Derde
titel
Van de vennootschap onder ene firma en van die bij wijze van geldschieting of "en commandite" genaamd
Artikel
15
De in dezen titel genoemde vennootschappen worden geregeerd door de overeenkomsten van partijen, door dit Wetboek en door het Burgerlijk Regt.
relaties0relaties0
Artikel
16
De vennootschap onder eene firma is de maatschap, tot de uitoefening van een bedrijf onder eenen gemeenschappelijken naam aangegaan.
relaties0relaties0
Artikel
17
1. Elk der vennooten, die daarvan niet is uitgesloten, is bevoegd ten name der vennootschap te handelen, gelden uit te geven en te ontvangen, en de vennootschap aan derden, en derden aan de vennootschap te verbinden.
relaties0 2. Handelingen welke niet tot de vennootschap betrekkelijk zijn, of tot welke de vennooten volgens de overeenkomst onbevoegd zijn, worden onder deze bepaling niet begrepen.
relaties0
relaties0
Artikel
18
In vennootschappen onder eene firma is elk der vennooten, wegens de verbindtenissen der vennootschap, hoofdelijk verbonden.
relaties0relaties0
Artikel
19
1. De vennootschap bij wijze van geldschieting, anders
en commandite genaamd, wordt aangegaan tusschen eenen persoon, of tusschen meerdere hoofdelijk verbonden vennoten, en eenen of meer andere personen als geldschieters.
relaties0 2. Eene vennootschap kan alzoo te gelijker tijd zijn eene vennootschap onder eene firma, ten aanzien van de vennooten onder de firma, en eene vennootschap bij wijze van geldschieting, ten aanzien van den geldschieter.
relaties0 3. De vennootschap bij wijze van geldschieting heeft geen in aandelen verdeeld kapitaal.
relaties0
relaties0
Artikel
20
1. Behoudens de uitzondering, in het tweede lid van
art. 30 voorkomende, mag de naam van den vennoot bij wijze van geldschieting in de firma niet worden gebezigd.
relaties0 2. Deze vennoot mag geene daad van beheer verrigten of in de zaken van de vennootschap werkzaam zijn, zelfs niet uit kracht eener volmagt.
relaties0 3. Hij draagt niet verder in de schade dan ten beloope der gelden, welke hij in de vennootschap heeft ingebragt of heeft moeten inbrengen, zonder dat hij immer tot teruggave van genotene winsten verpligt zij.
relaties0
relaties0
Artikel
21
De vennoot bij wijze van geldschieting, die de bepalingen van het eerste of van het tweede lid van het vorige artikel overtreedt, is wegens alle de schulden en verbindtenissen van de vennootschap hoofdelijk verbonden.
relaties0relaties0
Artikel
22
De vennootschappen onder eene firma moeten worden aangegaan bij authentieke of bij onderhandsche akte, zonder dat het gemis eener akte aan derden kan worden tegengeworpen.
relaties0relaties0
Artikel
23
De vennooten onder eene firma zijn verpligt de vennootschap te doen inschrijven in het handelsregister, overeenkomstig de daarvoor geldende wettelijke bepalingen.
relaties0relaties0
Artikel
29
Zoolang de inschrijving in het handelsregister niet is geschied, zal de vennootschap onder eene firma, ten aanzien van derden, worden aangemerkt als algemeen voor alle zaken, als aangegaan voor eenen onbepaalden tijd, en als geenen der vennooten uitsluitende van het regt om voor de firma te handelen en te teekenen.
relaties0relaties0
Artikel
30
1. De firma van eene ontbondene vennootschap kan, het zij uit kracht der overeenkomst, het zij indien de gewezen vennoot, wiens naam in de firma voorkwam, daarin uitdrukkelijk toestemt, of, bij overlijden, deszelfs erfgenamen zich niet daartegen verzetten, door eenen of meer personen worden aangehouden, welke, ten blijke daarvan, eene akte moeten uitbrengen, en dezelve doen inschrijven in het handelsregister, overeenkomstig de daarvoor geldende wettelijke bepalingen.
relaties0 2. De bepaling van het eerste lid van
art. 20 is niet toepasselijk, indien de afgetredene, van vennoot onder eene firma, vennoot bij wijze van geldschieting is geworden.
relaties0
relaties0
Artikel
31
De ontbinding eener vennootschap onder eene firma vóór den tijd bij de overeenkomst bepaald, of door afstand of opzegging tot stand gebragt, derzelver verlenging na verloop van het bepaalde tijdstip, mitsgaders alle veranderingen in de oorspronkelijke overeenkomst gemaakt, welke derden aangaan, zijn aan de voormelde inschrijving onderworpen.
relaties0relaties0
Artikel
32
1. Bij de ontbinding der vennootschap zullen de vennooten, die het regt van beheer hebben gehad, de zaken der gewezen vennootschap moeten vereffenen in naam van dezelfde firma, ten zij bij de overeenkomst anders ware bepaald, of de gezamenlijke vennooten (die bij wijze van geldschieting niet daaronder begrepen), hoofdelijk en bij meerderheid van stemmen, eenen anderen vereffenaar hadden benoemd.
relaties0 2. Indien de stemmen staken beschikt de arrondissements-regtbank, zoodanig als zij in het belang der ontbondene vennootschap meest geraden zal achten.
relaties0
relaties0
Artikel
33
Indien de staat der kas van de ontbondene vennootschap niet toereikt om de opeischbare schulden te betalen, zullen zij, die met de vereffening belast zijn, de benoodigde penningen kunnen vorderen, welke door elk der vennooten, voor zijn aandeel in de vennootschap, zullen moeten worden ingebragt.
relaties0relaties0
Artikel
34
De gelden die gedurende de vereffening uit de kas der vennootschap kunnen gemist worden, zullen voorloopig worden verdeeld.
relaties0relaties0 relaties0
Zesde
titel
Van wisselbrieven en orderbriefjes
Eerste
afdeeling
Van de uitgifte en den vorm van den wisselbrief
Artikel
100
De wisselbrief behelst:
1°.de benaming "wisselbrief", opgenomen in den tekst zelf en uitgedrukt in de taal, waarin de titel is gesteld;
relaties0
2°.de onvoorwaardelijke opdracht tot betaling van een bepaalde som;
relaties0
3°.den naam van dengene, die betalen moet (betrokkene);
relaties0
4°.de aanwijzing van den vervaldag;
relaties0
5°.die van de plaats, waar de betaling moet geschieden;
relaties0
6°.den naam van dengene, aan wien of aan wiens order de betaling moet worden gedaan;
relaties0
7°.de vermelding van de dagteekening, alsmede van de plaats, waar de wisselbrief is getrokken;
relaties0
8°.de handteekening van dengene, die den wisselbrief uitgeeft (trekker).
relaties0
relaties0relaties0
Artikel
101
1. De titel, waarin ééne der vermeldingen, in het voorgaande artikel aangegeven, ontbreekt, geldt niet als wisselbrief, behoudens in de hieronder genoemde gevallen:
relaties0 2. De wisselbrief, waarvan de vervaldag niet is aangewezen, wordt beschouwd als betaalbaar op zicht.
relaties0 3. Bij gebreke van een bijzondere aanwijzing wordt de plaats, aangegeven naast den naam van den betrokkene, geacht te zijn de plaats van betaling en tevens de plaats van het domicilie des betrokkenen.
relaties0 4. De wisselbrief, welke niet de plaats aanwijst, waar hij is getrokken, wordt geacht te zijn onderteekend in de plaats, aangegeven naast den naam des trekkers.
relaties0
relaties0
Artikel
102
1. De wisselbrief kan aan de order van den trekker luiden.
relaties0 2. Hij kan worden getrokken op den trekker zelf.
relaties0 3. Hij kan worden getrokken voor rekening van eenen derde. De trekker wordt geacht voor zijne eigene rekening te hebben getrokken, indien uit den wisselbrief of uit den adviesbrief niet blijkt, voor wiens rekening zulks is geschied.
relaties0
relaties0
Artikel
102a
1. Wanneer de trekker op den wisselbrief de vermelding "waarde ter incasseering", "ter incasso", "in lastgeving", of eenige andere vermelding met zich brengend een bloote opdracht tot inning, heeft geplaatst, kan de nemer alle uit den wisselbrief voortvloeiende rechten uitoefenen, maar hij kan dezen niet anders endosseeren dan bijwege van lastgeving.
relaties0 2. Bij een zoodanigen wisselbrief kunnen de wisselschuldenaren aan den houder slechts de verweermiddelen tegenwerpen, welke aan den trekker zouden kunnen worden tegengeworpen.
relaties0 3. De opdracht, vervat in een incasso-wisselbrief, eindigt niet door den dood of de latere onbekwaamheid van den lastgever.
relaties0
relaties0
Artikel
103
Een wisselbrief kan betaalbaar zijn aan de woonplaats van eenen derde, hetzij in de plaats, waar de betrokkene zijn domicilie heeft, hetzij in een andere plaats.
relaties0relaties0
Artikel
104
1. In eenen wisselbrief, betaalbaar op zicht of een zekeren tijd na zicht, kan de trekker bepalen, dat de som rente draagt. In elken anderen wisselbrief wordt deze clausule voor niet geschreven gehouden.
relaties0 2. De rentevoet moet in den wisselbrief worden aangegeven. Bij gebreke hiervan wordt de renteclausule voor niet geschreven gehouden.
relaties0 3. De rente loopt te rekenen van de dagteekening van den wisselbrief, tenzij een andere dag is aangegeven.
relaties0
relaties0
Artikel
105
1. De wisselbrief, waarvan het bedrag voluit in letters en tevens in cijfers is geschreven, geldt, in geval van verschil, ten beloope van de som, voluit in letters geschreven.
relaties0 2. De wisselbrief, waarvan het bedrag meermalen is geschreven, hetzij voluit in letters, hetzij in cijfers, geldt, in geval van verschil, slechts ten beloope van de kleinste som.
relaties0
relaties0
Artikel
106
Indien de wisselbrief handteekeningen bevat van personen, die onbekwaam zijn zich door middel van eenen wisselbrief te verbinden, valsche handteekeningen, of handteekeningen van verdichte personen, of handteekeningen, welke, onverschillig om welke andere reden, de personen, die die handteekeningen hebben geplaatst of in wier naam zulks is geschied, niet kunnen verbinden, zijn de verbintenissen der andere personen, wier handteekeningen op den wisselbrief voorkomen, desniettemin geldig.
