Inhoudsopgave
1 Algemene bepalingen
2 Toezicht
3 Plaatsing en overplaatsing
4 Verpleging, behandeling en evaluatie
4.1 Inrichting verblijfsruimte
4.2 Inrichtingsbeleid inzake inspectie verblijfsruimte
4.3 Inrichtingsbeleid verboden voorwerpen
4.4 Verplegings- en behandelingsplan
4.5 Evaluatieverslag
4.6 Wettelijke aantekeningen
4.7 Verpleegdedossier
5 Controle en geweldgebruik
5.1 Inrichtingsbeleid wijze van legitimeren door verpleegden
5.2 Inrichtingsbeleid inzake onderzoek aan het lichaam en kleding
5.3 Inrichtingsbeleid inzake urinecontrole
5.4 Inrichtingsbeleid inzake onderzoek in het lichaam
5.5 Inrichtingsbeleid inzake gedwongen geneeskundige behandeling
5.6 Inrichtingsbeleid inzake gebruik mechanische middelen
5.7 Inrichtingsbeleid inzake gebruik geweld
6 Bewegingsvrijheid binnen de inrichting
6.1 Opnameprocedure
6.2 Inrichtingsbeleid inzake bewegingsvrijheid binnen de inrichting
6.2 Inrichtingsbeleid inzake intensieve zorg
6.3 Inrichtingsbeleid inzake afzondering
6.4 inrichtingsbeleid inzake separatie
7 Contact met de buitenwereld
7.1 Algemeen
7.2 Post
7.2.1 Verzending en ontvangst geprivilegieerde post
7.3 Bezoek
7.3.1 Geprivilegieerd bezoek
7.4 Telefoneren
7.4.1 Geprivilegieerd telefoneren
7.5 Contacten met de media
8 Verzorging, activiteiten, werkzaamheden en arbeid
8.1 Algemeen
8.2 Geestelijke verzorging
8.3 Medische verzorging
8.4 Voeding, kleding en schoeisel
8.5 Organisatie sociale verzorging en hulpverlening in de inrichting
8.6 Geld in de inrichting
8.7 Arbeid
9 Onderbrenging van een kind in de inrichting
10 Disciplinaire straffen
11 Verlof/proefverlof
11.1 Verlof
11.2 Procedures voorafgaand aan verlofverlening
11.3 Bijwonen gerechtelijke procedures
11.4 Proefverlof
11.5 Voorwaardelijke beëindiging van de verpleging
12 Informatie en hoorplicht
12.1 Informatieplicht
12.2 Hoorplicht
12.3 Mededeling beslissingen
13 Bemiddeling
14 Beklag
15 Beroep
15.1 Beroep van beslissingen waartegen beklag open staat
15.2 Beroep van beslissingen waartegen geen beklag open staat
16 Medezeggenschap en vertegenwoordiging
16.1 Verpleegdenraad
16.2 Vertegenwoordiging
17 Beëindiging verblijf van met hun instemming opgenomen verpleegden
5
Controle en geweldgebruik
5.1
Inrichtingsbeleid wijze van legitimeren door verpleegden
In de huisregels kan informatie worden verstrekt over:
relaties0relaties0
5.2
Inrichtingsbeleid inzake onderzoek aan het lichaam of kleding
In de huisregels wordt informatie verstrekt over:
in welke gevallen een onderzoek aan het lichaam of aan de kleding kan plaatsvinden;
wat een onderzoek aan het lichaam of de kleding kan omvatten;
hoe het onderzoek aan het lichaam of de kleding kan worden uitgevoerd;
wat er gebeurt met voorwerpen die tijdens het onderzoek worden aangetroffen.
relaties0relaties0
5.3
Inrichtingsbeleid inzake urinecontrole
In de huisregels wordt informatie verstrekt over:
in welke gevallen een verpleegde kan worden verplicht urine af te staan ten behoeve van een onderzoek van die urine op gedragsbeïnvloedende middelen;
hoe de afname en het onderzoek gebeuren;
het recht van de verpleegde om de uitslag van het onderzoek te vernemen;
het recht van de verpleegde om voor eigen rekening een hernieuwd onderzoek van de afgestane urine te laten plaatsvinden.
