Beleidsregel
Het toepassingsgebied van de verordening wordt
territoriaal begrensd door artikel 52 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en
artikel 355 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, die een opsomming
bevatten van de lidstaten van de Europese Unie en van de overige gebieden waarop de
verdragen van toepassing zijn. De toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 is daarom in
beginsel slechts aan de orde als een persoon op het grondgebied van de Europese Unie woont
en werkt. Uit het arrest Salemink blijkt dat in het kader van de sociale zekerheid tot dit
grondgebied eveneens moet worden gerekend het onder de Noordzee gelegen deel van het
continentaal plat waarover Nederland soevereine rechten uitoefent.
Uit de
jurisprudentie van het Hof van Justitie EU blijkt dat de verordening eveneens van toepassing
kan zijn als een persoon onder de personele werkingssfeer valt maar buiten het grondgebied
van de Europese Unie woont of werkt. De SVB voert in dit kader het volgende
beleid.
De SVB gaat ervan uit dat titel II van de verordening van
toepassing is als een werknemer op het grondgebied van de Europese Unie woont maar buiten
het grondgebied van de Unie werkt voor een binnen de Unie gevestigde werkgever. Daarbij
ontleent de SVB aan de overwegingen van het Hof van Justitie EU in de arresten Prodest en
Aldewereld de voorwaarde dat de werknemer onmiddellijk voorafgaand aan de buiten de Unie
verrichte arbeid verzekerd moet zijn in de lidstaat waar zijn werkgever is gevestigd dan wel
dat de werknemer op grond van de nationale wetgeving van die lidstaat verzekerd is tijdens
de arbeid buiten de Unie. Indien aan een van deze voorwaarden wordt voldaan gaat de SVB
ervan uit dat de wetgeving van de lidstaat van de werkgever als toepasselijk is aangewezen
gedurende de periode dat buiten de Unie arbeid wordt verricht.
De SVB
neemt op grond van het arrest Chuck van het Hof van Justitie EU van 3 april 2008 aan dat
hoofdstuk 5 van titel III van Verordening (EG) nr. 883/2004, betreffende ouderdom en
overlijden, alsmede Bijlage XI, onderdeel Nederland, onder 3, betreffende het recht op
nabestaandenuitkering, van toepassing is ongeacht de woonplaats van de aanvrager om
ouderdomspensioen of nabestaandenuitkering onder de voorwaarde dat de aanvrager onder de
personele werkingssfeer van de verordening viel (zie SB 2120). Indien een buiten de Europese
Unie wonende persoon aan de wetgeving van meer dan een lidstaat onderworpen is geweest,
dient zijn ouderdomspensioen of de uitkering ten behoeve van zijn nabestaanden daarom te
worden berekend met toepassing van hoofdstuk 5 van titel III. Dit uitgangspunt geldt niet
voor de toepassing van hoofdstuk 8 van titel III, voor zover dit betrekking heeft op
gezinsuitkeringen voor pensioengerechtigden, en Bijlage XI, onderdeel Nederland, punt 2,
onder a tot en met d, betreffende in aanmerking te nemen tijdvakken voor de berekening van
een ouderdomspensioen. De daarin vervatte bepalingen zijn blijkens de tekst van de
verordening alleen van toepassing als de aanvrager op het grondgebied van de Europese Unie
woont.
Op grond van Bijlage II, artikel 1, tweede lid, van de
Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse
Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, is voor de toepassing van
Verordening (EG) nr. 883/2004 met ingang van 1 april 2012 het het grondgebied van de
Europese Unie gelijkgesteld het grondgebied van de lidstaten van Zwitserland. Op grond van
Bijlage VI, Sectorale Aanpassingen, bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische
Ruimte geldt dit met ingang van 1 juni 2012 eveneens voor de landen van de Europese
Economische Ruimte, IJsland, Liechtenstein en Noorwegen.
Grondslag
De tekst van de beleidsregels internationaal is afgesloten naar de stand van de wetgeving en jurisprudentie op 1 mei 2012. De tekst van de overige delen van de beleidsregels (het deel AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, MKOB, TOG, TAS en TNS, en de delen Awb en Overige onderwerpen) is niet aangepast.
artikel 52 VEU, artikel 355 VWEU, Bijlage II, artikel 1, lid 1, Overeenkomst
EG-Zwitserse Bondsstaat over het vrije verkeer van personen en Bijlage VI bij de
Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte
Besluit beleidsregels internationaal SVB 2012