relaties0relaties0
Artikel
107
Ieder, die zijne handteekening op eenen wisselbrief plaatst als vertegenwoordiger van eenen persoon, voor wien hij niet de bevoegdheid had te handelen, is zelf krachtens den wisselbrief verbonden, en heeft, betaald hebbende, dezelfde rechten, als de beweerde vertegenwoordigde zou hebben gehad. Hetzelfde geldt ten aanzien van den vertegenwoordiger, die zijne bevoegdheid heeft overschreden.
relaties0relaties0
Artikel
108
1. De trekker staat in voor de acceptatie en voor de betaling.
relaties0 2. Hij kan zijne verplichting, voor de acceptatie in te staan, uitsluiten; elke clausule, waarbij hij de verplichting, voor de betaling in te staan, uitsluit, wordt voor niet-geschreven gehouden.
relaties0
relaties0
Artikel
109
Indien een wisselbrief, onvolledig ten tijde der uitgifte, is volledig gemaakt in strijd met de aangegane overeenkomsten, kan de niet-naleving van die overeenkomsten niet worden tegengeworpen aan den houder, die de wissel te goeder trouw heeft verkregen.
relaties0relaties0
Artikel
109a
De trekker is verplicht, ter keuze van den nemer, den wisselbrief te stellen betaalbaar aan den nemer zelven, of aan eenigen anderen persoon, in beide gevallen aan order of zonder bijvoeging van order dan wel met bijvoeging van eene uitdrukking, als bedoeld in artikel 110, tweede lid.
relaties0relaties0
Artikel
109b
De trekker, of degene voor wiens rekening de wisselbrief is getrokken, is verplicht zorg te dragen, dat de betrokkene, ten vervaldage, in handen hebbe het noodige fonds tot betaling, zelfs indien de wisselbrief bij eenen derde is betaalbaar gesteld, met dien verstande echter, dat de trekker zelf in alle gevallen aan den houder en de vroegere endossanten persoonlijk verantwoordelijk blijft.
relaties0relaties0
Artikel
109c
De betrokkene wordt geacht, het noodige fonds in handen te hebben, indien hij bij het vervallen van den wisselbrief of op het tijdstip, waarop ingevolge het derde lid van artikel 142 de houder regres kan nemen, aan den trekker of aan dengene voor wiens rekening is getrokken, eene opeischbare som schuldig is, ten minste gelijkstaande met het beloop van den wisselbrief.
relaties0relaties0 relaties0
Tweede
afdeeling
Van het endossement
Artikel
110
1. Elke wisselbrief, ook die welke niet uitdrukkelijk aan order luidt, kan door middel van endossement worden overgedragen.
relaties0 2. Indien de trekker in den wisselbrief de woorden: "niet aan order" of een soortgelijke uitdrukking heeft opgenomen, kan het stuk slechts worden overgedragen in den vorm en met de gevolgen van een gewone cessie. Een op zulk een wisselbrief geplaatst endossement geldt als een gewone cessie.
relaties0 3. Het endossement kan worden gesteld zelfs ten voordeele van den betrokkene, al of niet acceptant, van den trekker, of van elken anderen wisselschuldenaar. Deze personen kunnen den wisselbrief opnieuw endosseeren.
relaties0
relaties0
Artikel
111
1. Het endossement moet onvoorwaardelijk zijn. Elke daarin opgenomen voorwaarde wordt voor niet-geschreven gehouden.
relaties0 2. Het gedeeltelijke endossement is nietig.
relaties0 3. Het endossement aan toonder geldt als endossement in blanco.
relaties0
relaties0
Artikel
112
1. Het endossement moet worden gesteld op den wisselbrief of op een daaraan vastgehecht blad (verlengstuk). Het moet worden onderteekend door den endossant.
relaties0 2. Het endossement kan den geëndosseerde onvermeld laten of bestaan uit de enkele handteekening van den endossant (endossement in blanco). In het laatste geval moet het endossement, om geldig te zijn, op de rugzijde van den wisselbrief of op het verlengstuk worden gesteld.
relaties0
relaties0
Artikel
113
1. Door het endossement worden alle uit den wisselbrief voortvloeiende rechten overgedragen.
relaties0 2. Indien het endossement in blanco is, kan de houder:
1°.het blanco invullen, hetzij met zijn eigen naam, hetzij met den naam van een anderen persoon;
relaties0
2°.den wisselbrief wederom in blanco of aan een anderen persoon endosseeren;
relaties0
3°.den wisselbrief aan eenen derde overgeven, zonder het blanco in te vullen en zonder hem te endosseeren.
relaties0
relaties0
relaties0
Artikel
114
1. Tenzij het tegendeel bedongen is, staat de endossant in voor de acceptatie en voor de betaling.
relaties0 2. Hij kan een nieuw endossement verbieden; in dat geval staat hij tegenover de personen, aan wie de wisselbrief later is geëndosseerd, niet in voor de acceptatie en voor de betaling.
relaties0
relaties0
Artikel
115
1. Hij, die eenen wisselbrief onder zich heeft, wordt beschouwd als de rechtmatige houder, indien hij van zijn recht doet blijken door een ononderbroken reeks van endossementen, zelfs indien het laatste endossement in blanco is gesteld. De doorgehaalde endossementen worden te dien aanzien voor niet geschreven gehouden. Wanneer een endossement in blanco door een ander endossement is gevolgd, wordt de onderteekenaar van dit laatste geacht den wisselbrief door een endossement in blanco verkregen te hebben.
relaties0 2. Indien iemand, op welke wijze dan ook, het bezit van den wisselbrief heeft verloren, is de houder, die van zijn recht doet blijken op de wijze, bij het voorgaande lid aangegeven, niet verplicht den wisselbrief af te geven, indien hij deze te goeder trouw heeft verkregen.
relaties0
relaties0
Artikel
116
Zij, die uit hoofde van den wisselbrief worden aangesproken, kunnen de verweermiddelen, gegrond op hun persoonlijke verhouding tot den trekker of tot vroegere houders, niet aan den houder tegenwerpen, tenzij deze bij de verkrijging van den wisselbrief desbewust ten nadeele van den schuldenaar heeft gehandeld.
relaties0relaties0
Artikel
117
1. Wanneer het endossement de vermelding bevat: "waarde ter incasseering", "ter incasso", "in lastgeving", of eenige andere vermelding, met zich brengend een bloote opdracht tot inning, kan de houder alle uit den wisselbrief voortvloeiende rechten uitoefenen, maar hij kan dezen niet anders endosseeren dan bij wege van lastgeving.
relaties0 2. De wisselschuldenaren kunnen in dat geval aan den houder slechts de verweermiddelen tegenwerpen, welke aan den endossant zouden kunnen worden tegengeworpen.
relaties0 3. De opdracht, vervat in een incasso-endossement, eindigt niet door den dood of door de latere onbekwaamheid van den lastgever.
relaties0
relaties0
Artikel
118
1. Wanneer een endossement de vermelding bevat: "waarde tot zekerheid", "waarde tot pand", of eenige andere vermelding, welke inpandgeving met zich brengt, kan de houder alle uit den wisselbrief voortvloeiende rechten uitoefenen, maar een door hem gesteld endossement geldt slechts als endossement bij wege van lastgeving.
relaties0 2. De wisselschuldenaren kunnen den houder de verweermiddelen, gegrond op hun persoonlijke verhouding tot den endossant, niet tegenwerpen, tenzij de houder bij de ontvangst van den wisselbrief desbewust ten nadeele van den schuldenaar heeft gehandeld.
relaties0
relaties0
Artikel
119
1. Een endossement, gesteld na den vervaldag, heeft dezelfde gevolgen als een endossement, gesteld vóór den vervaldag. Echter heeft het endossement, gesteld na het protest van non-betaling of na het verstrijken van den termijn, voor het opmaken van het protest bepaald, slechts de gevolgen eener gewone cessie.
relaties0 2. Behoudens tegenbewijs wordt het endossement zonder dagteekening geacht te zijn gesteld vóór het verstrijken van den termijn, voor het opmaken van het protest bepaald.
relaties0
relaties0 relaties0
Derde
afdeeling
Van de acceptatie
Artikel
120
De wisselbrief kan tot den vervaldag door den houder of door iemand, die hem enkel onder zich heeft, aan den betrokkene te zijner woonplaats ter acceptatie worden aangeboden.
relaties0relaties0
Artikel
121
1. In elken wisselbrief kan de trekker, al dan niet met vaststelling van een termijn, bepalen, dat deze ter acceptatie moet worden aangeboden.
relaties0 2. Hij kan in den wisselbrief de aanbieding ter acceptatie verbieden, behoudens in wisselbrieven, betaalbaar bij eenen derde, of betaalbaar in een andere plaats dan die van het domicilie des betrokkenen of betaalbaar een zekeren tijd na zicht.
relaties0 3. Hij kan ook bepalen, dat de aanbieding ter acceptatie niet kan plaats hebben vóór een bepaalden dag.
relaties0 4. Tenzij de trekker heeft verklaard, dat de wisselbrief niet vatbaar is voor acceptatie, kan elke endossant, al dan niet met vaststelling van eenen termijn, bepalen, dat hij ter acceptatie moet worden aangeboden.
relaties0
relaties0
Artikel
122
1. Wisselbrieven, betaalbaar een zekeren tijd na zicht, moeten ter acceptatie worden aangeboden binnen een jaar na hunne dagteekening.
relaties0 2. De trekker kan dezen termijn verkorten of verlengen.
relaties0 3. De endossanten kunnen deze termijnen verkorten.
relaties0
relaties0
Artikel
123
1. De betrokkene kan verzoeken, dat hem een tweede aanbieding wordt gedaan den dag, volgende op de eerste. Belanghebbenden zullen zich er niet op mogen beroepen, dat aan dit verzoek geen gevolg is gegeven, tenzij het verzoek in het protest is vermeld.
relaties0 2. De houder is niet verplicht, den ter acceptatie aangeboden wisselbrief aan den betrokkene af te geven.
relaties0
relaties0
Artikel
124
1. De acceptatie wordt op den wisselbrief gesteld. Zij wordt uitgedrukt door het woord: "geaccepteerd", of door een soortgelijk woord; zij wordt door den betrokkene onderteekend. De enkele handteekening van den betrokkene, op de voorzijde van den wisselbrief gesteld, geldt als acceptatie.
