Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 13/3171/GV, 12 november 2013, beroep
Uitspraakdatum:12-11-2013

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 13/3171/GV

betreft: [klager] datum: 12 november 2013

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 september 2013 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsvrouw mr. K.C. van Hoogmoed, om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Klagers raadsvrouw heeft op 21 oktober 2013 telefonisch verzocht om een nadere termijn voor het indienen van een nadere reactie. Deze reactie is op 29 oktober 2013 ontvangen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klagers verlof is afgewezen omdat men bang zou zijn voor eerwraak. Klager kent echter de slachtoffers niet en zij hem niet. Klager heeft meegewerkt aan TR. De reclassering staat positief tegenover
overplaatsing naar een beperkt beveiligde inrichting. Nu hij nog geen verlof heeft gehad, mag hij daar niet heen. Klager heeft meegewerkt aan agressietrainingen.
Klager wil graag contact met zijn familie..
In de nadere reactie heeft klagers raadsvrouw aangevoerd dat van een maatschappelijke onaanvaardbaarheid geen sprake is. Klager functioneert goed in de inrichting. De p.i. Nieuwegein is positief ten opzichte van verlening van verlof. Klager heeft op 14
mei 2013 reeds ingestemd met deelname aan TR. Het Openbaar Ministerie heeft geen toelichting gegeven op zijn algemeen geformuleerd negatieve advies. Ongewenst contact met de slachtoffers kan worden ondervangen door het opleggen van een contactverbod.
Klager begrijpt niet dat er in de afwijzende beslissing verwezen wordt naar een oud reclasseringsrapport, dat niet eens is opgesteld ten behoeve van de zaak waar klager thans voor is gedetineerd.
Inmiddels is er een, door de raadsvrouw overgelegd, nieuwe rapportage van 19 september 2013. In deze RISC-analyse geeft de reclassering aan moeilijk tot een inschatting van de risico’s voor recidive te kunnen komen. Wel acht zij de kans aanwezig gelet
op het feit dat klager tijdens het afgelopen toezicht opnieuw veroordeeld is. Het risico op onttrekken schat zij echter laag/gemiddeld in nu klager zich wel aan de afspraken met de reclassering hield.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Uit het risc-onderzoek is gebleken dat er bij klager een hoog gemiddeld recidive risico is. Ook is er een hoog risico op onttrekking aan de voorwaarden en er is risico op letselschade (eerwraak). Het Openbaar Ministerie adviseert negatief. Tot slot
bestaat er onduidelijkheid omtrent de slachtoffers.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de penitentiaire inrichting Nieuwegein heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag onder de voorwaarde dat het verlof niet gelijk valt met het regimaire verlof van zijn vriendin. Verder adviseert de directeur een
contactverbod met de slachtoffers en een locatieverbod voor de stad Utrecht.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Amsterdam heeft aangegeven bezwaar te hebben tegen verlening van verlof gelet op het gepleegde delict. Verder is er ook sprake van huiselijk geweld.
De politie heeft geen direct bezwaar maar adviseert klager niet gelijk met zijn eveneens gedetineerde vriendin verlof te verlenen.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek, wegens onder meer mensenhandel. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 24 augustus 2014.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag. Hij kan in totaal zes verlofaanvragen indienen.

De bestreden beslissing is gebaseerd op het reclasseringsadvies van 4 april 2012, welk advies is opgesteld ten behoeve van de rechtszitting ter zake van - kort gezegd - huiselijk geweld. De verlofaanvraag heeft betrekking op de zaak waarin klager is
veroordeeld voor onder meer mensenhandel. De onderbouwing van de bestreden beslissing met het oude reclasseringsrapport is daarom ondeugdelijk en ontoereikend. Verder blijkt uit de stukken dat klager op 14 mei 2013 heeft ingestemd met deelname aan TR.
Ook is er de dag na de bestreden beslissing een op de actuele situatie toegesneden reclasseringsadvies uitgebracht, waarbij de kans op het zich onttrekken aan toezicht als laag/gemiddeld wordt ingeschat. Daarbij komen de positieve adviezen van de
directeur en de politie en het slechts op een algemene overweging gebaseerde negatieve advies van het Openbaar Ministerie.
Gezien het voorgaande kan de beslissing van de Staatssecretaris wegens een motiveringsgebrek niet in stand blijven. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en de beslissing van de Staatssecretaris zal worden vernietigd. De Staatssecretaris zal
worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem - Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 12 november 2013.

secretaris voorzitter

Naar boven