Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 07/1151/GA, 22 november 2007, beroep
Uitspraakdatum:22-11-2007

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Telefoon  v

Uitspraak

nummer: 07/1151/GA

betreft: [klager] datum: 22 november 2007

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G.E. Helder, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 1 mei 2007 van de beklagcommissie bij het huis van bewaring Schutterswei te Alkmaar,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 30 augustus 2007, gehouden in de penitentiaire inrichting Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. G.E. Helder, en [...], unit-directeur van het huis van bewaring Schutterswei.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft
a. een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een strafcel, wegens een vechtpartij met een medegedetineerde;
b. het niet mogen telefoneren van klager met zijn advocaat gedurende de plaatsing in afzondering.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a.
Klager heeft een probleem met gedetineerde [A] Op 11 januari 2007 had klager een woordenwisseling met [A] Beide gedetineerden hebben slaande bewegingen gemaakt. Klager sloeg echter niet naar [A], maar naar zichzelf. Het personeel zat op dat moment de
krant te lezen in het kantoor. Het personeel is niet tussenbeide gekomen. Klager stond op ongeveer twee meter afstand van gedetineerde [A]
b.
Toen klager werd afgezonderd heeft hij direct aangegeven zijn advocaat te willen bellen. Dit werd geweigerd. Daarna heeft klager elke dag gevraagd om telefonisch contact met zijn advocaat. Pas bij de behandeling bij de beklagcommissie heeft de
directeur
aangegeven dat het mogelijk was om een fax te verzenden. Deze mogelijkheid is klager nooit medegedeeld.
Ook uit oogpunt van toetsing aan de criteria noodzaak en gelegenheid, moet het mogelijk zijn in de loop van de afzondering rechtstreeks contact te hebben met de raadsman. Het onthouden van dit rechtstreekse contact is in strijd met het recht.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a.
In het schriftelijk verslag van 11 januari 2007 wordt gerapporteerd dat beide gedetineerden slaande bewegingen naar elkaar hebben gemaakt. Door tussenkomst van een p.i.w.-er kon erger worden voorkomen.
b.
Klager kan op het moment dat hij in afzondering wordt geplaatst geen telefonisch contact opnemen met zijn advocaat. Hij kan wel schrijven naar zijn raadsman.

3. De beoordeling
Ten aanzien van onderdeel a:
Hetgeen in beroep naar voren is gebracht kan – voor zover dat is komen vast te staan – naar het oordeel van de beroepscommissie ten aanzien van dit onderdeel niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve
ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van onderdeel b.:
Op grond van artikel 39, vierde lid juncto artikel 37, eerste lid onder i, van de Pbw wordt de gedetineerde in staat gesteld met diens rechtsbijstandverlener telefonisch contact te hebben, indien hiervoor de noodzaak en de gelegenheid bestaat.
Klager heeft aangegeven dat hij met zijn raadsman contact wilde hebben over de hem opgelegde disciplinaire straf.

De beroepscommissie is van oordeel dat een bij herhaling gedaan verzoek van klager om contact met zijn raadsman over een hem opgelegde disciplinaire straf in beginsel moet worden toegestaan. De reden voor het contact met de raadsman wordt door de
directeur ook niet betwist. Voor de beroepscommissie is voorts onvoldoende aannemelijk geworden dat klager is gewezen op de mogelijkheid tot contact met zijn raadsman per fax, zodat het beroep op dit onderdeel gegrond zal worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel a. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie. Zij verklaart het beroep ten aanzien van onderdeel b. gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de
beklagcommissie, verklaart het beklag alsnog gegrond en kent klager een tegemoetkoming toe van € 10,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, prof. dr. W.J. Schudel en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 22 november 2007

secretaris voorzitter

Naar boven