Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1985/TB, 3 februari 2009, beroep
Uitspraakdatum:03-02-2009

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1985/TB

betreft: [klager] datum: 3 februari 2009

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W.H.F.L. Rademakers, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen de fictieve weigering van de Staatssecretaris van Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft niet tijdig na de beslissing van de beroepscommissie van 30 juni 2008 met nummer 07/3304/TB een nieuwe beslissing genomen.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. De Staatssecretaris heeft op 28 november 2007 beslist klager te plaatsen in de Van Mesdagkliniek. Deze plaatsing is
op
23 januari 2008 gerealiseerd. Naar aanleiding van het hiertegen ingestelde beroep heeft de beroepscommissie in een tussenbeslissing van 11 april 2008 met nummer 07/3304/TB de Staatssecretaris verzocht om een nadere toelichting op de vraag of de Van
Mesdagkliniek een (veel) kortere wachttijd had dan de Rooyse Wissel of GGz Eindhoven. Verder is de Staatssecretaris in de tussenbeslissing verzocht aan te geven welke afweging heeft plaatsgevonden in het licht van de door klager gestelde zeer beperkte
bezoekmogelijkheden bij plaatsing in de Van Mesdagkliniek. De beroepscommissie heeft in haar einduitspraak van 30 juni 2008 het beroep gegrond verklaard, de bestreden beslissing vernietigd en de Staatssecretaris opgedragen binnen een termijn van twee
weken een nieuwe beslissing te nemen. Bij beslissing van 6 oktober 2008 heeft de Staatssecretaris besloten klager te plaatsen in FPC De Rooyse Wissel te Venray.

3. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De beroepscommissie heeft op 30 juni 2008 na gegrondverklaring van het beroep en vernietiging van de beslissing van 28 november 2007, de Staatssecretaris opgedragen binnen een termijn van twee weken een
nieuwe beslissing te nemen. De Staatssecretaris heeft tot op de dag van indiening van het beroepschrift op 7 augustus 2008 geen nieuwe beslissing genomen. Klager heeft groot belang bij een nieuwe beslissing, zeker nu de gezondheidstoestand van klagers
vader recentelijk ernstig is verslechterd. Dit bemoeilijkt verder de toch al zeer beperkte bezoekmogelijkheden tijdens klagers verblijf in FPC Van Mesdag. Klager verzoekt om een schadevergoeding van € 95,= voor iedere dag dat de nieuwe beslissing is
uitgebleven, alsmede te bepalen dat de Staatssecretaris binnen twee dagen na de uitspraak alsnog een nieuwe beslissing moet nemen, op straffe van een geldsom van
€ 950,= voor iedere dag of gedeelte van een dag dat de Staatssecretaris dit nalaat.

De Staatssecretaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Naar aanleiding van het door klager ingestelde beroep van 7 augustus 2008 en de dreiging van een kort geding is klager op 22 augustus 2008 bericht dat hij ter herselectie aan de
FPC
De Rooyse Wissel is aangeboden. Dit was voor klager aanleiding af te zien van het verzoek om een voorlopige voorziening. Intrekking van het beroep werd afhankelijk gesteld van het plaatsingsbesluit. Klager is bij besluit van 6 oktober 2008 alsnog
geselecteerd voor De Rooyse Wissel. Desondanks wordt het beroep doorgezet.
Er is wel degelijk uitvoering gegeven aan de beslissing van de beroepscommissie van 30 juni 2008. Door de selectie voor de Rooyse Wissel is de grondslag voor het beroep komen te ontvallen. Klager kan derhalve niet in zijn beroep worden ontvangen.
Voor zover klager meent dat het plaatsingsbesluit te lang op zich heeft laten wachten, merkt de Staatssecretaris op dat met een herselectieprocedure de nodige tijd is gemoeid. Alvorens tot plaatsing over te kunnen gaan dient onderzocht te worden of
betrokkene geschikt is voor de betreffende kliniek.

4. De beoordeling
De beroepscommissie heeft op 30 juni 2008 met nummer 07/3304/TB klagers beroep tegen zijn plaatsing in FPC Dr. S. van Mesdag gegrond verklaard en de Staatssecretaris opgedragen binnen twee weken een nieuwe beslissing te nemen. Op 22 augustus 2008 heeft
de Staatssecretaris de raadsman van klager bericht dat is besloten klager voor herselectie in aanmerking te laten komen. In de betreffende brief wordt verder gemeld dat de dossierstukken naar de Rooyse Wissel zijn verzonden, die naar verwachting enkele
weken nodig zal hebben om te beoordelen of klager voor opname in de Rooyse Wissel in aanmerking komt. Op 6 oktober 2008 is klager geselecteerd voor plaatsing in de Rooyse Wissel.
Nu klager verzoekt om een tegemoetkoming over de periode dat na de betreffende uitspraak van de beroepscommissie een nieuwe beslissing is uitgebleven, heeft hij nog steeds een belang bij de beoordeling van het beroep. Klager is derhalve ontvankelijk in
zijn beroep. In de uitspraak van 30 juni 2008 is de Staatssecretaris een termijn gegeven van twee weken. Nu de nieuwe beslissing is genomen ruimschoots na afloop van deze termijn is het beroep formeel gegrond en dient de fictieve beslissing te worden
vernietigd. De stelling van de Staatssecretaris dat voor de herselectie van klager enige tijd benodigd is, acht de beroepscommissie niet plausibel. Het gaat immers niet om herselectie maar een eerste (a-selecte) plaatsing. Weliswaar wordt klager
geplaatst in de inrichting van zijn keuze, maar de tijd die daarmee gemoeid is geweest, is mede gelet op de tijd die de Staatssecretaris al is gegeven bij de tussenbeslissing van 11 april 2008, naar het oordeel van de beroepscommissie te lang. De
beroepscommissie acht een tegemoetkoming derhalve aangewezen en stelt deze vast op € 250,=.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep formeel gegrond en vernietigt de fictieve beslissing.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de Staatssecretaris toekomende tegemoetkoming op € 250,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. S.L. Donker en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 3 februari 2009

secretaris voorzitter

Naar boven