

Grondslag

De tekst is afgesloten naar de stand van de wetgeving op 20 april 2009. De wijzigingen die samenhangen met de inwerkingtreding van de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht zijn eveneens verwerkt.

Artikel 24 AOW, artikel 53 Anw, artikel 24 AKW en artikel 15, lid 3 Uitvoeringsbesluit
Remigratiewet

Besluit beleidsregels SVB 2009

Naar boven