Onderwerp: Bezoek-historie

Niet of niet correct voldoen aan een verzoek van de SVB (SB1100)
Geldigheid:09-03-2023 t/m 07-03-2024Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Het hierna volgende beleid over het niet of niet correct voldoen aan een verzoek van de SVB heeft betrekking op de AOW, Anw, AKW, OBR en Remigratiewet. Het beleid dat ziet op de Participatiewet staat in SB1314 over Participatiewet: niet of niet correct voldoen aan een verzoek van de SVB.
 

Rappel
De SVB kan de betrokkene verzoeken om informatie of medewerking binnen een bepaalde termijn. Aan betrokkene kan uitstel worden verleend. Indien betrokkene, eventueel na uitstel, niet tijdig of onvolledig reageert, verzendt de SVB eerst een rappel met een nieuwe termijn.
 

Betrokkene reageert niet binnen de rappeltermijn  
Indien betrokkene niet binnen de rappeltermijn reageert, wordt veelal onzeker of nog aanspraak bestaat op de volledige uitkering. De SVB schorst in dat geval de betaling (zie SB1093 over schorsing wegens twijfels aan de rechtmatigheid van de betaling). Een  schorsing heeft betrekking op (het gedeelte van) de uitkering waarvan onzeker is of er nog aanspraak op bestaat. Echter, indien geen onzekerheid bestaat over het recht op al uitbetaalde kinderbijslag wordt de kinderbijslag zonder terugwerkende kracht beëindigd of herzien. 
 

Indien het verzoek zich richt op het vaststellen van de rechtmatigheid van betalingen over een periode in het verleden en betrokkene niet binnen de rappeltermijn reageert, dan herziet de SVB de uitkering of trekt zij deze in over de onderzochte periode op grond van artikel 17a, eerste lid, onder c, AOW, artikel 34, eerste lid, onder c, Anw, artikel 14a, eerste lid, onder c AKW, artikel 16, tweede lid OBR dan wel artikel 6c, eerste lid, onder c Remigratiewet.
 

Betrokkene reageert na de schorsing 
Reageert de betrokkene na de schorsing en stelt de SVB vast dat er nog aanspraak bestaat op de volledige uitkering, dan wordt de schorsing opgeheven. Bestaat er geen aanspraak meer op de volledige uitkering, dan wordt de uitkering ingetrokken of herzien volgens het hierna volgende beleid. 
 

Herziening of intrekking
De uitkering wordt herzien of ingetrokken (herzien tot nul), indien betrokkene binnen drie maanden na de schorsing nog niet aan het verzoek heeft voldaan. Voor de Remigratiewet bedraagt de termijn zes maanden. De intrekking of herziening vindt plaats met ingang van de datum waarop de betaling eerder geheel of gedeeltelijk is geschorst.
 

De SVB kan een aanvullend onderzoek instellen naar de rechtmatigheid van betalingen over de periode gelegen voor de herziening of intrekking. De volgende situaties kunnen worden onderscheiden:

  • Blijkt er geen wijziging in de omstandigheden te hebben plaatsgevonden, dan blijft de eerdere herziening of intrekking vanaf de datum van schorsing in stand. 
  • Blijkt er een wijziging in de omstandigheden te hebben plaatsgevonden waardoor betrokkene al eerder geen aanspraak meer had op de volledige uitkering, dan wordt de uitkering ingetrokken of herzien met ingang van die eerdere datum. Zie SB1078 over Verlaging of intrekking met terugwerkende kracht wegens wijziging van de omstandigheden.
  • Blijkt er een wijziging in de omstandigheden te hebben plaatsgevonden, maar ontbreekt ieder aanknopingspunt met betrekking tot het moment waarop de omstandigheden zijn gewijzigd, dan blijft de eerdere herziening of intrekking vanaf de datum van schorsing in stand. 
  • Indien betrokkene niet binnen de rappeltermijn reageert, dan wordt de uitkering eveneens herzien of ingetrokken over de onderzochte periode op grond van artikel 17a, eerste lid, onder c, AOW, artikel 34, eerste lid, onder c, Anw, artikel 14a, eerste lid, onder c AKW, artikel 16, tweede lid OBR dan wel artikel 6c, eerste lid, onder c Remigratiewet.
     

Betrokkene reageert na intrekking of herziening
De betrokkene kan na de intrekking of herziening alsnog aantonen dat hij al dan niet onafgebroken aanspraak op de volledige uitkering heeft behouden. Toont de betrokkene dit aan vóórdat het intrekkings- of herzieningsbesluit rechtens onaantastbaar is geworden, dan betaalt de SVB de achterstallige uitkering aan hem uit. Toont de betrokkene dit aan nadat het intrekkingsbesluit rechtens onaantastbaar is geworden, dan wordt de achterstallige uitkering met een terugwerkende kracht van maximaal een jaar betaald te rekenen vanaf het moment dat de klant de informatie heeft verstrekt. Voor de AOW, Anw en Remigratiewet kan in een bijzonder geval en bij gebleken hardheid de terugwerkende kracht langer zijn, zie SB1070 over terugwerkende kracht van meer dan een jaar (zoals deze beleidsregel luidde op grond van het Besluit Beleidsregels SVB 2016). Een nog niet-geëffectueerde maatregel wordt op de hervatte uitkering ingehouden.
 

Maatregel of boete
Indien de betrokkene niet binnen de rappeltermijn reageert, legt de SVB een maatregel op of geeft zij een waarschuwing (zie SB1102 over het opleggen van een maatregel en het geven van een schriftelijke waarschuwing).
 

De maatregel of waarschuwing wordt opgelegd nadat betrokkene alsnog heeft gereageerd of, indien een reactie uitblijft, bij het intrekken of herzien van de uitkering.
 

Blijkt uit de reactie van betrokkene of stelt de SVB op andere wijze vast dat de mededelingsverplichting is geschonden, dan legt de SVB geen maatregel op maar een boete of geeft zij een waarschuwing (zie SB1101 over niet spontaan melden van relevante feiten en omstandigheden en SB1103 over het opleggen van een boete en het geven van een schriftelijke waarschuwing). In het kader van de OBR legt de SVB bij een dergelijke schending van de mededelingsverplichting een maatregel op (zie SB1102 over het opleggen van een maatregel en het geven van een schriftelijke waarschuwing).

Grondslag

artikel 17c, eerste lid, onder c AOW, artikel 34, eerste lid, onder c Anw, artikel 14a,  eerste lid, onder c AKW, artikel 16, tweede lid OBR, artikel 6c, eerste lid, onder c en  artikel 6d, tweede lid Remigratiewet

Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB februari 2023

Naar boven