Beleidsregel
De mate waarin de gedraging aan de belanghebbende kan
worden verweten wordt beoordeeld naar de situatie op het moment waarop de belanghebbende
zijn verplichting had moeten nakomen. Hierbij hanteert de SVB de volgende
stelregels.
Er is geen sprake van verminderde verwijtbaarheid in de
volgende gevallen:
- Een uitkeringsgerechtigde
begrijpt de inhoud van de correspondentie van de SVB niet, bijvoorbeeld omdat hij de
Nederlandse taal onvoldoende beheerst. Van de uitkeringsgerechtigde mag worden verwacht dat
hij zich laat informeren over de betekenis hiervan.
- Een
uitkeringsgerechtigde is langere tijd niet in staat zijn belangen te behartigen. Van de
uitkeringsgerechtigde mag worden gevergd dat hij ervoor zorgt dat een ander zijn zaken
regelt. Laat hij dit na, dan is er geen sprake van verminderde verwijtbaarheid.
Voor het bepalen van de hoogte van de boete hanteert de SVB
tevens onderstaande uitgangspunten om te bepalen of er sprake is van volledige
verwijtbaarheid:
- De SVB deelt bij de toekenning van
een uitkering aan de gerechtigde mee welke feiten en omstandigheden hij spontaan aan de SVB
moet melden. De SVB gaat er dan ook, tenzij bijzondere omstandigheden op het tegendeel
wijzen, steeds van uit dat het de betrokkene redelijkerwijs duidelijk kan zijn dat deze
feiten en omstandigheden van invloed kunnen zijn op de uitkering.
- Van
een uitkeringsgerechtigde kan een redelijke inspanning worden gevergd om op de hoogte te
raken van feiten en omstandigheden bij anderen die van invloed kunnen zijn op zijn uitkering
(bijvoorbeeld omstandigheden van een uitwonend kind). Het enkele feit dat die ander de
uitkeringsgerechtigde niet spontaan van een relevante omstandigheid op de hoogte heeft
gesteld, impliceert niet dat het niet melden daarvan niet of slechts in verminderde mate aan
de uitkeringsgerechtigde kan worden verweten.
De
SVB acht in de volgende gevallen verminderde verwijtbaarheid aanwezig:
- De belanghebbende verkeerde op het moment dat hij aan zijn verplichting
moest voldoen in onvoorziene en ongewenste omstandigheden, die niet tot het normale
levenspatroon behoren, en die hem weliswaar niet in de feitelijke onmogelijkheid brachten om
aan zijn verplichting te voldoen, maar die emotioneel zo ontwrichtend waren dat hem niet
volledig valt toe te rekenen dat de informatie niet tijdig of volledig aan de SVB is
verstrekt. Te denken valt aan onvoorzien ontslag of het weglopen van een kind.
- Er is sprake van een samenstel van omstandigheden die elk op zich niet, maar in
hun onderlinge samenhang beschouwd wel leiden tot het oordeel dat sprake is van verminderde
verwijtbaarheid.
De SVB acht voorts verminderde
verwijtbaarheid aanwezig dan wel ziet op grond van artikel 12, derde lid MKOB af van het
opleggen van een boete als betrokkene onjuiste of onvolledige informatie verstrekt of een
wijziging van omstandigheden niet onverwijld meldt, maar uit eigen beweging alsnog de juiste
informatie verstrekt voordat de SVB de overtreding constateert. Meldt de betrokkene de
wijziging van omstandigheden in het kader van een controle van de SVB, dan is geen sprake
van verminderde verwijtbaarheid.
De SVB acht in het geheel geen
verwijtbaarheid aanwezig als het niet nakomen van een verplichting niet aan de
belanghebbende kan worden verweten omdat hij op het moment dat hij aan zijn verplichting
moest voldoen verkeerde in onvoorziene en ongewenste omstandigheden die niet tot het normale
levenspatroon behoren en die het de belanghebbende feitelijk onmogelijk maakten om aan zijn
verplichtingen te voldoen. Te denken valt aan een plotselinge ziekenhuisopname.
Voor het bepalen van de hoogte van de boete gaat de SVB er tevens van uit dat het
niet nakomen van zijn verplichting niet aan de belanghebbende kan worden verweten indien de
mededelingsplichtige binnen vier weken nadat een te melden omstandigheid zich heeft
voorgedaan, bericht van de SVB heeft ontvangen waaruit hij kon afleiden dat de SVB al van de
wijziging op de hoogte was. Betrokkene kon er dan reeds binnen de meldingstermijn in
redelijkheid van uitgaan dat het niet meer nodig was de SVB op de hoogte te stellen. Aan
betrokkene kan dan niet worden verweten dat hij de SVB niet heeft geïnformeerd.
Grondslag
De tekst van de beleidsregels internationaal is afgesloten naar de stand van de wetgeving en jurisprudentie op 1 mei 2012. De tekst van de overige delen van de beleidsregels (het deel AOW, Anw, AKW, Remigratiewet, MKOB, TOG, TAS en TNS, en de delen Awb en Overige onderwerpen) is niet aangepast.
Besluit beleidsregels internationaal SVB 2012