Regeling eisen kamer justitiële jeugdinrichtingen
De Minister van Justitie,
Paragraaf
1
Algemene bepalingen
Artikel
2
Algemeen
1. De kamer is zodanig uitgevoerd en ingericht dat zij voldoet aan de eisen die het karakter van de inrichting, de Arbeidsomstandighedenwet en de brandveiligheidvoorschriften daaraan stellen.
relaties0 2. Bij toewijzing van een kamer aan een jeugdige is de kamer schoon, in goede staat en zonder gebreken.
relaties0
relaties0 relaties0
Paragraaf
2
De inrichting van de kamer
Artikel
3
Met een afwijkingsmarge van 10% heeft de kamer minimaal een vloeroppervlak van 10 vierkante meter, een breedte van 2 meter en een vrije hoogte van 2,5 meter.
relaties0relaties0
Artikel
4
1. In de kamer zijn in de buitenwand een of meer ramen aangebracht.
relaties0 2. Het totaal oppervlak van het raam of de ramen bedraagt minstens 0,75 vierkante meter.
relaties0
relaties0
Artikel
5
In de binnenwand van de kamer bevindt zich een slechts van buitenaf afsluitbare deur.
relaties0relaties0
Artikel
6
1. In de kamer is een verwarming met een bedienkraan aangebracht.
relaties0 2. De verwarming heeft een zodanige capaciteit dat bij een buitentemperatuur van minus 10 graden C en een windsnelheid van 10 meter per seconde in de kamer een temperatuur van 18 graden C kan worden bereikt.
relaties0 3. De kamer is voorzien van een ventilatiemogelijkheid waardoor op natuurlijke dan wel mechanische wijze lucht kan worden aangevoerd.
relaties0
relaties0
Artikel
7
De kamer is voorzien van een intercom of bel waarmee vanuit de kamer te allen tijde het inrichtingspersoneel kan worden opgeroepen.
relaties0relaties0
Artikel
8
De kamer is voorzien van een van binnenuit en al dan niet van buitenaf bedienbare verlichting met voldoende lichtsterkte, conform de aanbevelingen binnenverlichting volgens geldende NEN normen binnenverlichting functionele eisen, al dan niet gecombineerd met een van buitenaf bedienbare nachtverlichting.
relaties0relaties0
Artikel
9
1. De kamer is voorzien van een toilet, dat zodanig is afgeschermd, dat de privacy gewaarborgd is, alsmede een wasgelegenheid.
relaties0 2. Bij het toilet bevindt zich een ventilatierooster.
relaties0
relaties0 relaties0
Paragraaf
3
Algemene uitzonderingen
Artikel
12
2. De in het eerste lid genoemde kamer is zodanig uitgevoerd en ingericht dat zij de individuele jeugdige voldoende ruimte, daglicht, verwarming en ventilatie biedt.
relaties0 3. Is de kamer zelf niet voorzien van sanitair, dan is dat elders in de inrichting in voldoende mate voor de jeugdige beschikbaar.
relaties0
relaties0
Artikel
13
Op kamers in gesloten inrichtingen, waarvan de bouw is gestart voor 1 januari 1998, is het gestelde in artikel 3, 4, tweede lid en 9 niet van toepassing. Deze inrichtingen worden bij de eerstvolgende grote renovatie aangepast aan de genoemde eisen, doch moeten uiterlijk op 31 december 2011 zijn aangepast aan het gestelde in artikel 3, 4 tweede lid en artikel 9.
relaties0relaties0 relaties0
Paragraaf
4
Slotbepalingen
Artikel
15
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling eisen kamer justitiële jeugdinrichtingen
relaties0relaties0 relaties0
Versie informatie document
Publicatie op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming:
Huidige versie: 20010901
Datum beschikbaarheid huidige versie: 01-09-2001 (vanaf dit moment beschikbaar op Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming)
Datum document:
Publicatiedatum: 01-09-2001