relaties0 2. Wanneer de wisselbrief betaalbaar is een zekeren tijd na zicht, of wanneer hij krachtens een uitdrukkelijk beding ter acceptatie moet worden aangeboden binnen een bepaalden termijn, moet de acceptatie als dagteekening inhouden den dag, waarop zij is geschied, tenzij de houder dien van de aanbieding eischt. Bij gebreke van dagteekening moet de houder dit verzuim door een tijdig protest doen vaststellen, op straffe van verlies van zijn recht van regres op de endossanten en op den trekker, die fonds heeft bezorgd.
relaties0
relaties0
Artikel
125
1. De acceptatie is onvoorwaardelijk, maar de betrokkene kan haar beperken tot een gedeelte van de som.
relaties0 2. Elke andere wijziging, door den acceptant met betrekking tot het in den wisselbrief vermelde aangebracht, geldt als weigering van acceptatie. De acceptant is echter gehouden overeenkomstig den inhoud zijner acceptatie.
relaties0
relaties0
Artikel
126
1. Wanneer de trekker den wisselbrief op een andere plaats dan die van het domicilie des betrokkenen heeft betaalbaar gesteld, zonder eenen derde aan te wijzen, bij wien de betaling moet worden gedaan, kan de betrokkene dezen bij de acceptatie aanwijzen. Bij gebreke van zoodanige aanwijzing wordt de acceptant geacht zich verbonden te hebben zelf te betalen op de plaats van betaling.
relaties0 2. Indien de wisselbrief betaalbaar is aan het domicilie des betrokkenen, kan deze, in de acceptatie, een adres aanwijzen, in dezelfde plaats, waar de betaling moet worden gedaan.
relaties0
relaties0
Artikel
127
1. Door de acceptatie verbindt de betrokkene zich, den wisselbrief op den vervaldag te betalen.
relaties0 2. Bij gebreke van betaling heeft de houder, al ware hij de trekker, tegen den acceptant een rechtstreeksche vordering, uit den wisselbrief voortspruitend, voor al hetgeen kan worden gevorderd krachtens de
artikelen 147 en
148.
relaties0
relaties0
Artikel
127a
Hij, die het noodige fonds in handen heeft, bijzonderlijk bestemd tot de betaling van eenen getrokken wisselbrief, is, op straffe van schadevergoeding jegens den trekker, tot de acceptatie verplicht.
relaties0relaties0
Artikel
127b
1. Belofte om eenen wisselbrief te zullen accepteeren geldt niet als acceptatie, maar geeft aan den trekker eene rechtsvordering tot schadevergoeding tegen den belover, die weigert zijne belofte gestand te doen.
relaties0 2. Deze schade bestaat in de kosten van protest en herwissel, wanneer de wisselbrief voor des trekkers eigene rekening was getrokken.
relaties0 3. Wanneer de trekking voor rekening van eenen derde was gedaan, bestaat de schade in de kosten van protest en herwissel, en in het beloop van hetgeen de trekker, uit hoofde van de bekomene toezegging van den belover, aan dien derde, op het crediet van den wisselbrief, heeft voorgeschoten.
relaties0
relaties0
Artikel
127c
De trekker is verplicht aan den betrokkene tijdig kennis of advies te geven van den door hem getrokken wisselbrief, en, bij nalatigheid daarvan, gehouden tot vergoeding van de kosten, door weigering van acceptatie of betaling uit dien hoofde gevallen.
relaties0relaties0
Artikel
127d
Indien de wisselbrief voor rekening van eenen derde is getrokken, is deze alleen daarvoor aan den acceptant verbonden.
relaties0relaties0
Artikel
128
1. Indien de betrokkene zijn op den wisselbrief gestelde acceptatie heeft doorgehaald vóór de teruggave van den wisselbrief, wordt de acceptatie geacht te zijn geweigerd. Behoudens tegenbewijs wordt de doorhaling geacht te zijn geschied vóór de teruggave van den wisselbrief.
relaties0 2. Indien echter de betrokkene van zijne acceptatie schriftelijk heeft doen blijken aan den houder of aan iemand, wiens handteekening op den wisselbrief voorkomt, is hij tegenover dezen gehouden overeenkomstig den inhoud van zijne acceptatie.
relaties0
relaties0 relaties0
Vierde
afdeeling
Van het aval
Artikel
129
1. De betaling van eenen wisselbrief kan voor het geheel of een gedeelte van de wisselsom door eenen borgtocht (aval) worden verzekerd.
relaties0 2. Deze borgtocht kan door eenen derde, of zelfs door iemand, wiens handteekening op den wisselbrief voorkomt, worden gegeven.
relaties0
relaties0
Artikel
130
1. Het aval wordt op den wisselbrief of op een verlengstuk gesteld.
relaties0 2. Het wordt uitgedrukt door de woorden: "goed voor aval" of door een soortgelijke uitdrukking; het wordt door den avalgever onderteekend.
relaties0 3. De enkele handteekening van den avalgever, gesteld op de voorzijde van den wisselbrief, geldt als aval, behalve wanneer de handteekening die is van den betrokkene of van den trekker.
relaties0 4. Het kan ook geschieden bij een afzonderlijk geschrift of bij een brief, vermeldende de plaats, waar het is gegeven.
relaties0 5. In het aval moet worden vermeld, voor wien het is gegeven. Bij gebreke hiervan wordt het geacht voor den trekker te zijn gegeven.
relaties0
relaties0
Artikel
131
1. De avalgever is op dezelfde wijze verbonden als degenen, voor wien het aval is gegeven.
relaties0 2. Zijne verbintenis is geldig, zelfs indien, wegens een andere oorzaak dan een vormgebrek, de door hem gewaarborgde verbintenis nietig is.
relaties0 3. Door te betalen verkrijgt de avalgever de rechten, welke krachtens den wisselbrief kunnen worden uitgeoefend tegen dengene, voor wien het aval is gegeven en tegen degenen, die tegenover dezen krachtens den wisselbrief verbonden zijn.
relaties0
relaties0 relaties0
Vijfde
afdeeling
Van den vervaldag
Artikel
132
1. Een wisselbrief kan worden getrokken:
op zicht;
op een zekeren tijd na zicht;
op een zekeren tijd na dagteekening;
op een bepaalden dag.
relaties0 2. Wisselbrieven met anders bepaalde vervaldagen of in termijnen betaalbaar zijn nietig.
relaties0
relaties0
Artikel
133
1. De wisselbrief, getrokken op zicht, is betaalbaar bij de aanbieding. Hij moet ter betaling worden aangeboden binnen een jaar na zijne dagteekening. De trekker kan dezen termijn verkorten of verlengen. De endossanten kunnen deze termijnen verkorten.
relaties0 2. De trekker kan voorschrijven, dat een wisselbrief niet ter betaling mag worden aangeboden vóór een bepaalden dag. In dat geval loopt de termijn van aanbieding van dien dag af.
relaties0
relaties0
Artikel
134
1. De vervaldag van eenen wisselbrief, getrokken op een zekeren tijd na zicht, wordt bepaald, hetzij door de dagteekening der acceptatie, hetzij door die van het protest.
relaties0 2. Bij gebreke van protest wordt de niet-gedagteekende acceptatie ten aanzien van den acceptant geacht te zijn gedaan op den laatsten dag van den termijn, voor de aanbieding ter acceptatie voorgeschreven.
relaties0
relaties0
Artikel
135
1. De wisselbrief, getrokken op een of meer maanden na dagteekening of na zicht, vervalt op den overeenkomstigen dag van de maand, waarin de betaling moet worden gedaan. Bij gebreke van een overeenkomstigen dag vervalt een zoodanige wisselbrief op den laatsten dag van die maand.
relaties0 2. Bij eenen wisselbrief, getrokken op een of meer maanden en een halve maand na dagteekening of na zicht, worden eerst de geheele maanden gerekend.
relaties0 3. Is de vervaldag bepaald op het begin, het midden (half Januari, half Februari enz.) of op het einde van eene maand, dan wordt onder die uitdrukkingen verstaan: de eerste, de vijftiende, de laatste van die maand.
relaties0 4. Onder de uitdrukkingen: "acht dagen", "vijftien dagen", moet worden verstaan niet ééne of twee weken, maar een termijn van acht of van vijftien dagen.
relaties0 5. De uitdrukking "halve maand" duidt eenen termijn van vijftien dagen aan.
relaties0
relaties0
Artikel
136
1. De vervaldag van eenen wisselbrief, betaalbaar op een bepaalden dag, in eene plaats, waar de tijdrekening een andere is dan die van de plaats van uitgifte, wordt geacht te zijn vastgesteld volgens de tijdrekening van de plaats van betaling.
relaties0 2. De dag van uitgifte van eenen wisselbrief, getrokken tusschen twee plaatsen met verschillende tijdrekening en betaalbaar een zekeren tijd na dagteekening, wordt herleid tot den overeenkomstigen dag van de tijdrekening van de plaats van betaling en de vervaldag wordt dienovereenkomstig vastgesteld.
relaties0 3. De termijnen van aanbieding der wisselbrieven worden berekend overeenkomstig de bepalingen van het voorgaande lid.
relaties0 4. Dit artikel is niet van toepassing, indien uit eene in den wisselbrief opgenomen clausule of uit zijne bewoordingen een afwijkende bedoeling kan worden afgeleid.
relaties0
relaties0 relaties0
Zesde
afdeeling
Van de betaling
Artikel
137
1. De houder van eenen wisselbrief, betaalbaar op een bepaalden dag of een zekeren tijd na dagteekening of na zicht, moet dezen ter betaling aanbieden, hetzij den dag, waarop hij betaalbaar is, hetzij eenen der twee daaropvolgende werkdagen.
relaties0 2. De aanbieding van eenen wisselbrief aan eene verrekeningskamer geldt als aanbieding ter betaling. Bij algemeenen maatregel van bestuur zullen de instellingen worden aangewezen, die in den zin van dezen Titel als verrekeningskamers worden beschouwd.
relaties0
relaties0
Artikel
138
1. Buiten het geval, in
artikel 167b vermeld, kan de betrokkene, den wisselbrief betalende, vorderen, dat hem deze, van behoorlijke kwijting van den houder voorzien, wordt uitgeleverd.
relaties0 2. De houder mag niet weigeren een gedeeltelijke betaling aan te nemen.
relaties0 3. In geval van gedeeltelijke betaling kan de betrokkene vorderen, dat van die betaling op den wisselbrief melding wordt gemaakt en dat hem daarvoor kwijting wordt gegeven.