In de huisregels worden regels gesteld over:
wat de gevolgen kunnen zijn van de vaststelling in het onderzoek dat gedragsbeïnvloedende middelen zijn gebruikt;
dat als in een hernieuwd onderzoek niet kan worden vastgesteld dat er gedragsbeïnvloedende middelen zijn gebruikt, een zekere tegemoetkoming kan worden gegeven aan de verpleegde.
relaties0relaties0
5.4
Inrichtingsbeleid inzake onderzoek in het lichaam
In de huisregels kan informatie worden verstrekt over:
in welke gevallen een onderzoek in het lichaam kan plaatsvinden;
door wie dat onderzoek plaatsvindt;
wat er kan gebeuren met voorwerpen die tijdens het onderzoek worden aangetroffen.
relaties0relaties0
5.5
Inrichtingsbeleid inzake gedwongen geneeskundige handelingen
In de huisregels wordt informatie verstrekt, onder welke omstandigheden gedwongen geneeskundige handelingen kunnen worden verricht.
relaties0relaties0
5.6
Inrichtingsbeleid inzake gebruik mechanische middelen
In de huisregels wordt informatie verstrekt over:
in welke gevallen mechanische middelen kunnen worden toegepast;
welke mechanische middelen kunnen worden toegepast;
door wie mechanische middelen kunnen worden toegepast;
voor welke tijdsduur (en verlenging daarvan) mechanische middelen kunnen worden toegepast.
relaties0relaties0
5.7
Inrichtingsbeleid inzake gebruik geweld
In de huisregels wordt informatie verstrekt over:
in welke gevallen en onder welke voorwaarden jegens een verpleegde geweld kan worden gebruikt of vrijheidsbenemende middelen kunnen worden toegepast;
wat de vrijheidsbenemende middelen kunnen inhouden.
relaties0relaties0
7
Contact met de buitenwereld
7.2
Verzending en ontvangst van brieven en stukken per post
In de huisregels wordt informatie verstrekt over:
het recht brieven en stukken per post te verzenden en te ontvangen;
voor wiens rekening de kosten komen van de verzending per post;
welke controle kan worden uitgeoefend op enveloppen en andere poststukken op bijgesloten voorwerpen en op welke wijze ;
in welke gevallen en voor welke periode (tevens verlengingsmogelijkheid) controle kan worden uitgeoefend op de inhoud van brieven of andere poststukken;
de mogelijkheid dat de uitreiking of verzending van brieven of andere poststukken en bijgesloten voorwerpen wordt geweigerd;
hoe wordt gehandeld met niet uitgereikte brieven of andere poststukken of bijgesloten voorwerpen.
Indien een personeelslid of medewerker speciaal is aangewezen om de post te controleren, wordt in de huisregels aangegeven welke functionaris dat is.
7.2.1. Verzending en ontvangst geprivilegieerde post
In de huisregels wordt informatie verstrekt over:
welke controle kan worden uitgeoefend op enveloppen en andere poststukken op bijgesloten voorwerpen en op welke wijze;
het verbod controle uit te oefenen op de inhoud van deze brieven of andere poststukken.
