Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1482/GB, 6 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:06-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/1482/GB

Betreft: [klager] datum: 6 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.D.A. van Boom, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 26 mei 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de locatie De Berg te Arnhem ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 4 april 2009 gedetineerd. Hij verbleef in de Gevangenis Nieuwegein. Op 8 mei 2009 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie De Berg, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft bij het nemen van de selectiebeslissing voor de gevangenis van de locatie De Berg meegenomen dat klager zich op 12 februari 2005 niet heeft teruggemeld bij de zeer beperkt beveiligde inrichting Maashegge te Overloon. Ruim
vier jaar later is klager weer ingesloten in de gevangenis Nieuwegein in verband met voornoemde straf. Het feit dat klager in 2005 niet is teruggekeerd na verlof dient niet in de weg te staan aan klagers huidige verzoek om overplaatsing. Artikel 25 van
de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden ziet toe op de plaatsing van (al dan niet) onherroepelijk veroordeelden, waarbij de selectiefunctionaris de plaatsing of overplaatsing van een veroordeelde kan baseren op het
risicoprofiel van de betrokkene (lid 4). In artikel 22 van de Regeling is opgenomen dat bij de vaststelling van dit risicoprofiel rekening gehouden kan worden met de gegevens over een eerdere detentie. Bij de overplaatsing van onherroepelijk
veroordeelden dient de selectiefunctionaris te beoordelen of de informatie op basis waarvan het profiel is vastgesteld, nog ongewijzigd van toepassing is. Het risicoprofiel is bedoeld om te bepalen welke inrichting of afdeling het meest geïndiceerd is
voor de betrokkene. In de toelichting op de Regeling staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving, een belangrijke rol speelt. Indicator bij
deze beoordeling is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid buiten de inrichting heeft genoten. Deze indicator is echter niet van toepassing nu klagers bezwaar zich richt tegen de overplaatsing
naar de gevangenis van de locatie De Berg. Klager heeft geen bezwaar tegen overplaatsing naar een bepaalde afdeling. Klager verzoekt om overplaatsing naar een normaal beveiligde inrichting in de buurt van Amsterdam of Utrecht. Klager verbleef voorheen
in de gevangenis Nieuwegein. In verband met verbouwingswerkzaamheden is hij overgeplaatst naar Arnhem. Klagers partner is ruim zeven maanden zwanger. Klager wenst betrokken te blijven bij de zwangerschap en de naderende geboorte. De partner van klager
woont in Amsterdam. Gelet op de afstand Amsterdam- Arnhem, haar vergevorderde zwangerschap en het feit dat zij van een bijstandsuitkering moet rondkomen, is het voor haar onmogelijk om bij klager op bezoek te komen. Klager meent dat de
selectiefunctionaris geen rekening heeft gehouden met de jurisprudentie ter zake van artikel 15 Pbw (uitspraak van de beroepscommissie op 16 augustus 2000, 00/0945/GB), althans niet voldoende heeft gemotiveerd. Het betreft hier het zwaarwegend
persoonlijke belang van klager. Bij een belangenafweging dient de afweging, conform voornoemde jurisprudentie, in het voordeel van klager uit te vallen, aangezien plaatsing binnen de eigen regio een zwaarwegend belang oplevert. Klager verzoekt om een
overplaatsing naar een gevangenis in de omgeving van Amsterdam of Utrecht zoals bijvoorbeeld de Gevangenis Lelystad of de gevangenis Alphen aan den Rijn.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op 6 mei 2009 is klager geselecteerd voor de gevangenis van de locatie De Berg waar hij op 8 mei 2009 is geplaatst. Klager is niet in aanmerking gekomen voor een inrichting met een meer open karakter omdat hij zich tijdens deze detentie heeft
onttrokken
aan enig toezicht, geregistreerd heeft gestaan bij het CRO (Centrale Registratie Onttrekkingen) en een openstaande strafzaak heeft. In verband met verbouwingswerkzaamheden in de Gevangenis Nieuwegein was een snelle overplaatsing gewenst. Deze
inrichting
kende ten tijde van de beslissing leegstand. In Amsterdam is er geen inrichting met een regime van algehele gemeenschap en de Gevangenis Nieuwegein heeft beperkte plaatsingsmogelijkheden. Mede gezien klagers vi-datum (15-7-2009) is gekozen voor de
gevangenis van de locatie De Berg, deze inrichting heeft geen wachtlijst. In het beroepschrift wordt vermeld dat klagers vriendin hoogzwanger is. Een medische verklaring omtrent de zwangerschap van klagers vriendin heeft de selectiefunctionaris niet
ontvangen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie De Berg is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Voor zover de bestreden beslissing wordt gebaseerd op de omstandigheid dat er in de regio Amsterdam geen inrichting aanwezig is met gevangeniscapaciteit met een regime van algehele gemeenschap, moet worden opgemerkt dat deze motivering geen
stand kan houden nu de gevangenis van de locatie Tafelbergweg te Amsterdam wel een dergelijk regime kent. Nu de reden voor plaatsing in Amsterdam is gelegen in de zwangerschap van klagers partner en de selectiefunctionaris geen medische verklaring
heeft
ontvangen omtrent die zwangerschap, kan het beroep tegen de bestreden beslissing niet gegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 6 juli 2009

secretaris voorzitter

Naar boven