Onderwerp: Bezoek-historie

Onderdanen van landen buiten de Europese Unie (SB2124)
Geldigheid:09-03-2023 t/m Versie:vergelijk Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

De personele werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 883/2004 is in beginsel beperkt tot de onderdanen van lidstaten van de EU, landen van de EER en Zwitserland. Onderdanen van derde landen vallen uitsluitend onder de personele werkingssfeer van die verordening als zij erkend zijn als vluchteling of in de hoedanigheid van gezinslid of nabestaande. In Verordening (EU) nr. 1231/2010 is echter bepaald dat Verordening (EG) nr. 883/2004 ook van toepassing is op onderdanen van derde landen die alleen door hun nationaliteit niet onder die verordening vallen, mits zij legaal op het grondgebied van een lidstaat verblijven en zich in een situatie bevinden die niet in alle opzichten geheel in de interne sfeer van een enkele lidstaat ligt. Mede naar aanleiding van de zaak Balandin past de SVB Verordening (EU) nr. 1231/2010 alleen toe als de onderdaan van een derde land legaal in de EU verblijft en werkt. Voor Nederland betekent dit dat de SVB beoordeelt of het verblijf rechtmatig is in de zin van artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000 en de werkzaamheden niet in strijd zijn met de Wet arbeid vreemdelingen. Uit de titel, considerans en bepalingen van Verordening (EU) nr. 1231/2010 volgt verder dat onderdanen van derde landen op dezelfde wijze als gemeenschapsonderdanen moeten voldoen aan het verplaatsingscriterium, zoals dat is omschreven in SB2120.
 

Verordening (EU) nr. 1231/2010 is niet van toepassing op Denemarken. De SVB past titel II van Verordening (EG) nr. 883/2004 daarom niet toe op onderdanen van derde landen die in Denemarken verblijven. Verder beschouwt de SVB Denemarken niet als lidstaat in de zin van Verordening (EG) nr. 883/2004 bij de beoordeling van de vraag of aan het verplaatsingscriterium is voldaan door een onderdaan van een derde land. Als zich in de situatie van een onderdaan van een derde land aanknopingspunten voordoen met Denemarken en ten minste twee andere lidstaten, past de SVB Verordening (EG) nr. 883/2004 uitsluitend toe in relatie tot deze andere lidstaten. Dit geldt ook in relatie tot Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland, waarop Verordening (EU) nr. 1231/2010 evenmin van toepassing is.

Naar boven