Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/3537/GA, 31 maart 2008, beroep
Uitspraakdatum:31-03-2008

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 07/3537/GA

betreft: [klager] datum: 31 maart 2008

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het afdelingshoofd van de detentieboot Stockholm te Rotterdam,

gericht tegen een uitspraak van 12 december 2007 van de beklagcommissie bij de detentieboot Stockholm, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Het beroep is ingesteld door [ ], afdelingshoofd bij de detentieboot Stockholm. Artikel 69, eerste lid, van de Pbw bepaalt dat tegen de uitspraak van de beklagcommissie beroep kan worden ingesteld door, voor zover in deze van belang, de directeur. De
directeur kan, blijkens artikel 5, tweede lid, van de Pbw, ambtenaren en medewerkers machtigen tot de uitoefening van de hem bij deze wet gegeven bevoegdheden. Van een machtiging tot het instellen van beroep door het afdelingshoofd is niet gebleken.
Weliswaar heeft [afdelingshoofd] op een schriftelijke vraag van de Raad dienaangaande ten antwoord gewezen op het feit dat hij door de Minister bij besluit van 31 oktober 2005 is aangewezen als vervanger van de directeur bij de uitoefening van de
bevoegdheden als bedoeld in artikel 5, vierde lid, van de Pbw, maar die aanwijzing impliceert niet de bevoegdheid tot het instellen van beroep.
De beroepscommissie merkt nog op dat zij in een uitspraak van 7 januari 2008, kenmerk 07/2067/GA, een soortgelijke aanwijzing als hiervoor bedoeld als niet strokend met de bedoeling van de wet, meer in het bijzonder de artikelen 3 en 5 van de Pbw,
zoals
neergelegd in de Memorie van toelichting, heeft aangemerkt.
Het vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van
S. Samsoedien, secretaris, op 31 maart 2008

secretaris voorzitter

Naar boven