Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3743/TA, 14 mei 2014, beroep
Uitspraakdatum:14-05-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3743/TA

betreft: [klager] datum: 14 mei 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 18 oktober 2013 van de beklagcommissie bij de FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 maart 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, is gehoord [...], juridisch medewerker bij de inrichting.

Klagers raadsman mr. N.A. Heidanus heeft schriftelijk meegedeeld dat hij noch klager gebruik zal maken van de gelegenheid om ter zitting te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de wijziging van het computerbeleid met ingang van 13 maart 2013 en
a. de inbeslagneming van klagers pc en randapparatuur op 13 maart 2013.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag vermeld onder a. en het beklag vermeld onder b. ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In klagers behandelplan is het bezit van een computer toegestaan. De inrichting heeft het opstarten van klagers eigen niet commercieel bedrijfje passend gestimuleerd. De werkzaamheden als webdesigner zijn aangemoedigd en zodanig belangrijk gevonden dat
de inrichting € 150,= heeft bijgedragen aan de investering van klager voor het opstarten van zijn onderneming. Klager heeft veel geïnvesteerd in zijn toekomst door een goede computer met randapparatuur aan te schaffen. Met klager zijn concrete
afspraken
gemaakt over het gebruik van internet, de computer en de randapparatuur. Klager heeft alle afspraken correct nageleefd. Er is geen enkel incident geweest. Bij de laatste grote computercontrole in oktober 2012 heeft hij zijn computer ongescreend terug
gekregen, omdat hij al zeer lang betrouwbaar was op het gebied van internet en computergebruik. Er is klager geen reëel alternatief geboden voor het gebruiken van de computer. Gezien de context en de voorgeschiedenis is de inbeslagname disproportioneel
zwaar en in strijd met de redelijkheid en de billijkheid. Gelet op klagers persoonlijke belangen bij het bezit van zijn pc en gegevensdragers in zijn verblijfsruimte - in het bijzonder voor wat betreft zijn resocialisatie, behandeling en educatie - is
er sprake van een ondeugdelijke en onredelijke belangenafweging. Klager heeft de computer enkel aangeschaft om zijn bedrijfsactiviteiten te kunnen praktiseren. Het gebruik van de afdelingscomputer is geen reële keuzemogelijkheid. Het is ongewenst dat
klager zijn verloven gebruikt om achter de computer te gaan zitten. Deze zijn bedoeld om te re-integreren en resocialiseren.
Klager heeft kosten gemaakt onder andere voor speciale softwareservice, domeinnamen en een zwaardere meer passende computer. Het is onredelijk om deze investeringen volledig voor klagers rekening te laten komen. De inrichting had klager een passende
compensatie moeten bieden.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het is juist dat het gebruik van de pc, randapparatuur en internet is opgenomen in klagers behandelplan. Dit was opgenomen op grond van het oude beleid net als bij andere verpleegden.
Op elke afdeling staat een pc. In de mediatheek staan meer dan tien pc’s waarvan verpleegden gebruik kunnen maken. Sinds een half jaar is er beperkt toegang tot het internet onder begeleiding mogelijk, met name overheidssites. Er wordt
gesurveilleerd en gekeken of iemand op zijn eigen account is ingelogd. Niet bekend is of klager daar gebruik van maakt. Hij loopt inmiddels stage bij een computerwinkel in Oostrum en tijdens zijn stage - klager heeft nu onbegeleid verlof- kan hij
gebruik maken van een pc en internet. Bij terugkomst van verlof moet hij zijn laptop weer inleveren. Tijdens zijn verlof kan hij in de openbare bibliotheek op het internet. Er wordt toegewerkt naar transmuraal verlof. Klager zit prima in de
behandeling.
Klager wil weer een eigen bedrijfje opstarten. Misschien is dat opportuun in de transmurale fase.
De inrichting heeft alleen compensatie geboden aan verpleegden die apparatuur hadden aangeschaft na de laatste spitactie in oktober 2012 en vóór de invoering van het nieuwe computerbeleid in maart 2013. Klager heeft inmiddels een ander
verlofkader dan ten tijde van de bestreden beslissing(en). Op de resocialisatie-afdeling mogen verpleegden wel over een eigen pc beschikken. Klager kan de inbeslaggenomen apparatuur in de toekomst weer gebruiken. Inmiddels heeft hij gekozen voor een
laptop, omdat die handzamer is. De schade die door klager is opgevoerd van € 8.000,= is niet door hem gespecificeerd. Het bedrijfje had hij al verkocht. Ervan uitgegaan wordt dat wat klager geïnvesteerd heeft ook heeft bijgedragen aan zijn
ontwikkeling.
Klagers resocialisatiebelang is niet geschonden. Inmiddels is ten aanzien van klager en medeverpleegden een nieuwe beslissing genomen op grond van het nieuwe computerbeleid. De beslissing is uitgereikt aan klager en wordt overgelegd aan de
beroepscommissie.

