Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 09/1678/GB, 31 augustus 2009, beroep
Uitspraakdatum:31-08-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 09/1678/GB

Betreft: [klager] datum: 31 augustus 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 juni 2009 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 1 juni 2007 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Arnhem. Op 18 december 2008 is hij geplaatst in de gevangenis Zutphen.

2.2. Bij uitspraak van 2 juli 2009, met nummer 09/1240/GA, van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid van de Pbw, is het beroep van klager, gericht tegen de uitspraak van 10 april 2009 van de beklagcommissie bij het h.v.b. Arnhem
betreffende het feit dat klager niet benaderd is door een TR-medewerker en dat daardoor zijn TR-traject is vertraagd, gegrond verklaard.

2.3. Bij uitspraak van 14 mei 2009, met nummer 364734 ZU VERZ 09-86, van de beklagcommissie bij gevangenis Zutphen, is klagers beklag over het advies van de directeur om klager niet in aanmerking te laten komen voor detentiefasering op grond van een
oude Risc en de nieuwe Risc niet mee te wegen, gegrond verklaard. De directeur is niet in beroep gekomen.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Het rapport dat de reclassering heeft opgesteld, slaat nergens op. Klager heeft daartegen beklag ingediend en dat beklag is gegrond verklaard. Hij wil juist overal aan meewerken. Alleen de reclassering stelt dat hij klinisch behandeld dient te worden.
Het PBC adviseert dit niet en de rechtbank heeft het klager ook niet opgelegd. De TR-rapportage is gebaseerd op gegevens van augustus 2007, terwijl er een nieuwe Risc is afgenomen in maart 2009, maar die is niet verwerkt in de rapportage. Er moet een
nieuwe rapportage gemaakt worden, maar daar wil de reclassering niet aan meewerken. De selectiefunctionaris heeft een foute beslissing genomen op basis van verkeerde informatie. Klager wil alsnog in een z.b.b.i. geplaatst worden en hoopt dat het beroep
op zeer korte termijn behandeld kan worden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft de in het TR-rapport, dat in samenwerking met de reclassering is opgesteld, geadviseerde klinische behandeling geweigerd. Om die reden heeft TR ten tijde van het selectieadvies een negatief advies gegeven. Het b.s.d. heeft namens de
directeur van de inrichting positief geadviseerd, gelet op klagers positieve detentiegedrag en de uitspraak van de beklagcommissie. Na bestudering van het advies heeft de selectiefunctionaris, in verband met het feit dat klager een behandeling en
interventies opgesteld door TR heeft geweigerd, zijn verzoek tot detentiefasering afgewezen. Het weigeren van een behandelplan en interventies van TR is een contra-indicatie voor verdere detentiefasering. Volgens de Risc-handleiding is een Risc in
principe een jaar geldig. Er is in februari 2009 geen nieuwe Risc afgenomen, wel een herdiagnose. De beleidsmatige beschrijving ‘herdiagnose met Risc’ is als bijlage bij de stukken gevoegd. Klager is meerdere keren in het kader van de algemene
verlofregeling met verlof geweest. Hij nam toen nog deel aan TR. Nadat klager het behandelplan van TR had geweigerd, heeft de directeur van de gevangenis Zutphen besloten om klager in verband met zijn positieve detentiegedrag meermalen verlof te
verlenen. Het weigeren van een behandelplan en TR-interventies is geen contra-indicatie voor het verlenen van verlof.

4. De beoordeling
4.1. Klagers verzoek moet worden opgevat als een verzoek om detentiefasering. Hoewel in dit verzoek uitsluitend wordt gevraagd om plaatsing in een z.b.b.i. moet daarin tevens worden begrepen het verzoek hem te plaatsen in een b.b.i., met daarbij het
uitzicht op regimair verlof.

4.2. Uit artikel 2 en 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling) volgt dat voor plaatsing in een z.b.b.i., een b.b.i. of afdeling met regimesgebonden verlof niet in aanmerking komen gedetineerden
die deelname weigeren, dan wel hun deelname weigeren voort te zetten aan een traject in het kader van het programma Terugdringen Recidive.

4.3. De selectiefunctionaris heeft het verzoek om overplaatsing naar een z.b.b.i., in weerwil van het positieve advies van de inrichting, afgewezen in verband met klagers weigering deel te nemen aan het TR-traject. Volgens het
adviesrapport/re-integratieplan TR van 20 maart 2009 houdt het TR-traject in een klinische behandeling van klager en elektronisch toezicht. Voor de beoordeling van het beroep is het volgende van belang:
- klager stelt uitdrukkelijk wel mee te willen werken aan een TR-traject;
- klager stelt niet onwelwillend te staan tegenover elektronisch toezicht, doch wijst in verband met zijn verblijf bij zijn ouders op de onmogelijkheid daarvan;
- aan klager is eerder onbegeleid verlof verleend, wat niet tot problemen heeft geleid;
- klager stelt dat de rechtbank op grond van de rapportages waarnaar ook in het adviesrapport wordt verwezen, heeft bepaald dat klager geen klinische behandeling dient te krijgen;
- de conclusies in het adviesrapport zijn gestoeld op de eigen inschatting van de rapporteur en de in 2007 uitgebrachte rapportages, terwijl onduidelijk is hoe de afweging, mede in het licht van het oordeel van de rechtbank, heeft plaatsgevonden.

Op grond van vorenvermelde omstandigheden is niet aannemelijk kunnen worden dat klager weigert deel te nemen aan het TR-traject. Het vorenstaande levert naar het oordeel van de beroepscommissie, bij gebreke van nadere informatie over de achtergronden
van het adviesrapport TR, onvoldoende grond op om de detentiefasering van klager geheel uit te sluiten. Het beroep dient derhalve gegrond te worden verklaard en de bestreden beslissing dient te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden
opgedragen binnen een termijn van twee weken een nieuwe beslissing op het verzoek te nemen met inachtneming van deze uitspraak. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 31 augustus 2009.

secretaris voorzitter

Naar boven