Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1240/GA, 2 juli 2009, beroep
Uitspraakdatum:02-07-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 09/1240/GA

betreft: [klager] datum: 2 juli 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 april 2009 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring (h.v.b.) Arnhem, locatie De Berg,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 juni 2009, gehouden in de locatie Ooyerhoek te Zutphen, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur van het h.v.b. Arnhem.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager na zijn veroordeling niet is benaderd door een medewerker van het project Terugdringen Recidive (TR) en dat daardoor zijn TR traject is vertraagd.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is op 17 augustus 2008 afgestraft. Het is gebruikelijk dat kort daarna een TR medewerker bij je langs komt. Met inachtneming van de appeltermijn had dat in september toch wel moeten gebeuren. Klager heeft niemand gezien. Klager heeft in de week
na 17 augustus een spreekbriefje voor het b.s.d. ingevuld maar daar nooit een reactie op gehad. Omdat klager voorzitter van de gedeco was kwam hij in contact met de TR medewerker, Michel. Toen klager hem vroeg hoe het zat is Michel een en ander voor
hem
nagegaan. Het bleek dat de vertraging zat in een melding van januari 2008 dat klager medewerking aan TR zou hebben geweigerd. Klager verbleef toen nog in het huis van bewaring Arnhem-Zuid en was nog niet afgestraft. Klager begrijpt niet waar die
melding
vandaan komt. Klager heeft toen alsnog in oktober 2008 een instemmingverklaring voor deelname aan TR ondertekend, maar dit zou worden opgestart in een nieuwe inrichting. Dit werd Zutphen waar klager in januari 2009 naartoe is overgeplaatst. Inmiddels
zijn alle stukken voor een open kamp naar de selectiefunctionaris opgestuurd en er zijn geen contra-indicaties, maar de selectiefunctionaris wil nog geen beslissing nemen. Klager vindt het raar dat de beklagcommissie heeft beslist dat geen sprake is
van
een beslissing van de directeur, want hij kent ook beslissingen van de beklagcommissie die anders luiden. Klager wil graag duidelijkheid met betrekking tot TR; er bestaan veel vragen over ook in de inrichting. Het gaat hem verder niet om
tegemoetkoming.
Een TR medewerker kan niet vogelvrij zijn. Er is geen sprake van weigering van TR door klager.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Zodra iemand is veroordeeld, in eerste aanleg of onherroepelijk, dient deze persoon voor herselectie te worden aangeboden aan de selectiefunctionaris voor doorplaatsing naar een gevangenis. Bij een strafrestant van meer dan vier maanden wordt deze
persoon binnen 14 dagen bezocht door een medewerker TR. Er wordt een Risc onderzoek afgenomen en op basis van de uitkomsten worden eventuele interventies besproken. De termijnen worden berekend in TRIS, het Traject Registratie Informatie Systeem, dat
met informatie wordt gevoed door het parket. De strafvonnissen worden door de bevolkingsadministratie van de inrichting ingevoerd. De TR medewerker is afkomstig van het coördinatiebureau TR te Zwolle, maar valt onder de ambtelijke verantwoordelijkheid
van de directeur. De directeur stuurt de TR medewerker functioneel aan. Ten aanzien van klager is de normale procedure toegepast. Zodra hij in oktober 2008 uit TRIS naar voren kwam, is de procedure gaan lopen. Er was wel een punt, namelijk de opmerking
in het systeem dat klager in januari 2008 niet zou willen meewerken aan TR. Dat was nog in het huis van bewaring Arnhem-Zuid. Klager is zelf verantwoordelijk voor zijn traject. Er is geen sprake van een door of namens de directeur genomen beslissing.

3. De beoordeling
Anders dan de beklagcommissie oordeelt de beroepscommissie dat het beklag ontvankelijk is. Vast staat dat de directeur als (functioneel) leidinggevende verantwoordelijk is voor de werzaamheden van de TR functionaris. Het beklag dat het nalaten van de
TR
functionaris betreft kan worden aangemerkt als een weigering te beslissen namens de directeur als bedoeld in artikel 60, tweede lid, van de Pbw.

Met inachtneming van hetgeen ter zitting naar voren is gekomen stelt de beroepscommissie het volgende vast.
Klager is op of omstreeks 17 augustus 2008 veroordeeld. Volgens de in de inrichting geldende procedure brengt een TR medewerker binnen 14 dagen na een veroordeling, in eerste aanleg of onherroepelijk, een bezoek aan de gedetineerde. Dat is ten aanzien
van klager niet gebeurd. Het beklag zal derhalve gegrond worden verklaard. De beroepscommissie is van oordeel dat klager, gelet op hetgeen hij ter zitting heeft verklaard, met deze gegrondverklaring voldoende wordt gecompenseerd en zal geen geldelijke
tegemoetkoming toekennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ontvankelijk en gegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J. Lamens en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Jousma, secretaris, op 2 juli 2009

secretaris voorzitter

Naar boven