Beleidsregel
In de periode van 29 juli 1991 tot aan het moment
van toepassing worden van Verordening (EG) nr. 883/2004 wordt de rechtspositie van personen
die hun werkzaamheden staakten bestreken door artikel 13, tweede lid, onder f, van
Verordening (EEG) nr. 1408/71. Op grond van deze bepaling zijn werknemers of zelfstandigen
die ophouden onderworpen te zijn aan de wetgeving van hun laatste werkland, onderworpen aan
de wetgeving van hun woonland. Zoals volgt uit artikel 10ter van Verordening (EEG) nr.
574/72 wordt aan de hand van het nationale recht van het laatste werkland bepaald of de
betrokkene aan die wetgeving onderworpen is gebleven. Voor de toepasselijkheid van de
Nederlandse wetgeving wordt onderzocht of de betrokkene nog voor één of meerdere takken van
verzekering is aangesloten bij het Nederlandse stelsel.
De SVB
gaat ervan uit dat in de periode tussen 29 juli 1991 en het van toepassing worden van
Verordening (EG) nr. 883/2004 de overige in titel II van Verordening (EEG) nr. 1408/71
opgenomen conflictregels slechts van toepassing zijn op personen die een dienstbetrekking
hadden of daadwerkelijk beroepswerkzaamheden verrichtten. Een 'nawerking' van deze
conflictregels voor personen die hun beroepswerkzaamheden hebben gestaakt is sinds 29 juli
1991 niet langer aan de orde. Dit uitgangspunt geldt blijkens het arrest Kuusijärvi zowel
voor personen die definitief alle beroepswerkzaamheden hebben gestaakt als voor personen die
niet definitief hun beroepswerkzaamheden hebben gestaakt. Het voorgaande heeft tot gevolg
dat de aanwijsregel van artikel 13, tweede lid, onder f, Verordening (EEG) nr. 1408/71
tevens van toepassing is op zieken en werklozen. Wat werklozen betreft is de
toepasselijkheid van die bepaling bevestigd in het arrest Adanez-Vega.
Toepassing van artikel 13, tweede lid, onder f, Verordening (EEG) nr. 1408/71
leidt er in samenhang met artikel 10 ter van Verordening (EEG) nr. 574/72 toe dat personen
onderworpen blijven aan de Nederlandse wetgeving indien uit hoofde van de nationale
verzekeringsbepalingen nog aansluiting bestaat bij ten minste een tak van sociale zekerheid.
Personen die een WW-uitkering ontvingen en in een andere lidstaat woonden, blijven in
Nederland verzekerd voor de duur van de uitkering. Deze personen worden immers als
verzekerde werknemers in de zin van de WW beschouwd. Personen die een uitkering ingevolge de
Ziektewet ontvingen of van wie het loon werd doorbetaald op grond van artikel 7:629 van het
Burgerlijk Wetboek blijven in Nederland verzekerd voor de WW en de WAO voor de duur van hun
uitkering of loondoorbetaling. Uit dien hoofde is ook op hen de Nederlandse wetgeving van
toepassing.
De Nederlandse wetgeving is niet van toepassing indien
blijkt dat een persoon die niet in Nederland woonachtig was, nog voor één of meerdere takken
van verzekering was aangesloten bij het wettelijke stelsel van het laatste werkland. Uit
rechtspraak van het Hof van Justitie EU volgt dat deze aansluiting nog daadwerkelijk dekking
moet geven voor één of meerdere risico's als genoemd in artikel 4, eerste lid, Verordening
(EEG) nr. 1408/71. Er is bijvoorbeeld sprake van daadwerkelijke dekking als ongeacht de
woonplaats:
- nog tijdvakken van
verzekering worden opgebouwd, of
- rechten ontstaan op een
uitkering bij het intreden van een risico, of
- bepaalde medische
zorg wordt vergoed (op grond hiervan dienen onder andere Duitse post-actieve ambtenaren die
verzekerd blijven voor de 'Beihilfe', nog als verzekerd in Duitsland te worden beschouwd).
Als niet bekend is dat nog sprake
is van buitenlandse verzekering, kan het voorkomen dat ten onrechte is uitgegaan van de
toepasselijkheid van de Nederlandse volksverzekeringen. In dat geval zal op aanvraag van de
belanghebbende artikel 13, tweede lid, onder f, Verordening (EEG) nr. 1408/71 worden
toegepast met een terugwerkende kracht van maximaal vijf jaren, mits in de tussentijd geen
zwaarwegend risico werd gedragen door de Nederlandse verzekeringsinstanties (bijvoorbeeld
ingevolge de Anw of AWBZ). De terugwerkende kracht van vijf jaren is afgeleid van de termijn
die de Belastingdienst hanteert voor de teruggave van premies. Tijdvakken die niet in
aanmerking komen voor teruggave van premies, worden beschouwd als tijdvakken van vrijwillige
verzekering (zie SB1044 over uitzonderingssituaties).
Grondslag
De tekst van de beleidsregels AOW, Anw, AKW, OBR, Remigratiewet, MKOB, Regeling niet-KOB-gerechtigden, TOG, TAS en TNS en de beleidsregels Internationaal is afgesloten naar de stand van de wetgeving op 31 december 2013 en de stand van de jurisprudentie op 21 februari 2014. De tekst van de overige delen van de beleidsregels (de delen Awb en Overige onderwerpen) is niet aangepast.
Artikel 13, lid 2, onder f Vo. 1408/71 en artikel 10 ter Vo. 574/72
Besluit beleidsregels SVB 2013