Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1846/GA, 16 november 2010, beroep
Uitspraakdatum:16-11-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1846/GA

betreft: [klager] datum: 16 november 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.A. Holleeder, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 18 juni 2010 van de beklagcommissie bij de locatie Tafelbergweg te Amsterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 oktober 2010, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de locatie Tafelbergweg.
Klagers raadsvrouw mr. A.A. Holleeder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft – voor zover in beroep aan de orde – het aangeboden krijgen van een luchtmoment in een luchtkooi die niet zodanig is ingericht dat er sprake is van een verblijf in de buitenlucht.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager, die nog steeds in de locatie Tafelbergweg verblijft, weet dat zijn raadsvrouw niet komt. Zij had een andere zitting. De luchtkooi bij de locatie Tafelbergweg is geen luchtkooi maar een kamertje met ventilatieroosters. De ventilatie in de
luchtruimte is nog minder dan in klagers eigen cel. Klager heeft indertijd geen gebruik willen maken van de mogelijkheid om te luchten omdat de betreffende ruimte slecht geventileerd en dus ongezond is.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directeur zegt toe foto’s van de luchtkooi aan het secretariaat te zullen zenden. De inrichting is inmiddels sinds twee jaar in gebruik als penitentiaire inrichting. Voordat de gedetineerden de inrichting betrokken is (onder meer) de luchtkooi
geheel
gerenoveerd. De directeur is van mening dat voldaan wordt aan de eisen zoals die worden gesteld aan dergelijke ruimtes. De afmeting van het luchtrooster is 136 cm bij 34 cm. Door dit rooster komt buitenlucht in de ruimte. Er is overwogen om de
luchtkooi
te vergroten, dit bleek niet mogelijk, omdat dan de privacy van derden in het geding zou komen. De afmetingen van de luchtkooi voldoen verder aan alle eisen. De luchtkooien worden regelmatig gebruikt. Er zijn inmiddels meerdere klachten ingediend tegen
het luchten in de luchtkooien. Met de commissie van toezicht is over de luchtkooien gesproken. Feitelijk is klager hier de vertegenwoordiger van alle andere klagers. De directeur legt het programma van eisen met betrekking tot de luchtkooi over.
Volgens
de directeur voldoet de luchtkooi daaraan.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 49, eerste lid, van de Pbw, heeft de gedetineerde, voor zover in deze van belang, recht op (onder meer) dagelijks verblijf in de buitenlucht, voor zover zijn gezondheid zich niet daartegen verzet.
Dit recht geldt ook voor de gedetineerden die beperkingen in het voor hen geldende regime opgelegd hebben gekregen. In de locatie Tafelberg wordt dat recht gerealiseerd in een aparte luchtruimte, waardoor contacten met andere gedetineerden worden
voorkomen.

De beroepscommissie gaat bij haar beoordeling van de vraag of er sprake is van een verblijf in de buitenlucht uit van de beschrijving van de luchtruimte zoals gegeven door de directeur, in combinatie met de door hem aan de beroepscommissie overgelegde
foto’s van die luchtruimte. De luchtruimte heeft volgens de directeur een afmeting van 235 centimeter bij 465 centimeter en een inhoud van 25,5 m3. In één van de zijwanden is een uitsparing gemaakt van 136 centimeter bij 34 centimeter. Verder zijn er
geen mogelijkheden voor de buitenlucht om toegang tot de luchtruimte te krijgen.
Ter verduidelijking van die feitelijke situatie zijn hierna vier door de directeur overgelegde foto’s ingevoegd.

[(foto 1)
(foto 2)
(foto 3)
(foto 4)]

De beroepscommissie is van oordeel dat, gelet op de beschrijving van de luchtruimte zoals gegeven door de directeur, bezien in combinatie met de door de directeur overgelegde foto’s, een verblijf in deze luchtruimte niet kan worden aangemerkt als een
verblijf in de buitenlucht als bedoeld in artikel 49 van de Pbw. Zij neemt daarbij nog in aanmerking dat in artikel 27.1 van de European Prison Rules over het luchten wordt opgemerkt, dat het moet gaan om ‘exercise in the open air’. Dit maakt dat moet
worden geoordeeld dat aan klager gedurende de tenuitvoerlegging van een disciplinaire straf (gedurende vijf dagen) een verblijf in de buitenlucht is onthouden, hetgeen in strijd is met het bepaalde in artikel 49 van de Pbw. Gelet daarop kan de
uitspraak
van de beklagcommissie in zoverre niet in stand blijven en dient dit onderdeel van het beklag alsnog gegrond te worden verklaard.

De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming en zal de hoogte daarvan vaststellen op € 12,50.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt – voor zover in beroep aan de orde – de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag in zoverre alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 12,50.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 16 november 2010

secretaris voorzitter

Naar boven