3. De beoordeling
De beroepscommissie sluit met betrekking tot a. aan bij de uitspraak nummer 13/2030/TA d.d. 20 januari 2014 in een soortgelijke beroepszaak.
Zij overweegt dat de wijziging van beleid geen beslissing betreft in de zin van artikel 56 van de Bvt. De beroepscommissie zal in zoverre het beroep ongegrond verklaren.

Ten aanzien van b. sluit de beroepscommissie eveneens aan bij 13/2030/TA en is zij van oordeel dat uit artikel 44, tweede lid, Bvt en artikel 4.3 van het Model huisregels justitiële TBS-inrichtingen de verplichting volgt een wijziging van het
inrichtingsbeleid ten aanzien van het bezit van al dan niet toegestane voorwerpen in de inrichting in de huisregels vast te leggen. Nu de op 13 maart 2013 geldende huisregel 5.2 onder 5 bepaalde dat het bezit van computer- en aanverwante apparatuur in
beginsel was toegestaan, tenzij het behandelplan anders bepaalt - en dit is niet het geval - en de huisregels pas in mei 2013 op dit punt zijn aangepast aan het aangekondigde nieuwe beleid, kan de beslissing van de kliniek naar het oordeel van de
beroepscommissie niet worden gebaseerd op de brief van het hoofd van de inrichting van 19 februari 2013. Dat in de toenmalige bijlage 1 bij de huisregels onder 1m een van artikel 5.2 onder 5 van de huisregels afwijkende bepaling is opgenomen, doet daar
niet af.

De beroepscommissie is van oordeel dat het beroep gegrond is en de bestreden uitspraak moet worden vernietigd met gegrondverklaring van het beklag.

Klager heeft in het beklag aangevoerd dat door hem circa € 8.000,= is geïnvesteerd en dat hij nog steeds kosten heeft voor wat betreft servers en domeinnamen. Hij vindt dat de inrichting een aanbod moet doen tot schadevergoeding. De beroepscommissie
overweegt dat klager de kosten niet heeft gespecificeerd en geen nota’s heeft overgelegd. Voorts acht de beroepscommissie niet aannemelijk geworden dat klagers investeringen, wat de omvang daarvan ook zij, per saldo niets hebben opgeleverd, gelet op
het
feit dat klager zijn bedrijfje al had verkocht, hij de eigendom behoudt van zijn pc, software en randapparatuur en de investeringen zonder twijfel hebben bijgedragen aan het ontwikkelen van zijn expertise. Daarbij komt dat klager inmiddels tijdens
verlof en stage gebruik kan maken van een laptop/pc en internet, zodat hij de opgebouwde expertise kan vasthouden en verder kan ontwikkelen. Klager heeft gelet op deze feiten en omstandigheden onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij (blijvend) schade
lijdt als gevolg van de inbeslagneming van de computer en randapparatuur. De beroepscommissie zal derhalve geen schadevergoedingsaspecten betrekken bij het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming.

Aan klager zal net als in 13/2030/TA een tegemoetkoming van € 5,= worden toegekend.

De beroepscommissie heeft er kennis van genomen dat inmiddels volgend op uitspraak 13/2030/TA ook jegens klager een nieuwe beslissing is genomen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot a. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie. Zij verklaart het beroep met betrekking tot b. gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en
verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent klager een tegemoetkoming toe van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, mr. drs. L.C. Mulder en drs. J.E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 14 mei 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven