Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1268/GA, 9 juni 2011, beroep
Uitspraakdatum:09-06-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1268/GA

betreft: [klager] datum: 9 juni 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 26 april 2010 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep en het verslag van 3 december 2010, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 3 december 2010, gehouden in de p.i. Amsterdam is de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Krimpen aan den IJssel gehoord. Van het verhandelde aldaar is een verslag opgemaakt. De behandeling van het
onderhavige beroep is ter zitting van 4 februari 2011 voortgezet in de p.i. Amsterdam. Ter zitting is klager verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het feit dat klager na zijn overplaatsing zijn televisie en radio niet mag invoeren.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft reeds omstreeks juli 2009 zijn radio en t.v. ingevoerd in de p.i. Krimpen aan den IJssel en is dus niet van plan een radio en t.v. in te voeren. Deze radio en t.v. zijn sindsdien altijd in klagers bezit gebleven en zijn nimmer uitgevoerd.
Ze bevinden zich verzegeld in klagers fouillering. Diegenen die voor 1 februari 2010 reeds een eigen t.v. en/of radio in bezit hadden, mochten deze gewoon op cel houden. Invoer na deze datum is niet meer toegestaan. In september 2009 was klager
overgeplaatst naar de locatie Zoetermeer. Via de p.i. Lelystad is klager inmiddels weer in de p.i. Krimpen aan den IJssel geplaatst. Gedurende zijn vorige verblijf in p.i. Krimpen aan den IJssel en tijdens zijn verblijf in Zoetermeer heeft klager
gewoon
zijn radio en t.v. op cel mogen houden en tijdens al die verplaatsingen heeft klager zijn radio en t.v. door de DV&O laten vervoeren. Het is voor klager om financiële redenen belangrijk om zijn eigen t.v. en radio op cel te hebben. Nu moet klager een
t.v. huren voor
€ 3,= per week. Het huren van een radio is op dit moment niet mogelijk maar zou € 2,= per week gaan kosten. Dit betekent een derde van klagers wekelijkse vergoeding/loon van ongeveer € 15,=. Dit is aanzienlijk aangezien klager een lange gevangenisstraf
is opgelegd en hij geen geld van buiten kan ontvangen. Ondanks het feit dat klager een eigen t.v. en radio heeft, wordt hij verplicht om deze te huren. Een radio en t.v. horen bij de celinventaris maar er wordt geen alternatief geboden. Nu een radio en
t.v. ook te huur zijn, is het onzin dat de orde, rust en veiligheid in het geding is. De door de directeur gestelde problematiek ten aanzien van de controle, de beveiliging etc. gaat niet op daar de apparatuur destijds bij de invoer is goedgekeurd en
verzegeld. Klagers apparatuur is conform de regels binnen de p.i. en vormt dus absoluut geen overlast voor medegedetineerden.
Klager legt een exemplaar van ‘de invoerlijst 2010’ van de p.i. Krimpen aan den IJssel over dat hem in januari 2011 is verstrekt, waarop onder meer staan vermeld ‘radio-cassette-cd-speler en t.v.’. Hiermee wordt de indruk gewekt dat voornoemde goederen
gewoon ingevoerd kunnen worden.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Gelet op het feit dat het een regel betreft die van toepassing is op alle gedetineerden en derhalve de klacht aangemerkt kan worden als niet-ontvankelijk, wordt aangesloten bij het standpunt van de beklagrechter. Bij de beslissing tot een algeheel
verbod van de invoer van radio en/of t.v.toestellen is in aanmerking genomen de handhaving van orde, rust en veiligheid, de steeds geavanceerdere elektronica-apparatuur, de problematiek ten aanzien van de controle, de beveiliging, de verwijdering en/of
het onbruikbaar maken van de mogelijkheden tot het creëren van digitale verbindingen of contacten met die geavanceerde apparatuur en tenslotte de eensluidende toepassing van de invoer of het verbod van goederen. Ten einde geen onderling nadeel te laten
ontstaan is bij het verbod gelijktijdig overgegaan op de mogelijkheid tot het huren van genoemde apparaten. Het is de directeur niet duidelijk waarom voor een wekkerradio een uitzondering wordt gemaakt. Het is de directeur ook niet bekend of het nieuwe
beleid al dan niet in overleg met andere inrichtingen in de regio tot stand is gekomen.

3. De beoordeling
Vaststaat dat de directie van de p.i. Krimpen aan den IJssel haar beleid met betrekking tot de invoer van een eigen radio of televisie in 2010 gewijzigd heeft in die zin dat invoer van eigen apparaten niet meer is toegestaan. Uit het verhandelde ter
zitting en de gedingstukken leidt de beroepscommissie af dat de directie een overgangsregeling heeft gecreëerd, die er op neerkomt dat gedetineerden die ten tijde van de invoering van de wijziging van de huisregels reeds in de inrichting verbleven en
hun eigen radio en/of televisie op cel hadden, deze radio en/of televisie op cel mogen blijven houden.
De beroepscommissie begrijpt de stellingname van klager aldus, dat hij er mede over klaagt dat de directie de overgangsregeling in de omstandigheden van zijn geval ten onrechte niet ook voor hem toepast. Nu klager in zoverre niet over de huisregels
en/of de overgangsregeling als zodanig klaagt, doch (slechts) over de al dan niet toepassing van de overgangsregeling in zijn specifieke situatie, kan klager in zoverre in zijn klacht worden ontvangen.
Vaststaat dat het klager eerder, toen hij tot september 2009 in de p.i. Krimpen aan den IJssel
verbleef, was toegestaan zijn eigen televisie en radio in te voeren en die op eigen cel te hebben, dat deze goederen verzegeld zijn gebleven en met zijn inventaris zijn meeverhuisd van de p.i. Krimpen aan den IJssel en via de p.i. Zoetermeer en de p.i.
Lelystad wederom in de p.i. Krimpen aan den IJssel zijn aangekomen en dat zijn televisie en radio tijdens detentie nimmer zijn uitgevoerd. Onder deze omstandigheden acht de beroepscommissie de weigering van de directeur om klager onder het bereik van
de
overplaatsingregeling te laten vallen en de weigering om klager aldus niet toe te staan zijn eigen televisie en radio op cel te hebben, onredelijk en onbillijk. De door de directeur aangevoerde gronden kunnen de beslissing niet dragen. Dit leidt tot de
navolgende beslissing.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart het beklag gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 9 juni 2011

secretaris voorzitter

Naar boven