Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1719/GV, 30 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:30-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/1719/GV

betreft: [klager] datum: 30 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 mei 2012 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Zijn eerdere beroep is door de RSJ gegrond verklaard bij uitspraak van 11 mei 2012, kenmerk 12/1155/GV, omdat de argumenten van de selectiefunctionaris niet reëel en eerlijk waren. Klager heeft echter
wederom een afwijzing van zijn verzoek gekregen.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris dient na een gegrondverklaring door de RSJ een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is aangevoerd.
Niet juist is dat aan klager niet de benodigde interventies kunnen worden gegeven. Deze kunnen niet worden gegeven omdat hij weigert er aan mee te werken. Er is aanleiding de VI van klager in te trekken, waarmee zijn einddatum twee jaar later kan komen
te liggen.

Op klagers verlofaanvraag zijn ten aanzien van de eerdere verlofaanvraag de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de penitentiaire inrichtingen Vught heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag gelet op klagers grensverleggend en provocerend gedrag jegens vrouwelijk personeel.
De advocaat-generaal bij het ressortparket te Den Bosch heeft aangegeven geen bezwaar te hebben onder de voorwaarde dat klager geen contact zoekt met het slachtoffer en een gebiedsverbod heeft voor Eindhoven.
De politie heeft geen bezwaren.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van zes jaar met aftrek, wegens verkrachting. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 17 oktober 2012. Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van 15 dagen en 61 dagen
gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften te ondergaan.

Zoals ook is overwogen in de uitspraak van 11 mei 2012, met kenmerk 12/1155/GV, dient voorop te worden gesteld dat bij de beoordeling van verzoeken om algemeen verlof een belangenafweging dient te worden gemaakt tussen het individuele belang van de
aanvrager van dat verlof en de algemene belangen van (onder meer) orde, rust en veiligheid in de samenleving. Nu de einddatum van klagers detentie nadert, dient het belang van klager bij een verlof in verband met zijn voorbereiding op een terugkeer in
de maatschappij steeds zwaarder te wegen. De kans dat in dit stadium van zijn detentie nog succesvol interventies kunnen worden aangeboden, laat staan afgerond, is niet realistisch, wat er zij van de mogelijk wisselende bereidheid van klager tot
medewerking hieraan. Dan resteert verlof, zoals hier gevraagd, als een mogelijke bijdrage aan re-integratie van klager.
De beroepscommissie is van oordeel dat de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk moet worden aangemerkt. Het beroep is derhalve gegrond. De Staatsecretaris zal worden
opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak en binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 30 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven