Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 06/0553/GA, 30 juni 2006, beroep
Uitspraakdatum:30-06-2006

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 06/553/GA

betreft: [klager] datum: 30 juni 2006

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. Serrarens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 26 januari 2006 van de beklagcommissie bij de beperkt gemeenschapsgeschikten (BGG) Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 mei 2006, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J. Serrarens, en de unit-directeur bij de BGG Zoetermeer, [...].

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de beschadiging van klagers radio/cd-speler na overplaatsing;
b. een disciplinaire straf van opsluiting op eigen cel voor de duur van twee dagen wegens een blowlucht op klagers cel en de vondst van een joint in klagers toilet.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Na klagers overplaatsing werkte zijn radio/cd-speler niet meer. Klager heeft hiervan direct melding gemaakt. Gezien het feit dat er nauwelijks
tijd is verstreken tussen het moment waarop de radio/cd-speler aan klager is uitgereikt en het moment waarop hij kenbaar heeft gemaakt dat het apparaat defect was, ligt het niet voor de hand dat klager zelf verantwoordelijk zou zijn voor de
beschadiging
van het apparaat. Klager verwijst naar de uitspraak van de beroepscommissie van 7 november 2005, met nummer 05/1843/GA, waarin relevant werd geacht dat direct na ontvangst van het beschadigde voorwerp melding is gemaakt van de beschadiging. Na tekening
voor ontvangst door de ontvangende inrichting, is de directeur van deze inrichting in beginsel verantwoordelijk voor de staat waarin de goederen verkeren. Klager verwijst in dit verband naar de uitspraak van de beroepscommissie van 16 maart 2004, met
nummer 03/2548/GA.
Er is op 11 september 2005 een urinecontrole afgenomen. Klager heeft nimmer het resultaat van de controle ontvangen. Voor de zitting hoorde klagers raadsvrouw dat de uitslag negatief is. De directeur had bij het opleggen van de disciplinaire straf
moeten wachten op de uitkomst van de urinecontrole. Het ligt voor de hand dat er een blowlucht op klagers cel hangt indien een dergelijke lucht ook op de afdeling hangt. De lucht van wiet is penetrant en derhalve tot op grote afstand te ruiken. Er werd
een blowlucht geroken op de afdeling, toch zijn de andere gedetineerden niet gestraft. Alleen aan klager is rapport aangezegd. Klager meent dat er sprake is van een ongelijke behandeling. Klager ontkent dat er een joint in het toilet lag. Het was een
filter van een normale sigaret.
In de uitspraak van 10 juni 2003, met nummer 03/314/GA oordeelt de beroepscommissie dat de aanwezigheid van wietlucht op de afdeling aanleiding kan geven tot het opleggen van een ordemaatregel wanneer onduidelijk is wie verantwoordelijk is voor de
wietlucht.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De directeur is niet verantwoordelijk voor de goederen die de gedetineerde bij zich heeft. Klager heeft bij de overplaatsing zijn goederen zelf
ingepakt. Niet te achterhalen is of de cd-speler bij de inrichting van herkomst functioneerde.
De uitslag van de urinecotrole was negatief. De uitslag geeft echter geen 100% zekerheid. De directeur heeft navraag gedaan bij het personeel. Zij vonden een joint in het toilet en geen filter van een sigaret. Er is geen onderzoek gedaan naar de joint.
Ook de cellen van medegedetineerden op de afdeling zijn onderzocht. De meest penetrante lucht kwam van de cel van klager.

3. De beoordeling
a.
Vast is komen te staan dat klager zelf zijn radio/cd-speler heeft ingepakt alvorens hij werd overgeplaatst naar de BGG Zoetermeer. Niet aannemelijk is geworden dat de directeur onzorgvuldig is omgesprongen met de radio/cd-speler van klager. Hetgeen in
beroep is aangevoerd kan derhalve niet tot een andere beslissing dan die van de beklagcommissie leiden. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

b.
Op grond van artikel 51, eerste lid, onder a juncto artikel 50, eerste lid, Pbw kan de directeur een disciplinaire straf opleggen indien de gedetineerde betrokken is bij feiten die onverenigbaar zijn met de orde of de veiligheid in de inrichting. Op
grond van artikel 51, vijfde lid, Pbw kan geen straf worden opgelegd, indien de gedetineerde voor het begaan van een feit niet verantwoordelijk kan worden gesteld.
Voor de beoordeling van de vraag of er in redelijkheid een disciplinaire straf kon worden opgelegd zijn de volgende factoren van belang: 1. de wietlucht was niet alleen aanwezig op de cel van klager, maar ook op de afdeling; 2. klager heeft van meet af
aan elke betrokkenheid bij het gebruik van softdrugs ontkend; 3. een urinecontrole bij klager wijst niet in de richting van het gebruik van softdrugs; 4. het zich in de toiletpot bevindende voorwerp is niet veilig gesteld voor nader onderzoek. Onder
deze omstandigheden dient het beroep gegrond te worden verklaard en zal aan klager een tegemoetkoming worden toegekend van € 15,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep wat betreft onderdeel a van het beklag ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.
Zij verklaart het beroep wat betreft onderdeel b van het beklag gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 15,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. H. Heijs en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 30 juni 2006

secretaris voorzitter

Naar boven