Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/0597/JB, 19 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:19-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/597/JB

Betreft: [klager] datum: 19 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1991], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 3 maart 2008 van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft de selectiefunctionaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een andere jeugdinrichting, bij voorkeur Rentray, locatie Eefde, afgewezen.

2. De feiten
Klager is onder toezicht gesteld van Bureau Jeugdzorg Flevoland te Lelystad. Met toepassing van artikel 261Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak d.d. 26 april 2007 deze gezinsvoogdij-instelling gemachtigd tot
uithuisplaatsing van klager. Bij rechterlijke uitspraak van 24 juli 2007 is deze machtiging met ingang van 26 juli 2007 voor de duur van zes maanden verlengd. De machtiging is bedoeld voor plaatsing op een normaal beveiligde behandelafdeling van een
justitiële jeugdinrichting.
Bij indicatiebesluit van 25 juli 2007 heeft voormeld Bureau Jeugdzorg aangegeven dat klager dient te worden geplaatst in de normaal beveiligde behandelafdeling van Rentray, locatie Lelystad.
Klager verbleef sinds 17 april 2007 in de opvanginrichting Het Poortje te Groningen.
Vanuit deze inrichting is hij geselecteerd voor en op 22 november 2007 geplaatst in de normaal beveiligde behandelinrichting Rentray, locatie Lelystad. Vervolgens is hij overgeplaatst naar de normaal beveiligde behandelinrichting j.j.i. Het Poortje,
locatie Waterpoort te Groningen. Op 24 april 2008 is de machtiging gesloten jeugdzorg door de kinderrechter opgeheven en is klager in vrijheid gesteld.

3. De standpunten
Klager heeft het beroep tegen de afwijzing van zijn verzoek door de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager is in Lelystad meerdere keren verbaal en fysiek lastiggevallen. Er was sprake van seksuele intimidatie, afpersing, bedreiging en intimidatie. Klachten terzake zijn gegrond verklaard. Ook de commissie van toezicht heeft zich uitgesproken over de
onveilige situatie op zijn groep en verzocht om hem over te plaatsen naar een mildere setting. Klager voelt zich niet veilig in een gesloten setting en wordt voortdurend lastig gevallen. Dit heeft klagers behandeling erger belemmerd dan een
overplaatsing. Mevrouw [...] van bureau jeugdzorg had geen inzicht in zijn problematiek en ging zonder enig overleg haar eigen gang. Zij heeft de selectiefunctionaris een onjuist advies gegeven voor plaatsing in een jeugdgevangenis. Dit werd afgeraden
door klagers familie en vele hulpverleners en kinderpsychiaters. Tijdens een zitting van de beroepscommissie heeft klager gelijk gekregen en is de gezinsvoogd geadviseerd om klager over te plaatsen naar een open inrichting. De beroepscommissie heeft
het
beroep ongegrond verklaard omdat zij geen middelen had om klager over te plaatsen. De machtiging uithuisplaatsing is direct afgewezen door de kinderrechter en klager is in vrijheid gesteld omdat er geen grondslag was om hem te behandelen in een
jeugdgevangenis. Ten onrechte is klager langere tijd gesloten geplaatst. Meerdere verzoeken tot overplaatsing zijn onterecht afgewezen. Hij heeft materiële en immateriële schade opgelopen. Hij heeft er zelfs blijvend letsel aan over gehouden nadat
iemand een vork in zijn arm heeft gestoken. Klager acht het beroep gegrond en wenst een tegemoetkoming.

De selectiefunctionaris heeft de beslissing tot afwijzing van het verzoek als volgt
toegelicht.
Nu klager op 24 april 2008 in vrijheid is gesteld nadat de machtiging gesloten jeugdzorg door de kinderrechter ter zitting onmiddellijk is opgeheven, is het belang dat ten grondslag ligt aan het beroep komen te vervallen en is klager niet-ontvankelijk
in het beroep.
Subsidiair is aangevoerd dat het inderdaad klopt dat klager onveiligheid ervaart binnen de j.j.i. en moeite heeft om een plek binnen de groep te vinden, maar dat hij niet ziet wat zijn eigen rol daarin is. Daarnaast zou klager veelvuldig hebben
geweigerd om mee te werken aan interventies die zijn (gevoel van) onveiligheid zouden kunnen verbeteren. Zowel de j.j.i. als bureau jeugdzorg zijn van mening dat de gedragsproblematiek, waarvoor hij behandeld dient te worden in eerste instantie plaats
dient te vinden in een gesloten setting. Er bestond eenduidigheid over het feit dat klager op dat moment nog was aangewezen op een gesloten setting. Gelet op klagers gedragsproblematiek, waarvoor hij behandeld dient te worden en die op de voorgrond
staat, is beslist om hem niet over te plaatsen. Indien zijn behandeling voorspoedig verloopt, zal hij op termijn naar alle waarschijnlijkheid worden doorgeplaatst naar een meer open setting.

4. De beoordeling
Door de selectiefunctionaris is gesteld dat, omdat klager in vrijheid is gesteld, het belang aan het door hem ingesteld beroep is ontvallen. Zij heeft verzocht om klager niet-ontvankelijk te verklaren in het beroep.
Door klager is echter verzocht om een tegemoetkoming. Derhalve kan niet worden gesteld dat klager geen belang meer heeft bij het beroep en zal de beroepscommissie klager ontvangen in het beroep.

Klager was uit huis geplaatst en verbleef in de normaal beveiligde behandelinrichting Rentray, locatie Lelystad.
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek om hem over te plaatsen afgewezen.

De beroepscommissie heeft in haar uitspraak 07/2726/JB d.d. 8 februari 2008 klagers beroep tegen plaatsing in de normaal beveiligde behandelinrichting Rentray, locatie Lelystad, ongegrond verklaard en daarbij uitgesproken dat zij het van groot belang
acht dat op korte termijn overleg tussen klager, zijn moeder, zijn raadsman, de locatie Lelystad en de gezinsvoogd plaats zou vinden over de mogelijkheid van overplaatsing naar de locatie Eefde. Uit de stukken volgt niet dat een dergelijk overleg heeft
plaatsgevonden. Vervolgens zijn naar aanleiding van klagers verzoek om hem over te plaatsen rapportages uitgebracht door klagers behandelaars in de locatie Lelystad en bureau jeugdzorg. In de rapportages worden verschillende conclusies getrokken voor
wat betreft de wenselijkheid om klager over te plaatsen. Volgens de rapportage van klagers behandelaar van 13 februari 2008 is overplaatsing gewenst en zou klager beter op zijn plaats zijn in een gesloten jeugdzorgplus instelling en uit de rapportage
van bureau jeugdzorg van 26 februari 2008 volgt het advies om klager niet over te plaatsen. Gelet op de tegenstrijdige rapportages, die volgens de selectiefunctionaris eenduidig zijn voor wat betreft de aanbevolen setting, is de beroepscommissie van
oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris niet op goede gronden rust. Zij zal derhalve het beroep gegrond verklaren, maar nu klager in vrijheid is gesteld niet opdragen een nieuwe beslissing te nemen. Zij kent aan klager een tegemoetkoming
toe van € 75,=.
De tegemoetkoming is niet bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klager ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoeding richten aan het hoofd van de
inrichting van de desbetreffende inrichting, terwijl hij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en kent aan klager een tegemoetkoming van € 75,= toe.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. D.A. Flinterman, voorzitter, dr. M. Smit en R. van Benthem RA, leden, bijgestaan door mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 19 augustus 2008

secretaris voorzitter

Naar boven