Onderwerp: Bezoek-historie

Werken of wonen buiten het grondgebied van de Europese Unie (SB2135)
Geldigheid:02-05-2024 t/m Versie:vergelijk Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 883/2004 wordt territoriaal begrensd door artikel 52 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 355 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, die een opsomming bevatten van de lidstaten van de Europese Unie en van de overige gebieden waarop de verdragen van toepassing zijn. De regels in titel II van Verordening (EG) nr. 883/2004, die bepalen welke lidstaat bevoegd is zijn wetgeving toe te passen, zijn daarom met name gericht op de situatie van een persoon die op het grondgebied van de Europese Unie woont en werkt. Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie blijkt echter dat dit beginsel niet altijd geldt.

 

Continentaal plat

Uit het arrest Salemink blijkt dat het onder de Noordzee gelegen deel van het continentaal plat in het kader van de sociale zekerheid eveneens tot het grondgebied van een lidstaat moet worden gerekend als de aldaar verrichte werkzaamheden onder de soevereine rechten van die lidstaat vallen. Hiervan is met name sprake als de werkzaamheden worden verricht op vaste of drijvende installaties die zich op het continentaal plat bevinden ten behoeve van de exploratie of exploitatie van natuurlijke rijkdommen van het continentaal plat.

 

Werken buiten de Europese Unie

Uit onder meer de arresten Inspecteur van de Belastingdienst en Finanzamt Österreich blijkt dat Verordening (EG) nr. 883/2004 eveneens van toepassing kan zijn als een persoon buiten het grondgebied van de Europese Unie werkt. Dit is met name het geval als de arbeidsverhouding van de betrokken persoon een voldoende nauwe aanknoping met het grondgebied van de Europese Unie behoudt.

Uit het arrest Inspecteur van de Belastingdienst blijkt dat artikel 11, derde lid, onder e, van Verordening (EG) nr. 883/2004 van toepassing is op een persoon die in een lidstaat woont, maar buiten het grondgebied van de Europese Unie werkzaamheden verricht voor een werkgever die is gevestigd in een andere lidstaat. Die bepaling regelt dat de wetgeving van de lidstaat van de woonplaats van toepassing is. Uit het arrest Finanzamt Österreich blijkt dat hierop een uitzondering geldt als de arbeidsverhouding van de persoon tijdens de werkzaamheden buiten de Europese Unie een nauwe aanknoping behoudt met de wetgeving van de lidstaat waar zijn werkgever gevestigd is. In dat geval is de wetgeving van toepassing van de lidstaat waar de werkgever is gevestigd. De SVB hanteert het beleid dat sprake is van een nauwe aanknoping als de persoon voorafgaand aan en tijdens de werkzaamheden buiten de Europese Unie verplicht verzekerd is in de lidstaat waar zijn werkgever gevestigd is.

Als een inwoner van Nederland buiten het grondgebied van de Europese Unie gaat werken en niet verplicht verzekerd blijft in de lidstaat waar zijn werkgever gevestigd is, stelt de SVB voor de toepassing van artikel 12 van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 de dienstbetrekking met deze werkgever gelijk met een dienstbetrekking met een in Nederland wonende of gevestigde werkgever. De SVB geeft hiermee toepassing aan artikel 5 van Verordening (EG) nr. 883/2004. Als aan de overige voorwaarden van artikel 12 van het besluit wordt voldaan, betekent dit dat een werknemer voor de duur van de werkzaamheden buiten het grondgebied van de Europese Unie verzekerd is in Nederland, tenzij een verdrag met het werkland zich daartegen verzet.

 

Wonen buiten de Europese Unie

Uit het arrest Balandin blijkt dat titel II van Verordening (EG) nr. 883/2004  van toepassing is als een werknemer buiten het grondgebied van de  Europese Unie woont maar de werkzaamheden binnen dat grondgebied een aanknoping hebben met twee of meer lidstaten (zie SB2120 over het verplaatsingscriterium). Omdat in deze situatie geen toepassing kan worden gegeven aan aanwijsregels die aanknopen bij de woonplaats in een lidstaat hanteert de SVB het volgende beleid:

  • Vanwege de aanknoping bij de woonplaats in artikel 13, eerste lid, onder a, en tweede lid, onder a, van Verordening (EG) nr. 883/2004 past de SVB deze bepalingen niet toe. In plaats daarvan past de SVB artikel 13, eerste lid, onder b, respectievelijk tweede lid, onder b, van Verordening (EG) nr. 883/2004 toe.
  • Ook aan de toepassing van artikel 13, eerste lid, onder b, sub iii en iv, van Verordening (EG) nr. 883/2004 staat het gebrek van een woonplaats in  de Europese Unie in de weg. Aan deze situatie – waarin sprake is van meerdere werkgevers gevestigd in meerdere lidstaten – komt de SVB tegemoet door een artikel 16-overeenkomst aan te gaan met de andere betrokken lidstaat of lidstaten.

 

Als een persoon die geen woonplaats heeft op het grondgebied van  de Europese Unie zijn werkzaamheden in twee of meer lidstaten beëindigt, is  Verordening (EG) nr. 883/2004 niet langer van toepassing. In dat geval past de SVB uitsluitend de Nederlandse wetgeving toe.

 

Bijzonderheden met betrekking tot prestaties voor personen die wonen buiten de Europese Unie

De SVB neemt op grond van het arrest Chuck aan dat hoofdstuk 5 van titel III van Verordening (EG) nr. 883/2004, over ouderdom en overlijden, en Bijlage XI, onderdeel Nederland, onder 3, over het recht op nabestaandenuitkering, van toepassing zijn als  de aanvrager om ouderdomspensioen of nabestaandenuitkering geen woonplaats in de Europese Unie heeft. Hierbij geldt de voorwaarde dat de aanvrager voorheen onder de personele werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 883/2004 viel (zie SB2120 over het verplaatsingscriterium).

Hoofdstuk 8 van titel III, voor zover dit betrekking heeft op gezinsuitkeringen voor pensioengerechtigden, en Bijlage XI, onderdeel Nederland, punt 2, onder a tot en met d, betreffende in aanmerking te nemen tijdvakken voor de berekening van een ouderdomspensioen  zijn alleen van toepassing als de aanvrager op het grondgebied van de Europese Unie woont.

 

Het grondgebied van Zwitserland, IJsland, Liechtenstein en Noorwegen

Met ingang van 1 april 2012 is het grondgebied van Zwitserland voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 gelijkgesteld met het grondgebied van de Europese Unie. Dit geldt met ingang van 1 juni 2012 eveneens voor IJsland, Liechtenstein en Noorwegen.

Grondslag

artikel 52 VEU, artikel 355 VWEU, Bijlage II, artikel 1, Overeenkomst  EG-Zwitserse Bondsstaat over het vrije verkeer van personen en Bijlage VI bij de  Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, artikelen 5 en 11, lid 3, onder e Vo. 883/2004

Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB april 2024

Naar boven