relaties0
relaties0
Artikel
139
1. De houder van eenen wisselbrief kan niet genoodzaakt worden, vóór den vervaldag betaling te ontvangen.
relaties0 2. De betrokkene, die vóór den vervaldag betaalt, doet zulks op eigen verantwoordelijkheid.
relaties0 3. Hij, die op den vervaldag betaalt, is deugdelijk gekweten, mits er zijnerzijds geen bedrog plaats heeft of grove schuld aanwezig is. Hij is gehouden, de regelmatigheid van de reeks van endossementen, maar niet de handteekening der endossanten te onderzoeken.
relaties0 4. Indien hij, niet bevrijdend betaald hebbende, verplicht wordt, ten tweede male te betalen, heeft hij verhaal op allen die de wissel niet te goeder trouw hebben verkregen.
relaties0
relaties0
Artikel
140
1. Een wisselbrief, waarvan de betaling is bedongen in ander geld dan dat van de plaats van betaling, kan worden betaald in het geld van het land volgens zijne waarde op den vervaldag. Indien de schuldenaar in gebreke is, kan de houder te zijner keuze vorderen, dat de wisselsom betaald wordt in het geld van het land volgens den koers, hetzij van den vervaldag, hetzij van den dag van betaling.
relaties0 2. De waarde van het vreemde geld wordt bepaald volgens de gebruiken van de plaats van betaling. De trekker kan echter voorschrijven, dat het te betalen bedrag moet worden berekend volgens een in den wisselbrief voorgeschreven koers.
relaties0 3. Het bovenstaande is niet van toepassing, indien de trekker heeft voorgeschreven, dat de betaling moet geschieden in een bepaald aangeduid geld (clausule van werkelijke betaling in vreemd geld).
relaties0 4. Indien het bedrag van den wisselbrief is aangegeven in geld, hetwelk dezelfde benaming, maar eene verschillende waarde heeft in het land van uitgifte en in dat van betaling, wordt men vermoed het geld van de plaats van betaling te hebben bedoeld.
relaties0
relaties0
Artikel
141
Bij gebreke van aanbieding ter betaling van den wisselbrief binnen den termijn, bij artikel 137 vastgesteld, heeft elke schuldenaar de bevoegdheid, het bedrag te bevoegder plaatse in consignatie te geven, op kosten en onder verantwoordelijkheid van den houder.
relaties0relaties0 relaties0
Zevende
afdeeling
Van het recht van regres in geval van non-acceptatie of non-betaling
Artikel
142
1. De houder kan zijn recht van regres op de endossanten, den trekker en de andere wisselschuldenaren uitoefenen:
Op den vervaldag:
indien de betaling niet heeft plaats gehad;
relaties0 2. Zelfs vóór den vervaldag:
1°.indien de acceptatie geheel of gedeeltelijk is geweigerd;
relaties0
2°.in geval van faillissement van den betrokkene, al of niet acceptant, of het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen en van het oogenblik af, waarop eene hem verleende surséance van betaling is ingegaan;
relaties0
3°.in geval van faillissement van den trekker of het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van een niet voor acceptatie vatbaren wisselbrief.
relaties0
relaties0
relaties0
Artikel
143
1. De weigering van acceptatie of van betaling moet worden vastgesteld bij authentieke acte (protest van non-acceptatie of van non-betaling).
relaties0 2. Het protest van non-acceptatie moet worden opgemaakt binnen de termijnen, voor de aanbieding ter acceptatie vastgesteld. Indien, in het geval bij
artikel 123, lid 1, voorzien, de eerste aanbieding heeft plaats gehad op den laatsten dag van den termijn, kan het protest nog op den volgenden dag worden gedaan.
relaties0 3. Het protest van non-betaling van eenen wisselbrief, betaalbaar op een bepaalden dag of zekeren tijd na dagteekening of na zicht, moet worden gedaan op éénen der twee werkdagen, volgende op den dag, waarop de wisselbrief betaalbaar is. Indien het eenen wisselbrief, betaalbaar op zicht, betreft, moet het protest worden gedaan, overeenkomstig de bepalingen bij het voorgaande lid vastgesteld voor het opmaken van het protest van non-acceptatie.
relaties0 4. Het protest van non-acceptatie maakt de aanbieding ter betaling en het protest van non-betaling overbodig.
relaties0 5. In geval van benoeming van bewindvoerders op verzoek van den betrokkene, al of niet acceptant, tot surséance van betaling kan de houder zijn recht van regres niet uitoefenen, dan nadat de wisselbrief ter betaling aan den betrokkene is aangeboden en protest is opgemaakt.
relaties0 6. Indien de betrokkene, al of niet acceptant, is failliet verklaard, of indien de trekker van eenen wisselbrief, welke niet vatbaar is voor acceptatie, is failliet verklaard, kan de houder, voor de uitoefening van zijn recht van regres, volstaan met overlegging van het vonnis, waarbij het faillissement is uitgesproken.
relaties0 7. Het zesde lid is van overeenkomstige toepassing indien de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard.
relaties0
relaties0
Artikel
143a
1. De betaling van eenen wisselbrief moet gevraagd en het daarop volgende protest gedaan worden ter woonplaats van den betrokkene.
relaties0 2. Indien de wisselbrief getrokken is om in eene andere aangewezene woonplaats of door eenen anderen aangewezen persoon, hetzij in dezelfde, hetzij in eene andere gemeente te worden betaald, moet de betaling gevraagd en het protest opgemaakt worden ter aangewezene woonplaats of aan den aangewezen persoon.
relaties0
relaties0
Artikel
143b
1. De protesten, zowel van non-acceptatie als van non-betaling, worden gedaan door een deurwaarder. Deze kan zich desverkiezende doen vergezellen door een of twee getuigen.
relaties0 2. De protesten behelzen:
1°.een letterlijk afschrift van den wisselbrief, van de acceptatie, van de endossementen, van het aval en van de adressen daarop gesteld;
relaties0
2°.de vermelding dat zij de acceptatie of betaling aan de personen, of ter plaatse in het voorgaand artikel gemeld, afgevraagd en niet bekomen hebben;
relaties0
3°.de vermelding van de opgegevene reden van non-acceptatie of non-betaling;
relaties0
4°.de aanmaning om het protest te teekenen, en de redenen van weigering;
relaties0
5°.de vermelding, dat hij, deurwaarder, wegens die non-acceptatie of non-betaling heeft geprotesteerd.
relaties0
relaties0 3. Indien het protest een vermisten wisselbrief betreft, volstaat, in plaats van het bepaalde onder 1°. van het voorgaande lid, eene zoo nauwkeurig mogelijke omschrijving van den inhoud des wisselbriefs.
relaties0
relaties0
Artikel
143c
De deurwaarders zijn verplicht, op straffe van schadevergoeding, afschrift van het protest te laten, en hiervan melding in het afschrift te maken, en hetzelve, naar orde des tijds, in te schrijven in een bijzonder register, genommerd en gewaarmerkt door de kantonrechter van de rechtbank van het arrondissement waarin hun woonplaats is gelegen, en om wijders, zulks begeerd wordende, een of meer afschriften van het protest aan de belanghebbenden te leveren.
relaties0relaties0
Artikel
143d
Als protest van non-acceptatie, onderscheidenlijk van non-betaling geldt de door dengene, aan wien de acceptatie of de betaling wordt afgevraagd, met toestemming van den houder op den wisselbrief gestelde, gedagteekende en onderteekende verklaring, dat hij dezelve weigert, tenzij de trekker heeft aangeteekend, dat hij een authentiek protest verlangt.
relaties0relaties0
Artikel
144
1. De houder moet van de non-acceptatie of van de non-betaling kennis geven aan zijnen endossant en aan den trekker binnen de vier werkdagen, volgende op den dag van het protest of, indien de wisselbrief getrokken is met de clausule zonder kosten, volgende op dien der aanbieding. Elke endossant moet binnen de twee werkdagen, volgende op den dag van ontvangst der kennisgeving, de door hem ontvangen kennisgeving aan zijnen endossant mededeelen, met aanwijzing van de namen en adressen van degenen, die de voorafgaande kennisgevingen hebben gedaan, en zoo vervolgens, teruggaande tot den trekker. Deze termijnen loopen van de ontvangst der voorafgaande kennisgeving af.
relaties0 2. Indien overeenkomstig het voorgaande lid eene kennisgeving is gedaan aan iemand, wiens handteekening op den wisselbrief voorkomt, moet gelijke kennisgeving binnen denzelfden termijn aan diens avalgever worden gedaan.
relaties0 3. Indien een endossant zijn adres niet of op onleesbare wijze heeft aangeduid, kan worden volstaan met kennisgeving aan den voorafgaanden endossant.
relaties0 4. Hij, die eene kennisgeving heeft te doen, kan zulks doen in iederen vorm, zelfs door enkele terugzending van den wisselbrief.
relaties0 5. Hij moet bewijzen, dat hij de kennisgeving binnen den vastgestelden termijn heeft gedaan. Deze termijn wordt gehouden te zijn in acht genomen, wanneer een brief, die de kennisgeving behelst, binnen den genoemden termijn ter post is bezorgd.
relaties0 6. Hij, die de kennisgeving niet binnen den bovenvermelden termijn doet, stelt zich niet bloot aan verval van zijn recht; hij is, indien daartoe aanleiding bestaat, verantwoordelijk voor de schade, door zijne nalatigheid veroorzaakt, zonder dat echter de schadevergoeding de wisselsom kan te boven gaan.
relaties0
relaties0
Artikel
145
1. De trekker, een endossant of een avalgever kan, door de clausule "zonder kosten", "zonder protest", of een andere soortgelijke op den wisselbrief gestelde en onderteekende clausule, den houder van het opmaken van een protest van non-acceptatie of van non-betaling, ter uitoefening van zijn recht van regres, ontslaan.
relaties0 2. Deze clausule ontslaat den houder niet van de aanbieding van den wisselbrief binnen de voorgeschreven termijnen, noch van het doen van de kennisgevingen. Het bewijs van de niet-inachtneming der termijnen moet worden geleverd door dengene, die zich daarop tegenover den houder beroept.
relaties0 3. Is de clausule door den trekker gesteld, dan heeft zij gevolgen ten aanzien van allen, wier handteekeningen op den wisselbrief voorkomen; is zij door eenen endossant of door eenen avalgever gesteld, dan heeft zij gevolgen alleen voor dezen endossant of avalgever. Indien de houder, ondanks de door den trekker gestelde clausule, toch protest doet opmaken, zijn de kosten daarvan voor zijne rekening. Indien de clausule van eenen endossant of eenen avalgever afkomstig is, kunnen de kosten van het protest, indien dit is opgemaakt, op allen, wier handteekeningen op den wisselbrief voorkomen, worden verhaald.