relaties0relaties0
7.3
Bezoek
In de huisregels worden regels gesteld over:
In de huisregels kan informatie worden verstrekt over:
welke frequentie van bezoek is toegestaan (tenminste gedurende een uur per week);
op welke tijden en plaatsen bezoek kan worden ontvangen;
op welke grond het mogelijk is het aantal bezoekers te beperken;
op welke gronden het mogelijk is de toelating tot de verpleegde van bezoek of van een bepaalde persoon of bepaalde personen te weigeren;
op welke gronden toezicht tijdens het bezoek kan worden uitgeoefend, wat dat toezicht inhoudt, dat tevoren aan de verpleegde mededeling wordt gedaan van de aard en reden van het toezicht;
de verplichting van iedere bezoeker zich te legitimeren;
de mogelijkheid een onderzoek aan de kleding van bezoekers te laten plaatsvinden op voorwerpen die gevaar kunnen opleveren voor de orde en veiligheid in de inrichting;
de mogelijkheid dat een onderzoek ook betrekking heeft op door de bezoeker meegebrachte voorwerpen;
wat met dergelijke voorwerpen wordt gedaan door het hoofd van de inrichting;
de bevoegdheid van het hoofd van de inrichting het bezoek binnen de daarvoor bestemde tijd te beëindigen en op welke gronden dat mogelijk is.
7.3.1. Geprivilegieerd bezoek
In de huisregels wordt informatie verstrekt over:
wanneer en waar geprivilegieerd bezoek kan plaatsvinden (met uitzondering van de Centrale Raad voor Strafrechtstoepassing en de commissie van toezicht, die te allen tijde toegang tot de verpleegde hebben). Hierbij wordt vermeld het recht op consulaire bijstand voor vreemdelingen (zoals vermeld in het Verdrag van Wenen van 24 april 1963; art. 36)en de verplichting van het hoofd van de inrichting aan een dergelijk verzoek van een vreemdeling gehoor te geven.
In de huisregels kan informatie worden verstrekt over:
relaties0relaties0
7.4
Telefoneren
In de huisregels wordt informatie verstrekt over:
het recht van de verpleegde in beginsel eenmaal per week gedurende 10 minuten een of meer telefoongesprekken te voeren met personen buiten de inrichting;
de tijden en plaatsen en het voor het gesprek of de gesprekken te gebruiken toestel;
de mogelijkheid van toezicht op het telefoongesprek of de telefoongesprekken en in welke gevallen dat kan plaatsvinden;
de mogelijkheid het voeren van telefoongesprekken of een bepaald telefoongesprek telkens voor een periode van ten hoogste vier weken te weigeren en in welke gevallen dat mogelijk is;
de mogelijkheid een telefoongesprek binnen de daarvoor bestemde tijd te beëindigen en in welke gevallen dat mogelijk is.
7.4.1. Geprivilegieerd telefoneren
In de huisregels wordt informatie verstrekt over:
relaties0relaties0
7.5
Contacten met de media
In de huisregels kan informatie worden verstrekt over:
de mogelijkheid dat de verpleegde toestemming verkrijgt voor het voeren van een gesprek met een vertegenwoordiger van de media en welke belangen daarbij in acht worden genomen;
de mogelijkheid aan de toegang van een vertegenwoordiger van de media tot de inrichting voorwaarden te verbinden;
toezicht dat kan worden uitgeoefend op het contact met de vertegenwoordiger van de media.
relaties0relaties0
8
Verzorging, activiteiten, werkzaamheden en arbeid
8.3
Medische verzorging
In de huisregels wordt informatie verstrekt over:
de tijden en plaatsen dat de aan de inrichting verbonden arts spreekuur houdt;
het recht van de verpleegde voor eigen rekening een arts van zijn keuze te raadplegen;
de procedure volgens welke medicijnen worden verstrekt.
relaties0relaties0
8.4
Voeding, kleding en schoeisel
In de huisregels wordt informatie verstrekt over:
wanneer en waar (op de afdeling) in de inrichting wordt gegeten;
de (mogelijke) verplichting tijdens het verrichten van werkzaamheden of sport aangepaste kleding of schoeisel te dragen;
de wijze waarop en wanneer en waar andere gebruiksartikelen kunnen worden aangekocht dan die welke door het hoofd van de inrichting ter beschikking worden gesteld.
