Beleidsregel
De hiervoor genoemde bepalingen zijn door middel van de Wet
Beperking Export Uitkeringen (Wet BEU) aan de AOW, Anw en AKW toegevoegd. Doel van deze
bepalingen is dat export van uitkeringen naar het buitenland niet plaatsvindt of beperkt
wordt indien in het land waarnaar export zou plaatsvinden onvoldoende controle op de
rechtmatige betaling van de uitkering kan worden uitgeoefend.
Hoofdregel
is dat geen (Anw en AKW) of slechts een gedeeltelijk recht (AOW) op uitkering bestaat indien
de belanghebbende of een gezinslid van wie het recht op of de hoogte van de uitkering mede
afhankelijk is, in het buitenland woont. Van deze hoofdregel kan worden
afgeweken:
- Voor personen die wonen in een land waarin op grond
van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie recht op een uitkering
kan bestaan. Een dergelijk recht kan bestaan ongeacht de vraag of het verdrag dan wel
besluit handhavingsbepalingen bevat.
- Voor bepaalde categorieën personen
en voor personen wonend in Aruba, in Curaçao of in de openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius of Saba op grond van het Besluit afwijkende regels beperking export
uitkeringen.
Het begrip wonen in de hiervoor weergegeven
bepalingen uit de AOW, Anw en AKW wijkt niet af van het begrip wonen bij de beoordeling van
ingezetenschap. De beleidsregels in Deel I, Ingezetene / wonen, SB1022 zijn dus van
overeenkomstige toepassing.
Indien een betrokkene woont in een land
waarnaar export van een uitkering mogelijk is op grond van een verdrag of een besluit van
een volkenrechtelijke organisatie, bestaat recht op uitkering ook indien betrokkene zelf aan
het verdrag of het besluit als zodanig geen rechten kan ontlenen (bijvoorbeeld omdat hij
niet onder de personele werkingssfeer van het verdrag of besluit valt). Het is echter wel
noodzakelijk dat de uitkering onder de materiële werkingssfeer van het verdrag valt. Indien
bijvoorbeeld een verdrag alleen ziet op ouderdomspensioenen en nabestaandenuitkeringen, kan
dit verdrag er niet toe leiden dat in het verdragsland recht op kinderbijslag bestaat. Dit
leidt de SVB af uit de tekst van de bepalingen van de Wet BEU en de parlementaire
geschiedenis van deze bepalingen.
De Minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid maakt de landen bekend waarin recht op een uitkering op grond van een
verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke organisatie kan bestaan. De SVB gaat ervan
uit dat deze bekendmaking slechts declaratoire werking heeft, zodat een persoon die woont in
een land waarin op grond van een verdrag of een besluit van een volkenrechtelijke
organisatie wel recht op uitkering kan bestaan, recht heeft op deze uitkering ook indien het
land niet voorkomt op de lijst van landen die door de minister is bekendgemaakt.
Ten aanzien van een aantal landen is in 2002 besloten dat de bepalingen van de Wet
BEU niet worden toegepast, ondanks het feit dat met die landen nog geen verdrag is gesloten
dat de export van uitkeringen naar die landen mogelijk maakt. Dit hield verband met het feit
dat weliswaar vóór het moment waarop de overgangstermijn van de Wet BEU verstreek - 1
januari 2003 - overeenstemming was bereikt over de tekst van een verdrag, maar dat de
beoogde toepassing van het verdrag per 1 januari 2003 niet is gerealiseerd. In afwachting
van de ondertekening en ratificatie van de betreffende verdragen, handelde de SVB alsof in
de betrokken landen recht op uitkering op grond van een verdrag bestond. Ten tijde van de
vaststelling van deze beleidsregels geldt deze handelwijze uitsluitend nog ten aanzien van
Mexico.
Mocht door de onderhandelende partijen alsnog worden besloten af
te zien van het sluiten van een verdrag, dan moeten reeds betaalde uitkeringen in beginsel
als onverschuldigd betaald worden aangemerkt. De SVB zal in dat geval met inachtneming van
het vertrouwensbeginsel niet overgaan tot terugvordering van de bedragen die onverschuldigd
zijn betaald.
Grondslag
De tekst van de beleidsregels is afgesloten naar de stand van de wetgeving op 1 juni 2011. De beleidsregels zijn nog niet aangepast aan de inwerkingtreding van de EG-Verordeningen 883/2004 en 987/2009 per 1 mei 2010.
artikel 8a, artikel 9a AOW, artikel 32a, artikel 32b Anw, artikel 7b AKW, artikel 2 Wet
van 9 december 2004, Stb. 2004, 715
Besluit beleidsregels SVB 2011