relaties0
relaties0
Artikel
146
1. Allen, die eenen wisselbrief hebben getrokken, geaccepteerd, geëndosseerd, of voor aval geteekend, zijn hoofdelijk tegenover den houder verbonden. Bovendien is ook de derde, voor wiens rekening de wisselbrief is getrokken en die de waarde daarvoor heeft genoten, jegens den houder aansprakelijk.
relaties0 2. De houder kan deze personen, zoowel ieder afzonderlijk, als gezamenlijk, aanspreken, zonder verplicht te zijn de volgorde, waarin zij zich hebben verbonden, in acht te nemen.
relaties0 3. Hetzelfde recht komt toe aan ieder, wiens handteekening op den wisselbrief voorkomt en die dezen, ter voldoening aan zijnen regresplicht, heeft betaald.
relaties0 4. De vordering, ingesteld tegen éénen der wisselschuldenaren, belet niet de anderen aan te spreken, al hadden dezen zich later verbonden dan de eerst aangesprokene.
relaties0
relaties0
Artikel
146a
1. De houder van eenen geprotesteerden wisselbrief heeft in geen geval eenig recht op het fonds, dat de betrokkene van den trekker in handen heeft.
relaties0 2. Indien de wisselbrief niet is geaccepteerd, behooren die penningen, bij faillissement van den trekker of indien ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, aan diens boedel.
relaties0 3. In geval van acceptatie, blijft het fonds, tot het beloop van den wisselbrief, aan den betrokkene, behoudens de verplichting van dezen om jegens den houder aan zijne acceptatie te voldoen.
relaties0
relaties0
Artikel
147
1. De houder kan van dengene, tegen wien hij zijn recht van regres uitoefent, vorderen:
1°.de som van den niet-geaccepteerden of niet betaalden wisselbrief met de rente, zoo deze bedongen is;
relaties0
2°.de wettelijke rente, te rekenen van de vervaldag, voor wissels die in Nederland uitgegeven en betaalbaar zijn, en een rente van zes ten honderd, te rekenen van de vervaldag, voor alle overige wissels;
relaties0
3°.de kosten van protest, die van de gedane kennisgevingen alsmede de andere kosten.
relaties0
relaties0 2. Zoo de uitoefening van het recht van regres vóór den vervaldag plaats heeft, wordt op de wisselsom eene korting toegepast. Deze korting wordt berekend volgens het officiëele disconto (bankdisconto), geldende ter woonplaats van den houder, op den dag van de uitoefening van het recht van regres.
relaties0
relaties0
Artikel
148
Hij, die ter voldoening aan zijnen regresplicht den wisselbrief heeft betaald, kan van degenen, die tegenover hem regresplichtig zijn, vorderen:
1°.het geheele bedrag, dat hij betaald heeft;
relaties0
2°.de wettelijke rente, te rekenen van de dag der betaling, voor wissels die in Nederland uitgegeven en betaalbaar zijn, en een rente van zes ten honderd, te rekenen van de dag der betaling, voor alle overige wissels;
relaties0
relaties0relaties0
Artikel
149
1. Elke wisselschuldenaar, tegen wien het recht van regres wordt of kan worden uitgeoefend, kan, tegen betaling ter voldoening aan zijnen regresplicht, de afgifte vorderen van den wisselbrief met het protest, alsmede een voor voldaan geteekende rekening.
relaties0 2. Elke endossant, die ter voldoening aan zijnen regresplicht den wisselbrief heeft betaald, kan zijn endossement en dat van de volgende endossanten doorhalen.
relaties0
relaties0
Artikel
150
Bij gedeeltelijke acceptatie kan degene, die ter voldoening aan zijnen regresplicht het niet geaccepteerde gedeelte van de wisselsom heeft betaald, vorderen, dat die betaling op den wisselbrief wordt vermeld en dat hem daarvan kwijting wordt gegeven. De houder moet hem daarenboven uitleveren een voor eensluidend geteekend afschrift van den wisselbrief, alsmede het protest, om hem de uitoefening van zijn verdere regresrechten mogelijk te maken.
relaties0relaties0
Artikel
151
1. Ieder, die een recht van regres kan uitoefenen, kan, tenzij het tegendeel bedongen is, zich de vergoeding bezorgen door middel van een nieuwen wisselbrief (herwissel), getrokken op zicht op éénen van degenen, die tegenover hem regresplichtig zijn en betaalbaar te diens woonplaats.
relaties0 2. De herwissel omvat, behalve de bedragen in de
artikelen 147 en
148 aangegeven, de bedragen van provisie en het zegel van den herwissel.
relaties0 3. Indien de herwissel door den houder is getrokken, wordt het bedrag bepaald volgens den koers van eenen zichtwissel, getrokken van de plaats, waar de oorspronkelijke wisselbrief betaalbaar was, op de woonplaats van den regresplichtige. Indien de herwissel is getrokken door eenen endossant, wordt het bedrag bepaald volgens den koers van eenen zichtwissel, getrokken van de woonplaats van den trekker van den herwissel op de woonplaats van den regresplichtige.
relaties0
relaties0
Artikel
152
1. Na afloop van de termijnen vastgesteld:
voor de aanbieding van eenen wisselbrief getrokken op zicht of zekeren tijd na zicht;
voor het opmaken van het protest van non-acceptatie of van non-betaling;
voor de aanbieding ter betaling in geval van beding zonder kosten,
vervalt het recht van den houder tegen de endossanten, tegen den trekker, en tegen de andere wisselschuldenaren, met uitzondering van den acceptant.
relaties0 2. Bij gebreke van aanbieding ter acceptatie binnen den door den trekker voorgeschreven termijn, vervalt het recht van regres van den houder, zoowel wegens non-betaling als wegens non-acceptatie, tenzij uit de bewoordingen van den wisselbrief blijkt, dat de trekker zich slechts heeft willen bevrijden van zijne verplichting, voor de acceptatie in te staan.
relaties0 3. Indien de bepaling van eenen termijn voor de aanbieding in een endossement is vervat, kan alleen de endossant daarop een beroep doen.
relaties0
relaties0
Artikel
152a
1. De wisselbrief van non-acceptatie of van non-betaling zijnde geprotesteerd, is niettemin de trekker, al ware het protest niet intijds gedaan, tot vrijwaring gehouden, tenzij hij bewees, dat de betrokkene op den vervaldag het noodige fonds tot betaling des wisselbriefs in handen had. Indien het vereischte fonds slechts gedeeltelijk aanwezig was, is de trekker voor het ontbrekende gehouden.
relaties0 2. Was de wisselbrief niet geaccepteerd, dan is, ingeval van niet tijdig protest, de trekker, op straffe van tot vrijwaring te zijn gehouden, verplicht, den houder af te staan en over te dragen de vordering op het fonds, dat de betrokkene van hem ten vervaldage heeft in handen gehad, en zulks tot het beloop van den wisselbrief; en hij moet aan den houder, te diens koste, de noodige bewijzen verschaffen om die vordering te doen gelden. Indien de trekker in staat van faillissement is verklaard of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, zijn de curatoren onderscheidenlijk de bewindvoerders in zijnen boedel tot dezelfde verplichtingen gehouden, ten ware deze mochten verkiezen, den houder als schuldeischer, voor het beloop van den wisselbrief, toe te laten.
relaties0
relaties0
Artikel
153
1. Wanneer de aanbieding van den wisselbrief of het opmaken van het protest binnen de voorgeschreven termijnen wordt verhinderd door een onoverkomelijk beletsel (wettelijk voorschrift van eenigen Staat of ander geval van overmacht), worden deze termijnen verlengd.
relaties0 2. De houder is verplicht, van de overmacht onverwijld aan zijnen endossant kennis te geven, en deze kennisgeving gedagteekend en onderteekend op den wisselbrief of op een verlengstuk te vermelden; voor het overige zijn de bepalingen van
artikel 144 toepasselijk.
relaties0 3. Na het ophouden van de overmacht moet de houder onverwijld den wisselbrief ter acceptatie of ter betaling aanbieden en, indien daartoe aanleiding bestaat, protest doen opmaken.
relaties0 4. Indien de overmacht meer dan dertig dagen, te rekenen van den vervaldag, aanhoudt, kan het recht van regres worden uitgeoefend, zonder dat de aanbieding of het opmaken van protest noodig is.
relaties0 5. Voor wisselbrieven, getrokken op zicht of op zekeren tijd na zicht, loopt de termijn van dertig dagen van den dag, waarop de houder, al ware het vóór het einde van den aanbiedingstermijn, van de overmacht aan zijnen endossant heeft kennis gegeven; voor wisselbrieven, getrokken op zekeren tijd na zicht, wordt de termijn van dertig dagen verlengd met den zichttermijn, in den wisselbrief aangegeven.
relaties0 6. Feiten, welke voor den houder, of voor dengene, dien hij met de aanbieding van den wisselbrief of met het opmaken van het protest belastte, van zuiver persoonlijken aard zijn, worden niet beschouwd als gevallen van overmacht.
relaties0
relaties0 relaties0
Achtste
afdeeling
Van de tusschenkomst
1
Algemeene bepalingen
Artikel
154
1. De trekker, een endossant, of een avalgever, kan iemand aanwijzen om, in geval van nood, te accepteeren of te betalen.
relaties0 2. Onder de hierna vastgestelde voorwaarden kan de wisselbrief worden geaccepteerd of betaald door iemand, die tusschenkomt voor eenen schuldenaar, op wien recht van regres kan worden uitgeoefend.
relaties0 3. De interveniënt kan een derde zijn, zelfs de betrokkene, of een reeds krachtens den wisselbrief verbonden persoon, behalve de acceptant.
relaties0 4. De interveniënt geeft binnen den termijn van twee werkdagen van zijne tusschenkomst kennis aan dengene, voor wien hij tusschenkwam. In geval van niet-inachtneming van dien termijn is hij, indien daartoe aanleiding bestaat, verantwoordelijk voor de schade, door zijne nalatigheid veroorzaakt, zonder dat echter de schadevergoeding de wisselsom kan te boven gaan.
