Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/1843/GA, 7 november 2005, beroep
Uitspraakdatum:07-11-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 05/1843/GA

betreft: [klager] datum: 7 november 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 15 juli 2005 van de alleensprekende beklagrechter bij de gevangenis De IJssel te Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 september 2005, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, en [...], unit-directeur bij voormelde gevangenis.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de beschadiging van een televisietoestel na invoer.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De uitspraak van de beklagrechter houdt in dat de directeur nooit aansprakelijk kan worden gesteld voor door gedetineerden geleden schade. In artikel 49
van de Penitentiaire maatregel is de aansprakelijkheid echter geregeld voor gevallen waarin geen sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. Klager heeft een nieuwe televisie laten invoeren met een nieuwwaarde van € 267,=. De televisie is in de
originele doos bezorgd door de vriendin van klager. Zij heeft de televisie zelf uit de doos gehaald. De doos moest zij terugnemen. Na de verzegeling ontving klager de televisie zonder een beschermende verpakking. Klager heeft voor de ontvangst van de
goederen getekend en is accoord gegaan met het aantal goederen dat hij heeft ontvangen. Direct nadat hij de schade aan de televisie ontdekte, heeft hij dit aan een p.i.w.-er gemeld. Het afdelingshoofd was niet aanwezig.
De inrichting is roekeloos omgesprongen met zijn televisie doordat de visitatiemeester opdracht heeft gegeven de televisie uit de beschermende originele verpakking te nemen en de televisie op een onbeschermde manier te verzenden naar de verzegelaar.
Aan
de zijkant van de televisie zijn daardoor krassen ontstaan. Het gaat om transportschade.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De televisie van klager is samen met andere apparatuur aangeboden aan de firma Strijbosch voor verzegeling. De verzegelaar zorgt zelf voor het
vervoer
van de apparaten. De verzegelaar is niet aangesproken op de schade aan de televisie. Er was inmiddels te veel tijd verstreken. Het klopt dat het afdelingshoofd niet aanwezig was toen klager melding deed van de beschadiging. Er moet enkele minuten
tussen
het moment van ontvangst van de televisie door klager en de melding aan een p.i.w.-er hebben gezeten.

3. De beoordeling
Uit de stukken en de tijdens de zitting door klager en de directeur gegeven toelichting is vast komen te staan dat op 4 april 2005 een nieuwe televisie voor klager is ingevoerd. De televisie is aangeleverd in de originele verpakking. De televisie is
vervolgens (niet meer in de originele verpakking) verzonden naar de firma Strijbosch voor verzegeling. Op 11 april 2005 is de televisie weer afgeleverd bij de inrichting en op 12 april 2005 afgeleverd bij klager. Klager heeft voor de ontvangst van de
televisie getekend. Nadat klager heeft geconstateerd dat de televisie was beschadigd, heeft hij dit gemeld aan een p.i.w.-er.

Een gedetineerde draagt als regel het risico voor schade aan door hem ingevoerde voorwerpen. Bijzondere omstandigheden kunnen meebrengen dat het risico overgaat op de inrichting. Van bijzondere omstandigheden is naar het oordeel van de beroepscommissie
hier sprake. Uit een memo van 3 mei 2005 van een personeelslid aan het afdelingshoofd blijkt, dat het de normale gang van zaken in de inrichting is zaken die nieuw aangeboden worden en moeten worden verzegeld, in de originele verpakking aan de
verzegelaar aan te bieden teneinde door het in- en uitladen en het verbreken van verpakkingsmateriaal, beschadigingen te voorkomen. Daar komt bij dat van enige controle door de inrichting op beschadigingen na aflevering op 11 april 2005 niet is
gebleken.
Voorzover de directeur in zijn verweerschrift van 21 juni 2005 voor de beklagrechter heeft willen aangeven dat de aansprakelijkheid voor schade vervalt indien een gedetineerde tekent voor ontvangst van de goederen, kan de beroepscommissie hem daarin in
beginsel volgen. Echter in dit geval is aannemelijk geworden dat klager terstond, in ieder geval binnen een paar minuten na ontvangst van de televisie, melding heeft gemaakt van de beschadiging.

Gelet op het vorenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de beschadiging van de televisie in dit specifieke geval voor rekening van de directeur komt. Het beroep dient derhalve gegrond te worden verklaard. De beroepscommissie zal aan klager een
tegemoetkoming toekennen van € 50,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, A.J. Dost en mr. H. Heijs, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris,
op 7 november 2005

secretaris voorzitter

Naar boven