Beleidsregel
Met betrekking tot de termijn of termijnen waarbinnen een op grond
van de AOW, Anw of AKW verschuldigde geldsom moet worden terugbetaald zijn nadere regels
gesteld in de Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering
onverschuldigde betalingen. Op grond van artikel 8, lid 1 TOG jo. artikel 24b AKW is deze
regeling van overeenkomstige toepassing op terugvorderingen op grond van de TOG.
De SVB zal in overeenstemming met voornoemde regeling uitstel van betaling verlenen
of de geldschuld verrekenen. Daarbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd.
De SVB heeft op grond van artikel 5 van de Regeling de bevoegdheid om
een geldsom van € 300,- of lager zonder voorafgaand overleg met de belanghebbende binnen 12
maanden te verrekenen door inhouding van een bedrag van ten hoogste € 52,- per maand op de
uitkering. Indien verrekening niet mogelijk is dient betaling ineens plaats te vinden.
Indien de belanghebbende bezwaar maakt of verzoekt om uitstel van betaling, zal de SVB de
termijnen van betaling vaststellen in overeenstemming met artikel 5 van de Regeling.
Als de geldsom hoger is dan € 300,- maar lager dan € 2.400,- doet de SVB
de belanghebbende een voorstel waarbij de gehele geldsom binnen twaalf maanden door middel
van verrekening of betaling wordt voldaan. De belanghebbende kan binnen de in het voorstel
genoemde termijn een tegenvoorstel doen, waarbij eveneens als voorwaarde geldt dat de gehele
geldsom binnen 12 maanden moet zijn voldaan. Als de belanghebbende niet reageert op het
voorstel verrekent de SVB de vordering conform het voorstel of, indien verrekening niet
mogelijk is, verlangt de SVB betaling van de gehele vordering binnen zes weken.
Als de geldsom € 2.400,- of hoger is nodigt de SVB de belanghebbende uit om binnen
zes weken een gemotiveerd voorstel te doen waarbij de gehele geldsom binnen twaalf maanden
door middel van verrekening of betaling wordt voldaan.
Als de
belanghebbende aangeeft dat hij de geldsom niet binnen 12 maanden kan voldoen, wordt de
procedure van artikel 3 of 4 van de Regeling gevolgd.
De Regeling is
niet van toepassing bij besluiten tot terugvordering op grond van de Remigratiewet. Voor
zover de SVB in dergelijke gevallen na 1 juli 2009 een besluit neemt inzake de wijze van
terugbetaling hanteert zij daarbij naar analogie de Regeling en de hiervoor geformuleerde
uitgangspunten voor de toepassing daarvan.
Grondslag
De tekst is afgesloten naar de stand van de wetgeving op 3 maart 2010.
Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde
betalingen
Besluit beleidsregels SVB 2010