Beleidsregel
Op grond van de artikelen 52 AOW, 65 Anw, 30 AKW, 27 OBR
en 6g, vijfde lid Remigratiewet dient de SVB te beslissen binnen dertien weken gerekend
vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is
verstreken. Indien het bezwaarschrift te laat is ingediend, maar dit verzuim verschoonbaar
is, gaat de SVB er, in afwijking van deze artikelen, van uit dat de beslistermijn aanvangt
op de dag waarop het bezwaarschrift is ontvangen.
Op grond van de
artikelen 7:14 en 4:15, tweede lid, onder b Awb wordt de beslistermijn opgeschort zolang de
vertraging aan de indiener van het bezwaarschrift kan worden toegerekend. De SVB past het
beleid verwoord in SB3197 over beslistermijnen, overeenkomstig toe. Daarnaast wordt een
uitstel van een hoorzitting aan de indiener van het bezwaarschrift toegerekend. De SVB
schort de beslistermijn op vanaf de geplande datum van de eerste hoorzitting tot de datum
waarop de hoorzitting plaatsvindt, of de datum waarop de belanghebbende verklaart geen
gebruik meer te willen maken van het recht te worden gehoord.
In geval
van overmacht schort de SVB de beslistermijn op met toepassing van de artikelen 7:14 en
4:15, tweede lid, onder c Awb. SB3197 over beslistermijnen is van overeenkomstige toepassing
op de bezwaarschriftprocedure.
Artikel 7:10, derde lid Awb regelt dat de
SVB het nemen van een beslissing op het bezwaar voor ten hoogste zes weken kan verdagen. De
SVB maakt van deze bevoegdheid uitsluitend gebruik:
- indien nader onderzoek bij een persoon of instantie noodzakelijk is;
- indien het bezwaar een rechtsvraag oproept die een zodanige algemene uitstraling
heeft dat beleidsmatige besluitvorming noodzakelijk is;
- indien sprake
is van een plotselinge toename van bezwaarzaken.
De SVB deelt aan de belanghebbende de reden van de verdaging van de beslissing op
het bezwaar mee. Verdaging vindt uitsluitend plaats tot een bepaalde gebeurtenis of datum,
of met een met name genoemde termijn.
Verder uitstel voor het nemen van
de beslissing op het bezwaar is op grond van artikel 7:10, vierde lid Awb uitsluitend
mogelijk in verband met de naleving van wettelijke procedurevoorschriften of na voorafgaande
uitdrukkelijke toestemming van de belanghebbende.
Een uitzondering geldt
als de SVB de belanghebbende om toestemming voor uitstel heeft gevraagd in afwachting van
nadere gegevens die zouden kunnen leiden tot een beschikking waarbij de SVB geheel of
gedeeltelijk aan het bezwaar tegemoet komt. In dat geval neemt de SVB aan dat de
belanghebbende deze toestemming heeft verleend, tenzij de belanghebbende uitdrukkelijk
bezwaar maakt tegen dit uitstel. In dit laatste geval neemt de SVB een beslissing op het
bezwaar op basis van de beschikbare gegevens en documenten.
Grondslag
De tekst van de beleidsregels Awb en de beleidsregels Overige onderwerpen is afgesloten naar de stand van de wetgeving en de jurisprudentie op 1 november 2014. De tekst van de overige delen van de beleidsregels (het deel AOW, Anw, AKW, OBR, Remigratiewet, MKOB, Regeling niet-KOB-gerechtigden, TOG, TAS en TNS en het deel Internationaal) is niet aangepast.
artikel 52 AOW, artikel 65 Anw, artikel 30 AKW, artikel 27 OBR, artikel 6g, vijfde lid
Remigratiewet, artikel 7:10, leden 2, 3 en 4 Awb, artikel 7:14 Awb en artikel 4:15
Awb.
Besluit beleidsregels SVB 2014