Ga direct naarInhoudofMenu
Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.
Onderstaande relaties zijn gevonden bij “document”. Bij klikken wordt een externe website met een relatieoverzicht geopend op overheid.nl.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe bepalingen vast te stellen voor het bemannen van Nederlandse zeeschepen;
Gelet op het op 7 juli 1978 te Londen tot stand gekomen Internationale Verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst, 1978 (Trb. 1981, 144), alsmede op Richtlijn nr. 94/58/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 november 1994 inzake het minimumopleidingsniveau van zeevarenden (PbEG L 319);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Indien voor een schip meer dan een bemanningssamenstelling geldt, worden alle bemanningssamenstellingen duidelijk onderscheiden in het bemanningscertificaat opgenomen.
De kapitein tekent in het scheepsdagboek aan:
Onze Minister trekt het bemanningscertificaat in, indien is gebleken dat
Onze Minister kan, met inachtneming van bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels, voor een bepaald schip en voor een periode van ten hoogste zes maanden, ontheffing verlenen van de in artikel 5, tweede lid, bedoelde verplichting om het schip overeenkomstig het bemanningscertificaat te bemannen.
Deze paragraaf is niet van toepassing op vissersvaartuigen, met uitzondering van de artikelen 5, 6, 13, aanhef en onderdeel b, 15, 16 en 17.
Bij ministeriële regeling kan worden bepaald voor welke bij internationale regeling aangewezen bijzondere functies of werkzaamheden het bezit van een certificaat of enig ander document voorgeschreven is, alsmede welke beroepsvereisten daarvoor gelden.
Bij ministeriële regeling kan worden bepaald voor welke functies of werkzaamheden aan boord van Caribisch-Nederlandse schepen het bezit van een certificaat of enig ander document voorgeschreven is, alsmede welke beroepsvereisten daarvoor gelden.
Bij een erkenning als bedoeld in artikel 22, eerste lid, of 22a, eerste lid, van:
vergewist Onze Minister zich van de authenticiteit en de geldigheid van de door de aanvrager overgelegde documenten.
[Red: Vervallen]
De kapitein oefent zijn gezag uit zodra hij aan boord is en het gezag heeft aanvaard of overgenomen, en zolang hij het gezag niet heeft overgedragen of de scheepsbeheerder hem het gezag niet heeft ontnomen.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot
Een monsterboekje is tot tien jaar na de datum van afgifte geldig.
Een geneeskundige verklaring waaruit blijkt dat een bemanningslid is gekeurd en medisch geschikt bevonden voor de zeevaart door een geneeskundige of medisch specialist die door de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland daartoe is aangewezen, wordt gelijkgesteld met een geneeskundige verklaring als bedoeld in artikel 40, eerste of tweede lid.
De geneeskundige verklaring van geschiktheid voor de zeevaart, bedoeld in artikel 40, eerste en tweede lid, wordt bij aanmonstering overgelegd.
De scheepsbeheerder draagt zorg voor behoorlijke en veilige huisvesting en recreatieve voorzieningen voor de zeevarenden aan boord van een schip, met inachtneming van de daaraan bij ministeriële regeling, in overeenstemming met het Maritiem Arbeidsverdrag, gestelde eisen. Deze eisen kunnen afhankelijk van het bouwjaar van het schip verschillen en in overeenstemming met norm A 3.1 van het Maritiem Arbeidsverdrag kan van bepaalde eisen door Onze Minister ontheffing worden verleend. Voor vissersvaartuigen kunnen afwijkende eisen worden gesteld.
De in artikel 49, eerste lid, bedoelde toezichthouder is bevoegd ter uitoefening van zijn bevoegdheden ingevolge deze wet elke plaats te betreden, met inbegrip van woongedeelten van schepen.
Onze Minister kan de aan de toezichthouder toekomende bevoegdheden beperken.
Met het opsporen van feiten, die bij of krachtens deze wet strafbaar zijn gesteld, zijn belast:
De voorzitter, de plaatsvervangende voorzitters, de leden en de plaatsvervangende leden van het tuchtcollege ontvangen een bij ministeriële regeling vast te stellen vacatiegeld, alsmede een vergoeding van reis- en verblijfkosten en van verdere verschotten.