relaties0
relaties0 relaties0
2
Acceptatie bij tusschenkomst
Artikel
155
1. De acceptatie bij tusschenkomst kan plaats hebben in alle gevallen, waarin de houder van eenen voor acceptatie vatbaren wisselbrief vóór den vervaldag recht van regres kan uitoefenen.
relaties0 2. Wanneer op den wisselbrief iemand is aangewezen om dezen, in geval van nood, ter plaatse van betaling te accepteeren of te betalen, kan de houder zijn recht tegen dengene, die de aanwijzing heeft gedaan en tegen hen, die daarna hunne handteekeningen op den wisselbrief hebben geplaatst, niet vóór den vervaldag uitoefenen, tenzij hij den wisselbrief aan den aangewezen persoon heeft aangeboden, en van diens weigering tot acceptatie protest is opgemaakt.
relaties0 3. In de andere gevallen van tusschenkomst kan de houder de acceptatie bij tusschenkomst weigeren. Indien hij haar echter aanneemt, verliest hij zijn recht van regres, hetwelk hem vóór den vervaldag toekomt tegen dengene, voor wien de acceptatie is gedaan, en tegen hen, die daarna hunne handteekeningen op den wisselbrief hebben geplaatst.
relaties0
relaties0
Artikel
156
De acceptatie bij tusschenkomst wordt op den wisselbrief vermeld; zij wordt door den interveniënt onderteekend. Zij wijst aan, voor wien zij is geschied; bij gebreke van die aanwijzing wordt zij geacht voor den trekker te zijn geschied.
relaties0relaties0
Artikel
157
1. De acceptant bij tusschenkomst is tegenover den houder en tegenover de endossanten, die den wisselbrief hebben geëndosseerd na dengene, voor wien de tusschenkomst is geschied, op dezelfde wijze als deze laatste verbonden.
relaties0 2. Niettegenstaande de acceptatie bij tusschenkomst kunnen degene, voor wien zij werd gedaan en degenen, die tegenover dezen regresplichtig zijn, van den houder, indien daartoe aanleiding bestaat, tegen terugbetaling van de bij
artikel 147 aangewezen som, de afgifte van den wisselbrief, van het protest en van een voor voldaan geteekende rekening vorderen.
relaties0
relaties0 relaties0
3
Betaling bij tusschenkomst
Artikel
158
1. De betaling bij tusschenkomst kan plaats hebben in alle gevallen, waarin, hetzij op den vervaldag, hetzij vóór den vervaldag, de houder recht van regres heeft.
relaties0 2. De betaling moet de geheele som beloopen, welke degene, voor wien zij heeft plaats gehad, moest voldoen.
relaties0 3. Zij moet plaats hebben uiterlijk op den dag volgende op den laatsten dag, waarop het protest van non-betaling kan worden opgemaakt.
relaties0
relaties0
Artikel
159
1. Indien de wisselbrief is geaccepteerd door interveniënten, wier domicilie ter plaatse van betaling is gevestigd, of indien personen, wier domicilie in dezelfde plaats is gevestigd, zijn aangeduid om in geval van nood te betalen, moet de houder den wisselbrief aan al die personen aanbieden, en, indien daartoe aanleiding bestaat, protest van non-betaling doen opmaken uiterlijk op den dag volgende op den laatsten dag, waarop dit kan geschieden.
relaties0 2. Bij gebreke van protest binnen dien termijn zijn degene, die het noodadres heeft gesteld of voor wien de wisselbrief is geaccepteerd, en de latere endossanten van hunne verbintenis bevrijd.
relaties0
relaties0
Artikel
160
De houder, die weigert de betaling bij tusschenkomst aan te nemen, verliest zijn recht van regres op hen, die daardoor zouden zijn bevrijd.
relaties0relaties0
Artikel
161
1. De betaling bij tusschenkomst moet worden vastgesteld door eene kwijting, geplaatst op den wisselbrief met aanwijzing van dengene, voor wien zij is gedaan. Bij gebreke van die aanwijzing wordt de betaling geacht voor den trekker te zijn gedaan.
relaties0 2. De wisselbrief en het protest, indien dit is opgemaakt, moeten worden uitgeleverd aan hem, die bij tusschenkomst betaalt.
relaties0
relaties0
Artikel
162
1. Hij, die bij tusschenkomst betaalt, verkrijgt de rechten, uit den wisselbrief voortvloeiende, tegen dengene, voor wien hij heeft betaald, en tegen degenen, die tegenover dezen laatste krachtens den wisselbrief verbonden zijn. Hij mag echter den wisselbrief niet opnieuw endosseeren.
relaties0 2. De endossanten, volgende op dengene, voor wien de betaling heeft plaats gehad, zijn bevrijd.
relaties0 3. Indien zich meer personen tot de betaling bij tusschenkomst aanbieden, heeft de voorkeur de betaling, welke het grootste aantal bevrijdingen teweegbrengt. De interveniënt, die desbewust in strijd hiermede handelt, verliest zijn recht van regres tegen hen, die anders zouden zijn bevrijd.
relaties0
relaties0 relaties0 relaties0
Negende
afdeeling
Van wisselexemplaren, wisselafschriften en vermiste wisselbrieven
1
Wisselexemplaren
Artikel
163
1. De wisselbrief kan in meer gelijkluidende exemplaren worden getrokken.
relaties0 2. Die exemplaren moeten in den tekst zelf van den titel worden genummerd, bij gebreke waarvan elk exemplaar wordt beschouwd als een afzonderlijke wisselbrief.
relaties0 3. Iedere houder van eenen wisselbrief, waarin niet is vermeld, dat deze in een enkel exemplaar getrokken is, kan op zijne kosten de levering van meer exemplaren vorderen. Te dien einde moet hij zich tot zijn onmiddellijken endossant wenden, die verplicht is zijne medewerking te verleenen om zijn eigen endossant aan te spreken, en zoo vervolgens, teruggaande tot den trekker. De endossanten zijn verplicht, de endossementen ook op de nieuwe exemplaren aan te brengen.
relaties0
relaties0
Artikel
164
1. De betaling, op één der exemplaren gedaan, bevrijdt, ook al ware niet bedongen, dat die betaling de kracht der andere exemplaren te niet doet. Echter blijft de betrokkene verbonden wegens elk geaccepteerd exemplaar, dat hem niet is uitgeleverd.
relaties0 2. De endossant, die de exemplaren aan verschillende personen heeft overgedragen, alsook de latere endossanten, zijn verbonden wegens alle exemplaren, die hunne handteekening dragen en die niet zijn uitgeleverd.
relaties0
relaties0
Artikel
165
1. Hij, die één der exemplaren ter acceptatie heeft gezonden, moet op de andere exemplaren den naam van den persoon aanwijzen, in wiens handen dat exemplaar zich bevindt. Deze is verplicht, dit aan den rechtmatigen houder van een ander exemplaar uit te leveren.
relaties0 2. Weigert hij dit, dan kan de houder slechts zijn recht van regres uitoefenen, nadat hij door een protest heeft doen vaststellen:
1°.dat het ter acceptatie gezonden exemplaar hem desgevraagd niet is uitgeleverd;
relaties0
2°.dat hij de acceptatie of de betaling op een ander exemplaar niet heeft kunnen verkrijgen.
relaties0
relaties0
relaties0 relaties0
2
Wisselafschriften
Artikel
166
1. Elke houder van eenen wisselbrief heeft het recht, daarvan afschriften te vervaardigen.
relaties0 2. Het afschrift moet het oorspronkelijke nauwkeurig weergeven met de endossementen en alle andere vermeldingen, die er op voorkomen. Het moet aangeven, waar het afschrift ophoudt.
relaties0 3. Het kan worden geëndosseerd en voor aval geteekend op dezelfde wijze en met dezelfde gevolgen, als het oorspronkelijke.
relaties0
relaties0
Artikel
167
1. Het afschrift moet dengene, in wiens handen het oorspronkelijke stuk zich bevindt, vermelden. Deze is verplicht het oorspronkelijke stuk aan den rechtmatigen houder van het afschrift uit te leveren.
relaties0 2. Weigert hij dit, dan kan de houder zijn recht van regres tegen hen, die het afschrift hebben geëndosseerd of voor aval geteekend, slechts uitoefenen, nadat hij door een protest heeft doen vaststellen, dat het oorspronkelijke stuk hem desgevraagd niet is uitgeleverd.
relaties0 3. Indien na het laatste daarop geplaatste endossement, alvorens het afschrift is vervaardigd, het oorspronkelijke stuk de clausule draagt: "van hier af geldt het endossement slechts op de copie", of eenige andere soortgelijke clausule, is een nadien op het oorspronkelijk stuk geplaatst endossement nietig.
relaties0
relaties0 relaties0 relaties0
Tiende
afdeeling
Van veranderingen
Artikel
168
In geval van verandering van den tekst van eenen wisselbrief, zijn zij, die daarna hunne handteekeningen op den wisselbrief geplaatst hebben, volgens den veranderden tekst verbonden; zij, die daarvoor hunne handteekeningen op den wisselbrief geplaatst hebben, zijn verbonden volgens den oorspronkelijken tekst.
relaties0relaties0 relaties0
Elfde
afdeeling
Van verjaring
Artikel
168a
Behoudens de bepaling van het volgende artikel gaat wisselschuld te niet door alle middelen van schuldbevrijding, bij het Burgerlijk Wetboek aangewezen.
relaties0relaties0
Artikel
169
1. Alle rechtsvorderingen, welke uit den wisselbrief tegen den acceptant voortspruiten, verjaren door een tijdsverloop van drie jaren, te rekenen van den vervaldag.
relaties0 2. De rechtsvorderingen van den houder tegen de endossanten en tegen den trekker verjaren door een tijdsverloop van een jaar, te rekenen van de dagteekening van het tijdig opgemaakte protest of, ingeval van de clausule zonder kosten, van den vervaldag.
relaties0 3. De rechtsvorderingen van de endossanten tegen elkander en tegen den trekker verjaren door tijdsverloop van zes maanden, te rekenen van den dag, waarop de endossant ter voldoening aan zijnen regresplicht den wisselbrief heeft betaald, of van den dag, waarop hij zelf in rechte is aangesproken.
relaties0 4. De in het eerste lid bedoelde verjaring kan niet worden ingeroepen door den acceptant, indien of voor zoover hij fonds heeft ontvangen of zich ongerechtvaardigd zou hebben verrijkt; evenmin kan de in het tweede en derde lid bedoelde verjaring worden ingeroepen door den trekker, indien of voor zoover hij geen fonds heeft bezorgd noch door den trekker of de endossanten, die zich ongerechtvaardigd zouden hebben verrijkt; alles onverminderd het bepaalde in
artikel 306 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
relaties0
relaties0
Artikel
170
1. De stuiting der verjaring is slechts van kracht tegen dengene, ten aanzien van wien de stuitingshandeling heeft plaats gehad.
