Beleidsregel
Iedere persoon die verplicht verzekerd is voor de AOW, is over een deel van zijn belastbaar inkomen uit werk en woning AOW-premie verschuldigd. Als deze premie niet of niet geheel via voorheffing is betaald, legt de Belastingdienst de premieplichtige een gecombineerde aanslag voor de inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen op.
Indien een persoon die verplicht verzekerd is voorAls de premieplichtige de volksverzekeringswetten deop aanslag verschuldigde premiesAOW-premie niet of niet volledig voldoet, beslist de SVB op voordracht van de Belastingdienst of sprake is van schuldig nalaten als bedoeld in de artikelen 13 AOW en 10 OBR. Schuldige nalatigheid leidtkan leiden tot een (hogere) korting op het ouderdomspensioenAOW-pensioen, de AOW-toeslag, de inkomensondersteuning AOW of de overbruggingsuitkering.
VoordatAls de SVB een beslissing neemt overaanslag ambtshalve is opgelegd of de schuldige nalatigheidpremieplichtige onbereikbaar was omdat hij niet woont op het adres waar hij staat ingeschreven, verklaart de SVB de premieplichtige altijd schuldig nalatig. Dit volgt uit artikel 61, tweede lid Wfsv. In andere situaties probeert zijde SVB de oorzaak van het niet betalen van de premiesAOW-premie te achterhalen, tenzij het gevallen betreft waarin artikel 61, tweede lid of artikel 62 Wfsv van toepassing isvoordat zij een beslissing neemt over de schuldige nalatigheid. Als de betrokkenepremieplichtige aangeeft dat er omstandigheden zijn op grond waarvan het niet betalen hem niet kan worden verweten, beoordeelt de SVB of er van eenhet niet toerekenbaar niet betalen spraketoerekenbaar is. FinanciëleHierbij kunnen financiële en sociale aspecten spelen daarbij een rol. Ernstige verslaving, detentie, schuldsanering en faillissementomstandigheden van de betrokkene, ofpremieplichtige een inkomen beneden de bijstandsnorm kunnen omstandigheden vormen op grond waarvan de SVB betrokkene niet schuldig nalatig verklaartrol spelen, zoals: ernstige verslaving, detentie of problematische schulden.
Blijkt niet van bijzondere omstandigheden waarom betrokkenede premieplichtige niet heeft betaald, dan verklaart de SVB betrokkenehem schuldig nalatig. Van bijzondere omstandigheden is in ieder gevalbeginsel geen sprake als het niet betalen van de verschuldigde premie uitsluitend het gevolg is van:
de terugvordering van een voorlopige teruggaaf (CRvB 13 september 2013);het handelen of nalaten van een gemachtigde (CRvB 21 februari 2014);de wijze van bedrijfsvoering (CRvB 16 januari 2002).
- het handelen of nalaten van een gemachtigde (CRvB 21 februari 2014);
- de wijze van bedrijfsvoering (CRvB 16 januari 2002).
Lukt het niet om betrokkenede premieplichtige te bereiken, of reageert hij niet en wijzen de door de Belastingdienst aangedragen gegevens op schuldige nalatigheidop het verzoek om bijzondere omstandigheden aan te dragen, dan verklaart de SVB betrokkenehem eveneens schuldig nalatig als dergelijke omstandigheden ook niet anderszins zijn gebleken.
De artikelen 61 en 62 Wfsv zijn op 1 januari 2006 in werking getreden. Uit de uitspraak van de CRvB van 27 augustus 2009 vloeit voort dat deze bepalingen ook van toepassing zijn op de beoordeling van schuldige nalatigheid over tijdvakken gelegen voor 1 januari 2006.
Grondslag
artikel 13 AOW, artikel 10 OBR, artikel 61 en artikel 62 Wfsv
Besluit beleidsregelsWijzigingsbesluit Beleidsregels SVB 2016september 2019
Wet- en regelgeving
Jurisprudentie