Onderwerp: Bezoek-historie

Indiening van stukken (SB3208)
Geldigheid:17-06-2010 t/m 24-08-2011Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Ten aanzien van de indiening en het ter inzage leggen van stukken ten behoeve van een hoorzitting geldt het volgende. Belanghebbenden kunnen tot tien dagen voor het horen schriftelijke stukken indienen. Stukken die kort voor of tijdens de hoorzitting worden ingebracht door de cliënt of andere belanghebbende(n), worden door de SVB in het onderzoek betrokken tenzij de stukken niet volledig op hun waarde kunnen worden geschat (bijvoorbeeld vanwege de omvang van de stukken). Indien de stukken die kort voor of tijdens de hoorzitting zijn ingebracht niet tijdens de hoorzitting kunnen worden onderzocht, gebeurt dit op een later tijdstip alsnog. Eventueel kan een tweede hoorzitting noodzakelijk zijn (zie Deel III, Nieuwe feiten of omstandigheden, SB3212).

Aan de indiener van het bezwaarschrift wordt in de uitnodiging voor de hoorzitting in ieder geval medegedeeld dat de mogelijkheid bestaat om het bezwaardossier te komen inzien. Op verzoek wordt het dossier of worden de ontbrekende stukken toegestuurd.

Het bezwaardossier bestaat uit de op de zaak betrekking hebbende stukken. Hieronder verstaat de SVB uitsluitend stukken die betrekking hebben op het concrete geval en die relevant zijn voor de totstandkoming van het bestreden besluit, en de correspondentie die in het kader van de bezwaarprocedure heeft plaatsgevonden.

Bij de beoordeling van de vraag of gewichtige redenen, genoemd in het zesde lid van artikel 7:4, aanwezig zijn, gaat de SVB uit van de in artikel 10, tweede lid, van de Wet openbaarheid van bestuur genoemde uitzonderingen, zoals het belang van de opsporing en vervolging van strafbare feiten en eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.

Grondslag

De tekst is afgesloten naar de stand van de wetgeving op 3 maart 2010.

artikel 7:4 Awb

Besluit beleidsregels SVB 2010

Naar boven