relaties0
relaties0 relaties0
Twaalfde
afdeeling
Algemene bepalingen
Artikel
171
1. De betaling van eenen wisselbrief, waarvan de vervaldag een wettelijke feestdag is, kan eerst worden gevorderd op den eerstvolgenden werkdag. Evenzoo kunnen alle andere handelingen met betrekking tot wisselbrieven, met name de aanbieding ter acceptatie en het protest, niet plaats hebben dan op eenen werkdag.
relaties0 2. Wanneer ééne van die handelingen moet worden verricht binnen een zekeren termijn, waarvan de laatste dag een wettelijke feestdag is, wordt deze termijn verlengd tot den eersten werkdag, volgende op het einde van dien termijn. De tusschenliggende feestdagen zijn begrepen in de berekening van den termijn.
relaties0
relaties0
Artikel
171a
Als wettelijke feestdag in den zin van deze Afdeeling worden beschouwd de Zondag, de Nieuwjaarsdag, de Christelijke tweede Paasch- en Pinksterdagen, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag en de verjaardag des Konings.
relaties0relaties0
Artikel
172
In de wettelijke of bij overeenkomst vastgestelde termijnen is niet begrepen de dag, waarop deze termijnen beginnen te loopen.
relaties0relaties0
Artikel
173
Geen enkele respijtdag, noch wettelijke, noch rechterlijke, is toegestaan.
relaties0relaties0 relaties0
Dertiende
afdeeling
Van orderbriefjes
Artikel
174
Het orderbriefje behelst:
1°.hetzij de orderclausule, hetzij de benaming "orderbriefje" of "promesse aan order", opgenomen in den tekst zelf, en uitgedrukt in de taal, waarin de titel is gesteld;
relaties0
2°.de onvoorwaardelijke belofte een bepaalde som te betalen;
relaties0
3°.de aanwijzing van den vervaldag;
relaties0
4°.die van de plaats, waar de betaling moet geschieden;
relaties0
5°.den naam van dengene, aan wien of aan wiens order de betaling moet worden gedaan;
relaties0
6°.de vermelding van de dagteekening, alsmede van de plaats, waar het orderbiljet is onderteekend;
relaties0
7°.de handteekening van hem, die den titel uitgeeft (onderteekenaar).
relaties0
relaties0relaties0
Artikel
175
1. De titel, waarin ééne der vermeldingen, in het voorgaande artikel aangegeven, ontbreekt, geldt niet als orderbriefje, behoudens in de hieronder genoemde gevallen.
relaties0 2. Het orderbriefje, waarvan de vervaldag niet is aangewezen, wordt beschouwd als betaalbaar op zicht.
relaties0 3. Bij gebreke van een bijzondere aanwijzing wordt de plaats van de onderteekening van den titel geacht te zijn de plaats van betaling en tevens de plaats van het domicilie van den onderteekenaar.
relaties0 4. Het orderbriefje, dat de plaats van zijne onderteekening niet vermeldt, wordt geacht te zijn onderteekend in de plaats, aangegeven naast den naam van den onderteekenaar.
relaties0
relaties0
Artikel
176
2. Eveneens zijn op het orderbriefje toepasselijk de bepalingen betreffende den wisselbrief, betaalbaar bij eenen derde of in een andere plaats dan die van het domicilie van den betrokkene (
artikelen 103 en
126), de renteclausule (
artikel 104), de verschillen in de vermelding met betrekking tot de som, welke moet worden betaald (
artikel 105), de gevolgen van het plaatsen eener handteekening onder de omstandigheden bedoeld in
artikel 106, die van de handteekening van eenen persoon, die handelt zonder bevoegdheid of die zijne bevoegdheid overschrijdt (
artikel 107), en den wisselbrief in blanco (
artikel 109).
relaties0 3. Eveneens zijn op het orderbriefje toepasselijk de bepalingen betreffende het aval (
artikelen 129-131); indien overeenkomstig hetgeen is bepaald bij
artikel 130, laatste lid, het aval niet vermeldt, voor wien het is gegeven, wordt het geacht voor rekening van den onderteekenaar van het orderbriefje te zijn gegeven.
relaties0
relaties0
Artikel
177
1. De onderteekenaar van een orderbriefje is op dezelfde wijze verbonden als de acceptant van eenen wisselbrief.
relaties0 2. De orderbriefjes, betaalbaar zekeren tijd na zicht, moeten ter teekening voor "gezien" aan den onderteekenaar worden aangeboden binnen den bij
artikel 122 vastgestelden termijn. De zichttermijn loopt van de dagteekening van het visum, hetwelk door den onderteekenaar op het orderbriefje moet worden geplaatst. De weigering van dezen zijn visum te plaatsen, moet worden vastgesteld door een protest (
artikel 124), van welks dagteekening de zichttermijn begint te loopen.
relaties0
relaties0 relaties0 relaties0
Negende
titel
Van assurantie of verzekering in het algemeen
Artikel
246
Assurantie of verzekering is eene overeenkomst bij welke de verzekeraar zich aan den verzekerde, tegen genot eener premie, verbindt om denzelven schadeloos te stellen wegens een verlies, schade of gemis van verwacht voordeel, welke dezelve, door een onzeker voorval, zoude kunnen lijden.
relaties0relaties0
Artikel
247
1. De verzekeringen kunnen, onder anderen, ten onderwerp hebben:
De gevaren van brand;
De gevaren waaraan de voortbrengselen van den landbouw te velde onderhevig zijn;
Het leven van één of méér personen;
De gevaren der zee, en die der slavernij;
De gevaren van vervoer te lande en op rivieren en binnenwateren.
relaties0 2. Van de twee laatsten wordt in het volgende boek gehandeld.
relaties0
relaties0
Artikel
248
Op alle verzekeringen, waarover zoo in dit als in het tweede boek van dit Wetboek, wordt gehandeld, zijn toepasselijk de bepalingen bij de volgende artikelen vervat.
relaties0relaties0
Artikel
249
Voor schade of verlies uit eenig gebrek, eigen bederf, of uit den aard en de natuur van de verzekerde zaak zelve onmiddellijk voortspruitende, is de verzekeraar nimmer gehouden, ten ware ook daarvoor uitdrukkelijk zij verzekerd.
relaties0relaties0
Artikel
250
Indien hij, die voor zich zelven heeft laten verzekeren, of hij, voor wiens rekening door eenen ander is verzekerd, ten tijde der verzekering geen belang in het verzekerd voorwerp heeft, is de verzekeraar niet tot schadeloosstelling gehouden.
relaties0relaties0
Artikel
251
Alle verkeerde of onwaarachtige opgave, of alle verzwijging van aan den verzekerde bekende omstandigheden, hoezeer te goeder trouw aan diens zijde hebbende plaats gehad, welke van dien aard zijn, dat de overeenkomst niet, of niet onder dezelfde voorwaarden zoude zijn gesloten, indien de verzekeraar van den waren staat der zaak had kennis gedragen, maakt de verzekering vernietigbaar.
relaties0relaties0
Artikel
252
Uitgezonderd de gevallen bij de wet bepaald, mag geene tweede verzekering gedaan worden, voor denzelfden tijd en voor hetzelfde gevaar, op voorwerpen, welke reeds voor derzelver volle waarde verzekerd zijn, en zulks op straffe van nietigheid der tweede verzekering.
relaties0relaties0
Artikel
253
1. Verzekering, welke het beloop van de waarde of het wezenlijk belang te boven gaat, is alleen geldig tot het beloop van hetzelve.
relaties0 2. Indien de volle waarde van het voorwerp niet is verzekerd, is de verzekeraar, in geval van schade, slechts verbonden, in evenredigheid van het verzekerd tot het niet verzekerd gedeelte.
relaties0 3. Het staat echter aan partijen vrij uitdrukkelijk te bedingen, dat, onaangezien de meerdere waarde van het verzekerd voorwerp, de aan hetzelve overgekomene schade, tot het vol beloop der verzekerde som, zal worden vergoed.
relaties0
relaties0
Artikel
254
Afstand, bij het aangaan der verzekering, of gedurende derzelver loop, gedaan van hetgeen bij de wet tot het wezen der overeenkomst wordt vereischt, of van hetgeen uitdrukkelijk is verboden, is nietig.
relaties0relaties0
Artikel
255
De verzekering moet schriftelijk worden aangegaan bij eene akte, welke den naam van polis draagt.
relaties0relaties0
Artikel
256
1. Alle polissen, met uitzondering van die der levens-verzekeringen, moeten uitdrukken:
1°.Den dag waarop de verzekering is gesloten;
relaties0
2°.Den naam van dengenen die de verzekering voor eigen rekening of voor die van eenen derde sluit;
relaties0
3°.Eene genoegzaam duidelijke omschrijving van het verzekerde voorwerp;
relaties0
4°.Het bedrag der som, waarvoor verzekerd wordt;
relaties0
5°.De gevaren welke de verzekeraar voor zijne rekening neemt;
relaties0
6°.Den tijd, op welken het gevaar voor rekening van den verzekeraar begint te loopen en eindigt;
relaties0
8°.In het algemeen, alle omstandigheden, welker kennis van wezenlijk belang voor den verzekeraar kan zijn, en alle andere tusschen de partijen gemaakte bedingen.
relaties0
relaties0 2. De polis moet door elken verzekeraar worden onderteekend.
relaties0
relaties0
Artikel
257
1. De overeenkomst van verzekering bestaat, zoodra dezelve is gesloten; de wederzijdsche regten en verpligtingen van den verzekeraar en van den verzekerde nemen van dat oogenblik hunnen aanvang, zelfs vóór dat de polis is onderteekend.
relaties0 2. Het sluiten der overeenkomst brengt de verpligting van den verzekeraar mede, om de polis binnen den bepaalden tijd te teekenen en aan den verzekerde uit te leveren.
relaties0
relaties0
Artikel
258
1. De overeenkomst wordt tegenover de verzekeraar slechts door geschrift bewezen. Indien het geschrift de overeenkomst niet volledig omschrijft kan, zolang de polis niet door de verzekeringnemer als bewijs is aanvaard, bewijs van het niet omschreven deel van de overeenkomst en van de wijzigingen daarin met alle middelen worden bijgebracht.
