Onderwerp: Bezoek-historie

Beslistermijnen aanvraagprocedure (SB3197)
Geldigheid:30-11-2023 t/m Versie:vergelijk Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

De beslistermijn vangt aan op het moment dat de SVB het aanvraagformulier voor een uitkering ontvangt. Indien de aanvraag via een buitenlands verbindingsorgaan, een Nederlands bestuursorgaan of, indien het een aanvraag om uitkering op grond van de TAS 2014 of TNS betreft, bij het IAS wordt ingediend, begint de beslistermijn te lopen op het moment dat de SVB de aanvraag van het betreffende orgaan heeft ontvangen. In geval van een aanvraag om uitkering op grond van de TSB begint de beslistermijn te lopen op het moment dat het ISBG de aanvraag ontvangt.

Op grond van de artikelen 51 AOW, 64a Anw, 29c AKW, 26 OBR en 6g Remigratiewet dient de SVB op een aanvraag op grond van deze wetten binnen een redelijke termijn na ontvangst van de aanvraag te beslissen. Het tweede lid van genoemde bepalingen regelt dat een redelijke termijn in ieder geval is verstreken wanneer binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag geen beschikking is genomen. Voor de Remigratiewet geldt een termijn van zestien weken. Op grond van het derde lid van deze artikelen is verlenging met een redelijke termijn mogelijk indien de beschikking niet binnen acht respectievelijk zestien weken kan worden genomen. De SVB maakt van deze verlengingstermijn gebruik door de beslistermijn in beginsel met maximaal acht weken te verlengen indien dit nodig is voor onderzoek naar de feiten. De SVB maakt alleen gebruik van een langere verlengingstermijn dan acht weken als zij bij het nemen van de beslissing tot verlenging gemotiveerd kan aangeven dat het onderzoek naar de feiten deze langere termijn noodzakelijk maakt. Voor het recht op AIO-aanvulling gelden de termijn van de artikelen 4:13 en 4:14 Awb omdat de Participatiewet zelf geen beslistermijn kent.

De SVB stuurt personen die in Nederland wonen vijf maanden voor zij de pensioengerechtigde leeftijd bereiken een aanvraagformulier voor een AOW-pensioen. Indien in die gevallen de aanvraag eerder wordt ingediend dan acht weken voor de ingang van het AOW-pensioen, beschouwt de SVB een verlenging van de beslistermijn tot de eerste dag van de maand waarin de aanvrager de pensioengerechtigde leeftijd bereikt als redelijk.

Indien sprake is van vertraging bij het nemen van een beschikking op aanvraag schort de SVB de beslistermijn op zolang de vertraging aan de aanvrager kan worden toegerekend. De SVB rekent de vertraging in ieder geval toe aan de aanvrager indien hij vlak voor het einde van de beslistermijn spontaan nieuwe gegevens overlegt. In dat geval schort zij de beslistermijn met ten hoogste acht weken op.

Als de aanvrager niet of niet tijdig reageert op een verzoek om informatie, anders dan op een verzoek om aanvulling van de aanvraag (zie SB3196 over aanvulling van de aanvraag) rekent de SVB de vertraging eveneens aan hem toe. In dat geval schort de SVB de beslistermijn op met ingang van de dag waarop zij de aanvrager op zijn verzuim heeft gewezen tot de dag waarop de SVB de informatie heeft ontvangen of de hersteltermijn ongebruikt is verstreken.

Op grond van artikel 4:15, tweede lid, onder c Awb wordt de beslistermijn opgeschort in geval van overmacht. Volgens de SVB is in ieder geval sprake van overmacht indien de voor het nemen van een beschikking benodigde gegevens verloren zijn gegaan of voor langere tijd ontoegankelijk zijn als gevolg van abnormale en onvoorziene omstandigheden die liggen buiten de invloedssfeer van de SVB.

Indien de SVB een uitkering tijdelijk bij wijze van voorschot verleent (zie SB1402 over toekenning  van voorschotten) wordt deze beslissing niet aangemerkt als de definitieve beschikking op de aanvraag, als bedoeld in de bepalingen genoemd in de tweede alinea. Indien deze beslissing niet binnen de wettelijke beslistermijn kan worden gegeven, stuurt de SVB een voorschotbeslissing en een kennisgeving van verlenging van de beslistermijn aan de aanvrager.

Grondslag

artikel 29c AKW, artikel 64a Anw, artikel 51 AOW, artikel 26 OBR, artikel 6g Remigratiewet, artikel 8, zesde lid TSB, artikel 4:13, 4:14 en 4:15 Awb

Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB november 2023

Naar boven