Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/0482/GA, 16 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:16-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/482/GA

betreft: [klager] datum: 16 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.E. Koopmans, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 17 februari 2009 van de beklagcommissie bij het Detentiecentrum Alpen aan den Rijn,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 29 mei 2009, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw
mr. C.E. Koopmans, en [...], afdelingshoofd in voornoemd detentiecentrum.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager geplaatst wil worden op een afdeling op de begane grond.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager werd van het spreekwoordelijke kastje naar de muur gestuurd. Zijn klacht werd niet serieus genomen. Gelukkig is hij vandaag overgeplaatst.

Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het feit dat klager hoogtevrees heeft, is niet te controleren. Eerder gaf klager bij de medische dienst aan dat hij last heeft van schitteringen. Er worden dagelijks overplaatsingsverzoeken gedaan. Ook vroeg klager om overplaatsing naar een specifieke
afdeling. Gedacht werd dat hij om overplaatsing vroeg vanwege een vriendschap. Klager heeft lang niet gelucht. Vanmorgen is hij overgeplaatst naar een afdeling op de begane grond.
In een aanwijzing staat geformuleerd dat een afdelingshoofd namens de directie een beslissing kan nemen.

3. De beoordeling
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting volgt dat het afdelingshoofd (negatief) heeft beslist op klagers verzoek en dat hij daartoe door middel van een aanwijzig bevoegd is verklaard. De beroepscommissie overweegt hierover dat zij in een
uitspraak
van 7 januari 2008, kenmerk 07/2067/GA, een soortgelijke aanwijzing als hiervoor bedoeld als niet strokend met de bedoeling van de wet, meer in het bijzonder de artikelen 3 en 5 van de Pbw, ook gezien hetgeen is neergelegd in de Memorie van
toelichting,
heeft aangemerkt. Het vorenstaande leidt tot de beslissing dat de bestreden beslissing is opgelegd in strijd met een wettelijk voorschrift en om die reden nietig is. De uitspraak van de beklagcommissie kan daarom niet in stand blijven en het beklag
dient gegrond te worden verklaard. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.
Ten overvloede merkt de beroepscommissie op dat – nu niet adequaat is onderzocht of er al dan niet een medische indicatie bestond voor een overplaatsing – onvoldoende zorgvuldig jegens klager is gehandeld.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag gegrond. Zij kent geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.H. de Wild, voorzitter, dr. H.K. Fernandes Mendes en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 16 juli 2009

secretaris voorzitter

Naar boven