Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1224/TA, 13 oktober 2008, beroep
Uitspraakdatum:13-10-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1224/TA

betreft: [klager] datum: 13 oktober 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 mei 2008 van de alleensprekende beklagrechter bij de Prof. Mr. W.P.J. Pompestichting te Vught, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 2 september 2008, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting, [...], juridisch medewerker, en [...], zorgmanager. De raadsman van klager
heeft schriftelijk bericht verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag – voor zover in beroep aan de orde - betreft de bejegening van het personeel tijdens het bezoek.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is het er niet mee eens dat zijn bezoek in verband wordt gebracht met het invoeren van contrabande. De inrichting heeft alleen een vermoeden, de
betreffende persoon is vijf jaar lang onbegeleid op bezoek geweest. Klager rookt wel eens een jointje, ook in perioden dat hij geen bezoek van de betreffende persoon heeft gehad. Het personeel ging te ver door in aanwezigheid van zijn bezoek te stellen
dat het bezoek drugs op klagers kamer zou hebben neergelegd. Het bezoek werd door het personeel begeleid. Overigens had het bezoek niet in een afgesloten ruimte, maar conform de afspraak begeleid op de kamer of in de groep moeten plaatsvinden. Klager
heeft bezwaren tegen het feit dat de beklagrechter zijn beklag zonder zitting heeft afgedaan.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Een klacht over de bejegening door het personeel is niet beklagwaardig. De beklagrechter had klager derhalve niet-ontvankelijk in
zijn beklag moeten verklaren. Klager is eerder onder verdenking komen te staan van drugsgebruik en –handel. Op grond van deze vermoedens is een bezoekregeling voor klager getroffen. Klager kan niet eerst in beroep klagen over de bezoekvoorwaarden. In
de
huisregels is bepaald dat aan het bezoek voorwaarden kunnen worden gesteld.
Het betreffende bezoek vond plaats in de gesprekkamer. Op een gegeven moment ontstond het idee het bezoek verder voort te zetten op klagers kamer. Een medewerker werd verzocht hen met rust te laten. Deze medewerker vertrouwde het niet en heeft het
bezoek vervolgens afgesloten. De betreffende medewerker heeft daarmee zorgvuldig gehandeld.

3. De beoordeling
Klagers klacht – voor zover in beroep aan de orde - heeft betrekking op de bejegening van klager en zijn bezoek door het personeel. Een dergelijke klacht betreft geen beslissing van het hoofd van de inrichting waartegen op grond van artikel 56 of 57
Bvt
beklag kan worden ingediend. Evenmin is gebleken dat door de bejegening van klager een hem toekomend recht is geschonden. De beklagrechter had klager derhalve niet-ontvankelijk in zijn beklag moeten verklaren. De beroepscommissie zal de uitspraak van
de
beklagrechter in zoverre vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester en mr. drs. R.H. Zuijderhoudt, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 13 oktober 2008

secretaris voorzitter

Naar boven