Tegen een beslissing van het tuchtcollege kan binnen zes weken na de dag van de verzending van de in artikel 55q, tweede lid, bedoelde brief hoger beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven:
Het is verboden met een schip naar zee te gaan, een schip naar zee te doen gaan of op zee dan wel op buiten Nederland gelegen wateren die ter plaatse als binnenwater worden aangemerkt, te gebruiken of te doen gebruiken, zonder dat aan boord van het schip een geldig bemanningscertificaat voorhanden is.
Het is verboden
Het is verboden met een schip naar zee te gaan of te doen gaan indien en zolang het op grond van artikel 52, eerste of tweede lid, door een ambtenaar van de Inspectie Leefomgeving en Transport is aangehouden.
Het is verboden na te laten de monsterrol op te maken, opnieuw op te maken of bij te stellen.
Het is verboden met een schip als bedoeld in artikel 48c, eerste lid, een internationale reis te maken indien het schip niet is voorzien van een geldig certificaat maritieme arbeid, een verklaring naleving maritieme arbeid en een exemplaar van het Maritiem Arbeidsverdrag.
Het is verboden de verplichtingen ingevolge de artikelen 3, tweede en derde lid, 4, eerste, tweede, derde, vijfde, zesde, zevende, achtste en negende lid, 29, eerste lid, 48, 48a, 48b, eerste lid, 48e, vierde lid, 69a, derde lid, 69c, 69d en 69e, eerste lid, niet na te komen.
Het is verboden zeevarenden te straffen of op enige andere wijze te benadelen voor het indienen van een klacht als bedoeld in artikel 69a, eerste lid, of 69b, eerste lid.
Tegen een op grond van deze wet genomen besluit van een ambtenaar van de Inspectie Leefomgeving en Transport tot aanhouding van een schip, kan iedere belanghebbende beroep instellen bij Onze Minister.
Bij ministeriële regeling worden de tarieven vastgesteld voor
Onze Minister kan gecommitteerden of deskundigen aanwijzen, die bevoegd zijn de examens bij te wonen die worden afgenomen ter verkrijging van de bij of krachtens deze wet bedoelde vaarbevoegdheden of bekwaamheidsbewijzen.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen, ter uitvoering van het STCW-Verdrag, alsmede van andere verdragen of van besluiten van volkenrechtelijke organisaties, regels met betrekking tot de bemanning van schepen worden gesteld ter waarborging van de veilige en milieuverantwoorde vaart.
Onze Minister is bevoegd aan de tot het verstrekken en ontvangen van informatie bevoegde autoriteit van een lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of het STCW-Verdrag, informatie te verstrekken en van deze te ontvangen omtrent de verlening van een vaarbevoegdheidsbewijs of een bekwaamheidsbewijs.
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de registratie van gegevens in de in artikel 65 bedoelde centrale registers.
Onze Minister kan een examencommissie aanwijzen bij welke gelegenheid wordt geboden examen af te leggen voor de hierna genoemde bekwaamheidsbewijzen:
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden de beroepsvereisten vastgesteld voor de functies waartoe de in artikel 68 genoemde bekwaamheidsbewijzen toegang verlenen.
Op aanvragen voor bemanningsdocumenten, vaarbevoegdheidsbewijzen, bekwaamheidsbewijzen voor het dienstdoen op tankers en monsterboekjes die zijn ingediend voor het tijdstip waarop artikel I van het in artikel 70 bedoelde voorstel van wet, nadat dat voorstel tot wet is verheven, in werking treedt en op dat tijdstip nog in behandeling zijn, wordt besloten met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens genoemd artikel I.
Ingeval bij of krachtens deze wet regels worden gesteld ter uitvoering van het STCW-Verdrag, het SOLAS-verdrag of het Maritiem Arbeidsverdrag, kan overtreding van die regels ook als strafbaar feit worden aangemerkt dan wel worden bestraft met een bestuurlijke sanctie indien deze regels in de Engelse taal zijn gesteld en bekend gemaakt.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet zeevarenden.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Huidige versie: 20180728