Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/1925/GA, 19 oktober 2010, beroep
Uitspraakdatum:19-10-2010

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/1925/GA

betreft: [klager] datum: 19 oktober 2010

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 25 juni 2010 van de beklagcommissie bij de PI Tilburg

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van klagers verzoek om incidenteel verlof in verband met een huwelijksvoltrekking.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager begrijpt niet waarom de beklagcommissie zo lang over de uitspraak heeft gedaan. Het document ‘advies vrijheden inzake strafonderbreking’ is
eenvouding op te vragen bij het BSD van de p.i. Vught. Klager heeft incidenteel verlof aangevraagd om in het huwelijk te treden. Het huwelijk was al voor klagers detentie gepland. Op het moment van de aanvraag was al uitspraak in de strafzaak gedaan en
hoger beroep ingesteld. De Advocaat-Generaal bij het ressortsparket is akkoord gegaan met verlofverlening van 80 uur. Desondanks ontving klager een afwijzing op zijn aanvraag omdat de Officier van Justitie negatief adviseerde. Omdat klager inmiddels in
hoger beroep is gegaan, had alleen advies bij de Advocaat-Generaal moeten worden ingewonnen.
Voor een huwelijk in de inrichting heeft klager zes getuigen nodig. De inrichting bleef het huwelijk echter steeds uitstellen. Klager heeft er persoonlijk alles aan gedaan om het huwelijk te kunnen laten voltrekken, maar hij wordt tegengewerkt. Klager
heeft het huwelijk moeten uitstellen. Klager is in ondertrouw gegaan in de gemeente Helmond.

In reactie hierop verwijst de directeur naar de uitspraak van de beklagcommissie. Klager heeft geen nadelig financieel belang ondervonden. Dat is in ieder geval niet door hem aangetoond.

3. De beoordeling
Door klager is onbestreden gesteld dat de aanvraag voor incidenteel verlof is ingediend nadat de rechtbank uitspraak had gedaan in klagers strafzaak. Klager is in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar met aftrek, waarvan één
jaar voorwaardelijk. Op grond van artikel 32, eerste en tweede lid onder l, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, beslist de Minister op een verzoek om incidenteel verlof indien de gedetineerde, al dan niet onherroepelijk, is
veroordeeld
tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van meer dan twee jaar. Gelet hierop is de bestreden beslissing onbevoegd genomen. Het beklag dient derhalve alsnog gegrond te worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat klager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 19 oktober 2010

secretaris voorzitter

Naar boven