relaties0 2. Op wijzigingen in de overeenkomst, tot stand gekomen nadat de polis als bewijs is aanvaard, is het vorige lid van overeenkomstige toepassing.
relaties0
relaties0
Artikel
259
Indien de verzekering onmiddellijk wordt gesloten tusschen den verzekerde, of die daartoe last of bevoegdheid heeft, en den verzekeraar, moet de polis binnen 24 uren na de aanbieding door laatstgemelden worden onderteekend en uitgeleverd, ten ware bij de wet, in eenig bijzonder geval, een langer termijn bepaald zij.
relaties0relaties0
Artikel
260
Indien de verzekering door tussenkomst van een tussenpersoon in assurantiën gesloten is, wordt de getekende polis binnen acht dagen na het sluiten van de overeenkomst uitgeleverd.
relaties0relaties0
Artikel
261
Bij nalatigheid, in de gevallen bij de beide voorgaande artikelen bepaald, is de verzekeraar, of de tussenpersoon ten behoeve van den verzekerde, gehouden tot vergoeding van de schade, welke uit dat verzuim zoude kunnen ontstaan.
relaties0relaties0
Artikel
262
Hij die, van eenen ander order ontvangende tot het laten doen van verzekering, dezelve voor zijne eigene rekening houdt, wordt verstaan verzekeraar te zijn op de aan hem opgegevene voorwaarden, en, bij gebreke van die opgave, op zoodanige voorwaarden als waarop de verzekering had kunnen worden gesloten ter plaatse, alwaar hij den last had moeten uitvoeren en, indien deze plaats niet is aangeduid, te zijner woonplaats of op de naast gelegen beurs.
relaties0relaties0
Artikel
263
Bij overgang van een zaak of een beperkt recht waaraan een zaak is onderworpen, loopt de verzekering van rechtswege ten voordele van de nieuwe rechthebbende.
relaties0relaties0
Artikel
264
Verzekering kan niet alleen voor eigen rekening, maar ook voor die van eenen derde worden gesloten, het zij uit krachte van eenen algemeenen of van eenen bijzonderen last, het zij zelfs buiten weten van den belanghebbende, en zulks met inachtneming der volgende bepalingen.
relaties0relaties0
Artikel
265
Bij verzekering ten behoeve van eenen derde, moet uitdrukkelijk in de polis worden melding gemaakt, of zulks uit krachte eener lastgeving, of buiten weten van den belanghebbende plaats heeft.
relaties0relaties0
Artikel
266
De verzekering zonder lastgeving, en buiten weten van den belanghebbende gedaan, is nietig, indien en voor zoo verre hetzelfde voorwerp door den belanghebbende, of door eenen derde, op zijnen last, was verzekerd vóór het tijdstip waarop hij kennis droeg der buiten zijn weten, geslotene verzekering.
relaties0relaties0
Artikel
267
Indien bij de polis geene melding is gemaakt dat de verzekering voor rekening van eenen derde is geschied, wordt de verzekerde geacht die voor zich zelven te hebben gesloten.
relaties0relaties0
Artikel
268
De verzekering kan tot voorwerp hebben alle belang, hetwelk op geld waardeerbaar, aan gevaar onderhevig en bij de wet niet is uitgezonderd.
relaties0relaties0
Artikel
269
Alle verzekering gedaan op eenig belang hoegenaamd, waarvan de schade, tegen welke verzekerd is, reeds op het tijdstip van het sluiten der overeenkomst bestond, is nietig, indien de verzekerde, of hij die met of zonder last heeft doen verzekeren, van het aanwezen der schade heeft kennis gedragen.
relaties0relaties0
Artikel
270
1. Er bestaat vermoeden, dat men van het aanwezen dier schade heeft kennis gedragen, indien de regter, met in achtneming der omstandigheden, oordeelt dat er sedert het aanwezen der schade zoo veel tijd is verloopen, dat de verzekerde daarvan had kunnen kennis dragen.
relaties0 2. In geval van twijfel, staat het den regter vrij om aan verzekerden en derzelver lasthebbers den eed op te leggen, dat zij, ten tijde van het sluiten der overeenkomst, van het aanwezen der schade geene kennis hebben gedragen.
relaties0 3. Indien die eed door de partij aan hare wederpartij wordt opgedragen, moet dezelve in allen gevalle door den regter worden opgelegd.
relaties0
relaties0
Artikel
271
De verzekeraar kan altijd hetgeen hij verzekerd heeft wederom laten verzekeren.
relaties0relaties0
Artikel
272
1. Indien de verzekerde den verzekeraar, bij eene geregtelijke opzegging, van zijne verpligtingen voor het toekomende ontslaat, kan hij zijn belang voor denzelfden tijd en hetzelfde gevaar andermaal doen verzekeren.
relaties0 2. In dat geval moet, op straffe van nietigheid, in de nieuwe polis worden melding gemaakt, zoo wel van de vroegere verzekering als van de geregtelijke opzegging.
relaties0
relaties0
Artikel
273
Indien de waarde der verzekerde voorwerpen niet door partijen in de polis is uitgedrukt, kan dezelve door alle bewijsmiddelen worden gestaafd.
relaties0relaties0
Artikel
274
1. Indien die waarde in de polis is uitgedrukt, heeft de regter niettemin de bevoegdheid om aan den verzekerde de nadere regtvaardiging der uitgedrukte waarde op te leggen, voor zoo verre door den verzekeraar redenen worden aangevoerd, waaruit gegrond vermoeden wegens het bovenmatige der opgave geboren wordt.
relaties0 2. De verzekeraar heeft in allen gevalle het vermogen om de bovenmatigheid der uitgedrukte waarde in regten te bewijzen.
relaties0
relaties0
Artikel
275
Indien echter het verzekerd voorwerp vooraf is gewaardeerd door deskundigen, bij partijen daartoe benoemd en, des gevorderd, door den regter beëedigd, kan de verzekeraar niet daartegen opkomen, ten zij in geval van bedrog; alles behoudens de bijzondere uitzonderingen bij de wet gemaakt.
relaties0relaties0
Artikel
276
Geene verliezen of schade, door eigen schuld van eenen verzekerde veroorzaakt, komen ten laste van den verzekeraar. Hij vermag zelfs de premie te behouden of te vorderen, indien hij reeds begonnen had eenig gevaar te loopen.
relaties0relaties0
Artikel
277
1. Indien verscheidene verzekeringen, te goeder trouw, ten aanzien van hetzelfde voorwerp zijn aangegaan, en bij de eerste de volle waarde is verzekerd, houdt dezelve alléén stand, en de volgende verzekeraars zijn ontslagen.
relaties0 2. Indien bij de eerste verzekering de volle waarde niet is verzekerd, zijn de volgende verzekeraars aansprakelijk voor de meerdere waarde, volgens de orde des tijds, waarop de volgende verzekeringen zijn gesloten.
relaties0
relaties0
Artikel
278
1. Bijaldien op eene en dezelfde polis, door onderscheidene verzekeraars, al ware het op onderscheidene dagen, meer dan de waarde verzekerd is, dragen zij allen te zamen naar evenredigheid van de som voor welke zij geteekend hebben, alleen de juiste verzekerde waarde.
relaties0 2. Dezelfde bepaling geldt, wanneer ten zelfde dage, ten opzigte van hetzelfde voorwerp, onderscheidene verzekeringen gesloten zijn.
relaties0
relaties0
Artikel
279
1. De verzekerde mag, in de gevallen bij de twee voorgaande artikelen vermeld, de oudste verzekeringen niet vernietigen om daardoor de latere verzekeraars te verbinden.
relaties0 2. Indien de verzekerde de eerste verzekeraars ontslaat, wordt hij geacht zich, voor dezelfde som en in dezelfde orde, in hunne plaats als verzekeraar gesteld te hebben.
relaties0 3. Indien hij zich laat herverzekeren, treden de herverzekeraars in dezelfde orde in zijne plaats op.
relaties0
relaties0
Artikel
280
1. Het wordt als geene ongeoorloofde overeenkomst beschouwd, indien, na de verzekering van een voorwerp voor deszelfs volle waarde, de belanghebbende hetzelve vervolgens geheel of gedeeltelijk laat verzekeren, onder de uitdrukkelijke bepaling, dat hij zijn regt tegen de verzekeraars alleen zal kunnen doen gelden, indien en voor zoo verre hij de schade op de vroegere niet zal kunnen verhalen.
relaties0 2. In het geval van zoodanige overeenkomst moeten, op straffe van nietigheid, de vroeger geslotene overeenkomsten duidelijk worden omschreven, en zullen de bepalingen van
art. 277 en
278 insgelijks daarop toepasselijk zijn.
relaties0
relaties0
Artikel
281
In alle gevallen in welke de overeenkomst van verzekering voor het geheel of ten deele vervalt, of nietig wordt, en mits de verzekerde te goeder trouw hebbe gehandeld, moet de verzekeraar de premie terug geven, het zij voor het geheel, het zij voor zoodanig gedeelte waarvoor hij geen gevaar heeft geloopen.
relaties0relaties0
Artikel
282
Bijaldien de nietigheid van de overeenkomst, uit hoofde van list, bedrog of schelmerij van den verzekerde ontstaat, geniet de verzekeraar de premie, onverminderd de openbare regtsvordering, zoo daartoe gronden zijn.
relaties0relaties0
Artikel
283
1. Behoudens de bijzondere bepalingen ten aanzien van deze of gene soort van verzekering gemaakt, is de verzekerde verpligt om alle vlijt en naarstigheid in het werk te stellen, ten einde schade te voorkomen of te verminderen, en hij moet, dadelijk na derzelver ontstaan, daarvan aan den verzekeraar kennis geven; alles op straffe van schadevergoeding, zoo daartoe gronden zijn.
relaties0 2. De onkosten door den verzekerde gemaakt, ten einde de schade te voorkomen of te verminderen, zijn ten laste van den verzekeraar, al ware het dat dezelve, gevoegd bij de geledene schade, het beloop der verzekerde som te boven gingen, of de aangewende pogingen vruchteloos zijn geweest.
relaties0
relaties0
Artikel
284
Indien de verzekerde ter zake van door hem geleden schade vorderingen tot schadevergoeding op derden heeft, anders dan uit verzekering, gaan die vorderingen bij wijze van subrogatie over op de verzekeraar voor zover deze die schade vergoedt.
relaties0relaties0 relaties0