Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 08/1116/SGB, 15 mei 2008, schorsing
Uitspraakdatum:15-05-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 08/1116/SGB

Betreft: [klager] datum: 15 mei 2008

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door J.-P. Bouman,
reclasseringsmedewerker, namens

[...], verder verzoekster te noemen.

Verzoekster vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 73, vierde lid, juncto artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de selectiefunctionaris d.d. 31 januari 2008 zich op 19 mei 2008 te melden in de
gevangenis Ter Peel te Overloon.

De voorzitter heeft voorts kennis genomen van het beroepschrift van 10 maart 2008, aangevuld op 1 april 2008, de reactie van de selectiefunctionaris van 29 april 2008, alsmede de overige onderliggende stukken.

1. De standpunten van verzoekster en de selectiefunctionaris
Namens verzoekster is aangevoerd dat zij feitelijk 66 dagen gevangenisstraf heeft te ondergaan en niet valt in te zien waarom zij deze niet middels elektronische detentie kan ondergaan. Te meer nu zij eindelijk haar leven weer op de rit heeft en door
de
gevangenisstraf in de gevangenis Ter Peel te ondergaan haar werk en huisvesting via de stichting Exodus verliest.

Uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris komt naar voren dat het Centraal Justitieel Incasso Bureau in opdracht van het Openbaar Ministerie bepaalt of een veroordeelde met een lopend vonnis in aanmerking komt voor de status van zelfmelder. Een
zelfmelder komt voor elektronische detentie in aanmerking als de tenuitvoerlegging van de bruto vrijheidsstraf maximaal drie maanden bedraagt. Verzoekster heeft een bruto gevangenisstraf opgelegd gekregen van 300 dagen. Door aftrek voorarrest (154
dagen) en vervroegde invrijheidstelling (80 dagen) is het netto strafrestant 66 dagen.

2. De beoordeling
2.1 De voorzitter stelt voorop dat in het kader van een verzoek om schorsing van een beslissing van de selectiefunctionaris slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist.

2.2 Verzoekster is bij vonnis van de Meervoudige Kamer te Amsterdam (parketnummer 13-437078-07) veroordeeld tot een gevangenisstraf van 300 dagen. Bij beslissing van 31 januari 2008 heeft de Staatssecretaris van Justitie besloten dat verzoekster de
gevangenisstraf dient te ondergaan in de gevangenis Ter Peel te Overloon en dat zij zich op 19 mei 2008 daar dient te melden. Het tegen deze beslissing ingestelde bezwaarschrift is bij beslissing van 28 februari 2008 ongegrond verklaard en er is
aangegeven dat een volgend uitstel niet wordt verleend. Tegen deze beslissing heeft verzoeker beroep ingesteld op 10 maart 2008. Op 13 mei 2008 heeft zij een schorsingsverzoek ingediend bij de voorzitter.

2.3 De omstandigheid dat - naar verzoekster aanneemt - de beroepscommissie geen uitspraak zal doen voor de datum waarop verzoekster zich in de inrichting dient te melden (19 mei 2008), vormt geen zelfstandige grond voor toewijzing van het verzoek.
Daarvoor is tevens nodig dat, naar het voorlopige oordeel van de voorzitter, de beslissing van de selectiefunctionaris zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de beslissing van de
selectiefunctionaris.

In dit verband overweegt de voorzitter het volgende. De doelgroep voor deelname aan elektronische detentie, zoals verwoord in de circulaire elektronische detentie van 7 maart 2005, is -voor zover hier van belang- de groep zelfmelders ten aanzien van
wie
de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf van maximaal drie maanden is gelast. Zonder meer is niet duidelijk of hiermee gedoeld wordt op de opgelegde gevangenisstraf, dan wel de straf na aftrek van voorarrest en v.i. De selectiefunctionaris noemt in
zijn reactie bruto en netto gevangenisstraffen, terwijl in de circulaire een dergelijk onderscheid niet te lezen valt.

Door de hiervoor bedoelde onduidelijkheid kan thans niet worden vastgesteld of aan het in de circulaire opgenomen criterium is voldaan. De beroepscommissie zal naar verwachting met haar uitspraak in de thans lopende beroepsprocedure hieromtrent
uitsluitsel geven. Gelet op een en ander is de bestreden beslissing naar het voorlopig oordeel van de voorzitter onvoldoende onderbouwd en moet om die reden zodanig onredelijk en onbillijk worden geacht, dat er thans grond en spoedeisend belang is
(mede
gezien hetgeen namens verzoekster omtrent haar persoonlijke omstandigheden is aangevoerd) om tot schorsing van die beslissing over te gaan. Daar waar de bestreden beslissing pas effectief zou zijn met ingang van 19 mei 2008, zal de voorzitter de
tenuitvoerlegging van die beslissing per die datum schorsen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de beslissing van de selectiefunctionaris van 31 januari 2008 (inhoudende dat verzoekster zich per 19 mei 2008 dient te melden in de gevangenis Ter Peel te Overloon) met ingang van
19 mei 2008 tot de datum waarop de beroepscommissie op het namens verzoekster ingestelde beroep zal hebben beslist.

Aldus gegeven door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris op 15 mei 2008

secretaris voorzitter

Naar boven