Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1726/GV, 4 augustus 2008, beroep
Uitspraakdatum:04-08-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 08/1726/GV

betreft: [klager] datum: 4 augustus 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 juli 2008 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Het advies van de medisch adviseur is positief. De selectiefunctionaris oordeelt naar de maatstaf van een lange detentietijd. De motivering dat niet voldoende onderzocht is of klagers moeder in staat is om mee te reizen met overig bezoek is niet
relevant. In het advies staat dat klagers moeder niet in staat is om vervoerd te worden naar de gevangenis. Daarbij is in december 2007 op basis van dezelfde gegevens wel goedkeuring verleend. Klagers moeder kan onmogelijk een bezoek aan de inrichting
volhouden. Zij kan niet meereizen met bezoek, omdat het bezoek met het openbaar vervoer komt. Daarbij heeft ze wagenziekte. Een huisartsverklaring van 18 oktober 2005 is bijgevoegd. Tevens heeft de selectiefunctionaris een bezoekerslijst bijgevoegd van
een andere gedetineerde. De selectiefunctionaris moet niet-ontvankelijk verklaard worden.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Inhoudelijk wordt verwezen naar de bestreden beslissing. Klager is veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien jaar en zijn einddatum is 6 juni 2013. Klager is op 7 december 2007 bij zijn moeder op bezoek geweest. Bij de aangeleverde medische
informatie zit een huisartsverklaring waarin staat dat klagers moeder niet in staat is om zelfstandig te reizen. Het bureau individuele advisering stelt dat de toestand van betrokkene niet is verslechterd en dat zij niet in staat is klager te bezoeken.
Gelet op de duur van de straf zal klager nog vele malen een beroep op de regeling doen. Aan de inrichting is dan ook gevraagd of betrokkene niet met een ander familielid op bezoek kan komen, omdat klager regelmatig bezoek ontvangt. Deze vraag is niet
beantwoord. Daarom is het verzoek afgewezen.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de gevangenis/ISD Zutphen heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
De Medisch Adviseur heeft aangegeven dat klagers moeder klager niet kan bezoeken en dat een omgekeerd bezoek geïndiceerd is. Het advies is een blijvende indicatie.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van veertien jaar met aftrek, wegens - kortweg - moord.

Uit de stukken volgt dat klager op 7 december 2007 incidenteel verlof heeft gehad om bij zijn moeder op bezoek te gaan. Tevens volgt uit de stukken dat de situatie van klagers moeder sindsdien onveranderd is. Met name het oordeel van de medisch
adviseur
is voor de beroepscommissie van doorslaggevend belang. Zij is van oordeel dat de Staatssecretaris hiermee onvoldoende rekening heeft gehouden. De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat op grond van artikel 25 Regeling tijdelijk verlaten van de
inrichting incidenteel verlof kan worden verleend. De argumenten van de Staatssecretaris zijn onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te komen. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard en aan de Staatssecretaris zal worden opgedragen
een nieuwe beslissing te nemen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de Staatssecretaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak van de beroepscommissie binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 4 augustus 2008

secretaris voorzitter

Naar boven