relaties0relaties0
8.5
Organisatie sociale verzorging en hulpverlening in de inrichting
In de huisregels worden regels gesteld over:
In de huisregels kan informatie worden verstrekt over:
de mogelijkheden in de inrichting terzake van sociale verzorging en hulpverlening, vorming en onderwijs, ontspannings- en sportactiviteiten;
de voorwaarden waaronder een tegemoetkoming kan worden verleend in de kosten die aan het volgen van onderwijs en het deelnemen aan andere educatieve activiteiten kunnen zijn verbonden;
de tijden dat verblijf in de buitenlucht, gedurende tenminste een uur per dag, mogelijk is.
relaties0relaties0
8.6
Geld in de inrichting
In de huisregels wordt informatie verstrekt over:
relaties0relaties0
8.7
Arbeid
In de huisregels kan informatie worden verstrekt over:
de gevallen waarin een verpleegde verplicht kan worden binnen de inrichting werkzaamheden te verrichten;
op welke vergoeding daarvoor conform besluit van de Minister van Justitie recht bestaat;
dat de verpleegden niet verplicht kunnen worden op zondag werkzaamheden te verrichten.
relaties0relaties0
Hoofdstuk
18
Beloningsysteem verpleegden
18.1
Het hoofd van de inrichting stelt een beloningsysteem in, met inachtneming van het navolgende `model beloningsysteem verpleegden'.
relaties0relaties0
18.2
Het hoofd van de inrichting treft zoveel als mogelijk adequate voorzieningen om verpleegden in staat te stellen opdrachten of werkzaamheden in het kader van de behandeling te verrichten.
relaties0relaties0
18.3
Model beloningsysteem verpleegden
Het hoofd van de inrichting kan verpleegden opdrachten/werkzaamheden in het kader van de behandeling laten verrichten.
In het beloningsysteem van de inrichting wordt vermeld welke beloning is gekoppeld aan welke opdrachten/werkzaamheden.
Het hoofd van de inrichting stelt voor iedere verpleegde vast, in hoeverre deze in staat is opdrachten/werkzaamheden te verrichten in het kader van zijn behandeling.
De betrokken verpleegde kan in dit verband door het hoofd van de inrichting hetzij als `geschikt voor opdrachten/werkzaamheden in het kader van de behandeling' hetzij als `ongeschikt voor opdrachten/werkzaamheden in het kader van de behandeling' worden aangemerkt.
In het verplegings- en behandelingsplan wordt opgenomen of de verpleegde als geschikt of ongeschikt voor het verrichten van opdrachten/werkzaamheden in het kader van de behandeling is aangemerkt.
De prestaties van de verpleegde ter zake van de verrichte opdrachten/werkzaamheden worden periodiek beoordeeld. Een beoordeling vindt in ieder geval plaats voorafgaand aan het moment dat betaling van de beloning zal plaatsvinden.
Desgewenst kan daarbij een puntensysteem worden gebruikt, waarbij punten kunnen worden gegeven op onderdelen van het werkgedrag (zoals: ijver, verantwoordelijkheidsgevoel, samenwerkingsgerichtheid, verzuim, werkweigering etc.). Een onderdeel van het puntensysteem kan zijn, dat er financiële bonussen gegeven kunnen worden.
Indien een verpleegde door het hoofd van de inrichting in dit verband als ongeschikt voor het verrichten van opdrachten/werkzaamheden in het kader van de behandeling is aangemerkt, hanteert de inrichting het volgende uitgangspunt: de verpleegde die op zichzelf bereid is opdrachten/werkzaamheden in het kader van de behandeling te verrichten krijgt - ongeacht de arbeidsinspanning ten aanzien van (eventueel) aangepaste opdrachten/werkzaamheden - een uitkering bestaande uit een bepaald deel, tenminste 70%, van hetgeen hij had kunnen verdienen (uitgezonderd eventuele financiële bonussen) in het geval van gehele geschiktheid.
relaties0relaties0
relaties0